Moeders zijn gevaarlijk met messen
Do Van Ranst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2013 |
VERDIEPING 3 : STAMPKOT : YOUNG ADULT : VANR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2013 |
Thema: vrede en conflicten 7.5.VRE.SO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2013 |
Woord Jeugd Verhalen :
|
us/ug/23 a
Volgend jaar is het een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. In de Vlaamse jeugdliteratuur wordt de herinnering aan 'de grote oorlog' al jaren levendig gehouden. Nu liet ook Do Van Ranst zich door de loopgravenoorlog inspireren, en hij leverde een vuistdikke roman af die hoge verwachtingen wekt. Qua opzet en ambitie doetIedereen bleef brood eten denken aanAllemaal willen we de hemel van Els Beerten enKelderkind van Kristien Dieltiens, twee lijvige historische romans waarin verschillende personages afwisselend een deel van het verhaal vertellen. Allebei werden ze terecht bekroond voor hun literaire verdiensten.
Do Van Ranst heeft vooral zijn sporen verdiend met realistische verhalen in een hedendaagse setting. Titels alsMijn vader denkt dat wij levens redden enMoeders zijn gevaarlijk met messen behoren tot de beste jeugdboeken die de laatste jaren in Vlaanderen geschreven zijn. Dat niveau haaltIedereen bleef brood eten helaas niet.
Centraal in het boek staan een jongeman en een bakkersdochter uit Ieper. Aan het begin van het verhaal zijn ze verliefd, maar ze trekken met ruzie de oorlog in en de volgende vier jaar zal hun verzoening niet evident zijn. Terwijl Simon mee gaat vechten in de loopgraven, probeert Nelle als verpleegster haar steentje bij te dragen. Allebei worden ze getekend door het leed dat ze zien en meemaken, en hun liefde wordt bovendien bemoeilijkt door de jaloezie van Simon. Hun wederzijds verlangen blijkt echter groot genoeg om een paar flinke tegenslagen te overwinnen. Tussendoor horen Simon en Nelle af en toe nieuws van hun ouders, en zo krijgt de lezer ook inkijk in de ervaringen van vluchtelingen die tijdens de oorlog in het buitenland verbleven.
Marie Curie
Het boek komt moeilijk op gang. Alle typische ingrediënten van de Eerste Wereldoorlog passeren de revue: de verwoeste steden, de vluchtelingen, de loopgraven, de doden en gewonden, het veldhospitaal, enzovoort. Regelmatig krijg je het gevoel dat je dit verhaal al eerder hebt gelezen. De personages spreken dan nog te weinig tot de verbeelding om het relaas van de historische feiten tot een hoger niveau te tillen, en er zit veel herhaling in de beschrijvingen van al het bloed, al het gevaar, alle ellende. Als het de bedoeling was om de afstomping van de personages op de lezer over te dragen, is dat goed gelukt, maar echt pakkende literatuur levert het niet op, omdat het niet doorleefd voelt. Pas wanneer er wat originelere stukken in het verhaal komen, begint het echt te lopen. Nelle mag met een dokter mee naar Parijs om er Marie Curie te horen spreken, en laat zich zijn aandacht welgevallen. Simon wordt ondertussen door een aan morfine verslaafde vriend steeds verder in roekeloze missies betrokken. Nadat ze beiden lange tijd het noodlot konden tarten, slaat het uiteindelijk toe.
Het einde vanIedereen bleef brood eten is sterk, maar kan de zwaktes moeilijk doen vergeten. Zo is de vorm nogal rommelig. Soms worden de hoofdpersonages gevolgd door een verteller, soms nemen ze zelf het woord, en naar het einde toe duiken er een paar brieven op. De meerwaarde van die verschillende vormen is niet duidelijk. Ook stilistisch is de roman wisselvallig. De personages komen de dialogen vaak niet authentiek over, en vooral wanneer ze ruzie maken of met elkaar flirten, zijn hun gesprekken soms pijnlijk slecht geschreven.
Van Ranst is een talent in het schrijven van tragikomische hedendaagse romans, maar deze bloedserieuze thematiek gaat hem moeilijker af. De grote oorlog verdient het om met een beter boek herdacht te worden.
DO VAN RANST
Iedereen bleef brood eten.
De Eenhoorn, 448 blz., 22,50 ?. (15+)
Jan Van De Velde
i /un/20 j
Van Ranst (38) stelt vanavond om 20 uur in het Ringtheater zijn nieuw boekIedereen bleef brood eten voor.
'Het is een aangrijpend verhaal over jonge mensen die weggemaaid of verminkt worden door een nietsontziende oorlogsmachine', licht de schrijver toe.
'Voor Uitgeverij De Eenhoorn werkte ik anderhalf jaar lang intensief aanIedereen bleef brood eten, een roman die zich afspeelt tijdens de Eerste Wereldoorlog', zegt de auteur, die onder andere de belangrijke Deutsche Jugendliteraturpreis kreeg.
Zijn werk is niet alleen vertaald in het Duits, maar ook in het Deens, Zweeds en Koreaans.
Dit jaar verschijnt de filmSupernova, naar Do's romanMijn vader zegt dat wij levens redden, in een regie van Tamar Van den Dop.
Marita Vermeulen leidt donderdag de boekvoorstelling in. De auteur praat over het schrijf- en researchproces en zijn jeugdtheatergroep OverstekendWild vertolkt een theatrale opluistering.
Iedereen bleef brood eten is fictie voor 14+ . Kostprijs: 22,50 euro.
JAN VAN DE VELDE ■
31/10/2013
Iedereen bleef brood eten speelt zich af in de Westhoek, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Voor bakkersdochter Nelle en haar vriend Simon is de oorlog aanvankelijk een vaag idee. Hij rukt echter snel op, om al gauw een diepe bres te slaan in hun levens. Dat Van Ranst juist de minder bekende aspecten een hoofdrol toebedeelt, is zeker een verdienste.
Twee jonge mensen proberen hun levens vorm te geven in oorlogstijd. In vier grote delen en een uitgebreid slot doet Van Ranst hun verhaal. Nelle hoopt als vrijwilligster in een hospitaal meer zelfstandigheid te verwerven — al is haar aanmelding niet enkel ambitieus van aard. Simon blijft aanvankelijk nadrukkelijk aan de zijlijn staan, en ziet pas gaandeweg in zijn aanmelding als soldaat een kans om de trots van zijn vader voor zich te winnen en te tonen dat hij zijn leven in eigen handen neemt. Er gaat veel aandacht naar liefde en het gebrek daaraan. Met tal van nevenpersonages zet Van Ranst daarvoor de nodige pionnen uit.
In vier grote delen laat Van Ranst afwisselend Nele en Simon in de tegenwoordige tijd als ik-verteller aan het woord. De andere vertelt dan in de verleden tijd als hij/zij-verteller. Die alternatie remt op sommige momenten de leeservaring. De weinige tijdsaanwijzingen en het ontbreken van een duidelijke eigen stem of register per personage vergen van de lezer wel wat inspanning. Tegelijk creëert dat wisselende perspectief en die lichte verschuiving in tijd een zekere spanning. Hoewel het boek nergens gaat vervelen, zijn niet alle hoofdstukken even noodzakelijk voor het verhaal en verstoren enkele losse eindjes het geheel. De vele motieven zijn te bewust ingezet en houden het boek niet bijzonder bij elkaar.
Er zijn wellicht weinig dingen zo moeilijk te beschrijven als een oorlog — vooral voor wie er niet bij is geweest. Van Ranst moet het vooral hebben van veel woorden. Te veel soms. Zware woorden of onnatuurlijke dialogen ontsieren het verhaal. Nu en dan treft hij raak met sterke, filmische beelden; andere keren gaat hij precies daarin uit de bocht. Het sterkst blijft hij waar hij de personages tekent in hun jeugd.
Met het slot heeft Van Ranst duidelijk willen aangeven dat oorlog niet ophoudt wanneer de wapenstilstand intreedt. Hij bouwt gestaag aan een ingrijpender finale, maar slaat niet in het gezicht. Het échte leed ligt net onder de oppervlakte en sijpelt stil tussen al het oorlogsvertoon. In het laatste deel komt hij, met een aangrijpende schets van een geraakt gezin, veel dichter op zijn eerder werk te zitten, en in die psychologische schetsen is hij onmiskenbaar het sterkst. Vraag is dus of de bijna vierhonderd voorgaande bladzijden niet tot een pak minder hadden kunnen worden gereduceerd. Daarmee had hij dan hoofdzakelijk in oorlogsbeschrijvingen moeten schrappen — en net die achtergrond is voor de hedendaagse jonge lezer niet meer vanzelfsprekend. Al leeft oorlog wellicht bij al wie het nooit beleefde eerder feitelijk en fragmentarisch.
(Dit is een abstract van een artikel van Frauke Pauwels. De volledige tekst is verschenen in De Leeswelp 5, 2013.)
[Frauke Pauwels]
W. van der Pennen-Schleicher
De prille relatie tussen Nelle en Simon komt tijdens de Eerste Wereldoorlog onder druk te staan als Nelle besluit zich aan te melden als verpleegster aan het front. Simon wil zich afzijdig houden van het geweld, maar neemt toch dienst om zijn vader te tonen dat hij niet laf is. Gedurende de oorlog zien zij elkaar zo nu en dan; Simon veinst zelfs kwalen om naar het hospitaal te mogen waar Nelle werkt. Beiden raken ernstig gewond. Nelle neemt na de oorlog de zorg op zich voor Simon en zijn ouders. De oorlog wordt omschreven in al zijn gruwelijkheid. Het verhaal is opgebouwd uit vijf delen; daarbinnen wisselen hoofdstukken die geschreven zijn in zowel de ik-vorm als de hij/zij-vorm vanuit Nelle en vanuit Simon elkaar af, waardoor de lezer de aangrijpende gebeurtenissen van meer kanten leert kennen. Deze perspectiefwisselingen, maar ook het tijdsverloop, maken dat de lezer wat moeilijk in het verhaal komt. Een ontroerend verhaal over liefde, schuldgevoel en heldendom, voor ervaren lezers vanaf ca. 15 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Ieper, 1914. Als koppeltje van een jaar of twintig kijken Simon en Nelle op een heel verschillende manier tegen de oorlog aan. Simon wil er zo ver mogelijk van verwijderd blijven, Nelle wordt er door aangetrokken. Uiteindelijk bezwijkt Simon onder de druk van zijn vader, die door z’n verbrijzelde arm enkel aan theoretische oorlogsvoering kan doen. En vlucht hij voor zijn moeder, die de kelder niet meer uitkomt. Aan de zijde van zijn heel wat heldhaftigere vriend Kamiel maakt Simon kennis met de waanzin van het leven - en vooral sterven - in de loopgraven. Simon overleeft, fysiek althans. Geestelijk zijn zowel hij als zijn ouders verminkt door de oorlog. Nelle van haar kant ontvlucht haar burgerlijke toekomst en trekt vastberaden als verpleegster naar het front. Om daar geconfronteerd te worden met een eindeloze stroom van doden en verminkten, met een ton van afgezette ledematen die elke dag leeg gekieperd moet worden, met een arts die soldaten een nieuw gezicht probeert te geven, ter meerdere eer en glorie van zichzelf.
Bijna 500 bladzijden lang stort Do van Ranst de gruwel van deze oorlog over je uit. In een monotone en niet aflatende cadans volgen aanvallen en slachtoffers elkaar op. Heel soms heb je het als lezer wel even gehad met deze eindeloze stroom, tot je beseft dat het ongetwijfeld zo was, en de auteur er in slaagt dit ook over te brengen. Evenals de gevolgen van deze grote oorlog. Want iedereen bleef dan wel brood eten, tijdens en erna, m.a.w. het leven ging door, maar zelden als voorheen. De stijl van Van Ranst is behoorlijk sec, waardoor alles nog des te harder aankomt. De structuur is ingewikkeld, met een voortdurend wisselend standpunt en tijdskader, maar interessant om de twee snelheden van de hoofdpersonages weer te geven.
In de memorialgolf die in 2014 zal losbarsten, verdient dit boek absoluut een plaats. Als historisch document, als één van de weinige jeugdromans over die eerste oorlog, als tijdloos verhaal over relaties. Bovendien in een zeer verzorgde uitgave.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.