Het meisje dat in een doosje wilde kruipen
Karen Curé
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2012 |
Thema: diversiteit 3.1.DIV.SO |
30/04/2013
Na haar beloftevolle debuut Het meisje dat in een doosje wilde kruipen (2010) pakt Karen Curé uit met een pittig verhaal over een aankomende puber. Koningskind speelt zich af tussen september 1975 en maart 1976. Helene Withofs, of Leentje, gaat naar het zesde leerjaar in een katholieke nonnenschool met een wit-grijs uniform, strenge regels en weinig ruimte voor een eigen mening. Op de eerste schooldag zitten er twee nieuwe leerlingen in de klas: Florentine, een Burundees prinsenkind op de vlucht voor de volkerenmoord, en Bieke, die uit een gemengde school komt en al meteen een grote mond opzet.
Tussen Leentje en Florentine klikt het niet. Vooral niet wanneer blijkt dat er voor de ‘prinses’ andere, soepeler regels gelden. Wanneer Florentine ook nog eens haar rol in het kerstspel inpikt, komt Leentje pas echt in opstand. Tussen de twee klasgenoten komt het niet echt goed, maar de tweedelige apotheose zorgt voor een leuke rechtzetting, die Leens groei naar een kritische puber bezegelt.
Het klassieke thema, een kind dat uit haar droomwereld stapt en ‘ontwaakt’ op de stoep van de grotemensenwereld, is uitgewerkt vanuit een originele invalshoek. De vreemde Florentine staat voor de verandering die Leentje nog niet kan duiden. Alles rond het prinsenkind straalt waardigheid uit: haar kaarsrechte houding, haar verboden oorbellen, haar net iets mooiere uniform. Ze lijkt daardoor ouder, en Leentje wil wel ‘net als Florentine zijn’, maar dat valt tegen. Na een ongeluk met een gescheurde rok, mag ze een uniformrok van Florentine aan: ‘Vandaag was er niet één rok, maar twee die uit de maat vielen. Twee koninklijke rokken. Alleen, als ik zo tussen iedereen in liep, leek mijn rok allesbehalve koninklijk. Hij leek meer een grote zak waarin ik helemaal verdween. Het was alsof de rok niet blij was met mij. Een koninklijke rok die uit een koninklijke kast was gehaald om plotseling een miezerig roodharig meisje te moeten kleden.’
Leentje lijkt de enige van de klas die zich vragen stelt over Florentine, en dat vervreemdt haar van haar klasgenootjes en haar vriendin Marjan. Ondanks haar onbevangenheid en tragere fysieke groei, lijkt Leentje mentaal sneller te groeien. Haar nieuwsgierigheid leidt haar naar de gesloten grotemensenwereld: zo kan ze tipjes van de sluier lichten over de volkerenmoord in Burundi, maar ook over andere maatschappelijke ongerijmdheden. Dat ze de klok al heeft horen luiden, tonen haar ontwapenende opstellen, bijvoorbeeld over de aangekondigde komst van koning Boudewijn. Curé legt meteen een draadje naar de apotheose: ‘Het klooster van onze school wordt gerenoveerd ter gelegenheid van het feest. Daar zal koning Boudewijn blij mee zijn, want hij houdt van kloosters. Ook het sportplein wordt overdekt zodat de koning niet nat zal worden op het feest. Oom Michel heeft de stellingen gecontroleerd. Het feest kost heel veel geld, zoveel dat het dak van het opvangtehuis voor daklozen dit jaar niet kan hersteld worden. Maar de daklozen mogen wel naar het feest komen en de kinderen krijgen gratis chocolademelk.'
Nog andere tips kondigen haar nadere puberteit aan: het verscheuren van de Holly Hobbieposter op haar kamer, het wachten op een groeispurt en de eerste maandstonden, moeder die zegt dat ze te groot wordt om rond oom Michels nek te springen. Voor de vrolijke noot zorgt Leentjes oudere broer Guido. Zijn experimenten met allerhande huishoudelijke toestellen leiden tot pittige dialogen tussen moeder en zoon. Hij aardt naar zijn fantasierijke vader, maar uit het blijkt dat voor Leentje hetzelfde geldt, en zo zijn Guido’s optredens niet alleen leuk, maar ook functioneel. Dit alles is gekaderd in een beeldrijke schets van de jaren zeventig, opgeroepen in sprekende details: ontbijt met bruine suiker, macramé aan de muur, de opkomst van de kleurentelevisie, de verboden lange broek op school, de Vietnamese bootvluchtelingen etc.
Curé schrijft in een aantrekkelijke, directe stijl en hanteert een vaak originele taal. Over de komst van Florentine op een hete septemberdag: ’Het was alsof ze de hitte in haar achterzak had meegenomen om iets te hebben dat haar zou herinneren aan haar land.’ De dag dat moeder haar in de nonnenschool inschreef, herinnert Leentje zich zo: ‘"U zult zien, mevrouw, onze meisjes bloeien hier allemaal open, allemaal groeien ze op tot flinke jongedames". Ik zag een groene weide vol geurige bloemen en Zuster Directrice met een gietertje in haar handen. Het liefst wilde ik een klaproos zijn. Rood was mijn lievelingskleur. Grijs werd mijn uniformrokje.’ Die rok, het symbool van haar rebellie, gaat uiteindelijk in een ludieke scène mee ten onder met haar kindertijd.
Leentje groeit in dit bildungsverhaal uit tot Leen. Ze beleeft geen uitzonderlijke avonturen, ze is ook geen buitengewoon diepzinnig of emotioneel overgevoelig kind. Karen Curés verslag over een belangrijke fase in een kinderleven is niet spectaculair, maar wel herkenbaar, warm spontaan en pittig. Dat vraagt om meer.
[Jet Marchau]
Monique Luijben
In 1975 gaat Leentje naar het laatste jaar van de katholieke basisschool van Woestkapelle. In haar klas zit een nieuwe leerling: Florentine. Ze komt uit Burundi en haar vader zou een prins zijn. Iedereen is onder de indruk van haar, behalve Leentje. Florentine hoeft zich niet aan de strenge schoolregels te houden en Leentje protesteert hier tegen. Als er een grote overstroming plaatsvindt, organiseert Leentje een ludieke actie waardoor het grijze uniformleven weer kleur krijgt. Ondanks het feit dat het verhaal zich afspeelt in het schooljaar 1975/1976 (strenge meisjesschool, de missie, Holly Hobbieposter) en in een Vlaamse setting (Koning Boudewijn) zullen de capriolen van de eigenzinnige en ondernemende Leentje herkenbaar zijn voor beginnende puberende meisjes. Op het omslag een silhouette van een meisje met Afrikaanse kleuren op de achtergrond. Met veel vaart en humor geschreven in gemakkelijke taal. Heerlijk boek over een buitenbeentje met een sterk karakter dat haar omgeving vaak tot wanhoop drijft. Vanaf ca. 11 jaar.
Elke Verhulst
ua/an/22 j
1975. Helene Withofs, Leentje, begint in september aan het zesde leerjaar. In haar school zitten allemaal deftige meisjes. Ze worden geacht zich netjes te gedragen en de schoolregels, zoals het dragen van een uniform, strikt na te leven.
Nu is er een nieuwe leerling in de klas, Florentine. Ze is afkomstig van Burundi en is de dochter van een Afrikaanse prins. Tussen Leentje en Florentine klikt het niet echt. Er bestaat een bepaalde aantrekkingskracht, maar toch kunnen ze elkaar moeilijk luchten. De verhalen die Florentine vertelt, kan Leentje maar met moeite geloven. En iedereen lijkt medelijden met Florentine te hebben. Als de strenge schoolregels voor Florentine niet van toepassing lijken te zijn komt Leentje in opstand.
De titel ‘Koningskind’ kan wat verwarrend overkomen. Florentine is immers een dochter van een prins, geen koning. Maar dit kan ook figuurlijk bedoeld zijn. Hoe Leentje en Florentine wedijveren met elkaar voor de aandacht van de juf, andere leerlingen, … Ze gaan met hun beiden ook Driekoningen zingen om geld in te zamelen …
Niet alleen dit originele uitgangspunt maakt het boek prettig om te lezen. Leentje is een personage met een grote dosis fantasie en ze droomt regelmatig weg. Dit levert soms grappige situaties op. Zoals bijvoorbeeld haar betrokkenheid in een reddingsoperatie tijdens een overstroming. Ze ziet zichzelf al als reddende engel in de krant staan wanneer ze het lumineuze idee heeft de rokken van haar medeleerlingen te gebruiken om zandzakjes van te maken. De directrice kan hier niet echt om lachen en het artikel dat in de krant verschijnt, is niet echt wat Leentje verwachtte. Zo zijn er wel meer verrassende wendingen. Jonge tienermeisjes zullen genieten van de dromerige Leentje die toch veel durft en voor zichzelf leert opkomen. Leentje is herkenbaar als pubermeisje dat leert met haar gevoelens en die van anderen om te gaan. Tegelijkertijd snuiven de jonge lezers de sfeer van de jaren ’70 op doordat er realistische details uit die tijd in het verhaal verwerkt werden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.