De voorlezer van de sultan
Inez Van Loon
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : VANL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LOON |
Magazijn |
Clavis, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VANL |
31/05/2013
Na een serie avonturenverhalen over een groepje skateboarders en het verhaal over de Chinese Li en haar grootmoeder Mei, verdiept Inez van Loon zich in de Russische geschiedenis. Twee periodes worden met elkaar geconfronteerd: de tsarentijd tussen 1914 en 1917 en Rusland onder het communistische regime rond 1932.
Centraal staat het Alexander Paleis nabij St.-Petersburg (in 1917)/Leningrad (in 1932). Na het gedwongen vertrek van de tsarenfamilie in 1917 is dit luxueuze paleis anno 1932 opengesteld als museum. Lara, dertien jaar oud, helpt er haar tante gedurende een paar dagen met poetswerk. Zij raakt er gefascineerd door het leven van de vier tsarendochters en voelt een speciale sympathie voor de oudste, grootvorstin Olga. Die oudste dochter van tsaar Romanov dwaalt als een vriendelijke geest rond in haar vroegere thuis, volgt Lara en laat toe dat zij in haar spullen snuistert. Zo vindt Lara Olga’s dagboek, maar wanneer ze ei zo na betrapt wordt en het schriftje niet meer op tijd terug kan leggen, moet ze het wel verbergen.
Lara’s thuis staat in fel contrast met het weelderige paleis. Zij woont met haar tante en oom in een armoedige tweekamerflat. Keuken en badkamer moeten ze delen met de buren. Lara’s moeder is overleden en haar vader, een door Stalin vogelvrij verklaarde ‘koelak’ of zelfstandige boer, is door het regime opgepakt en veroordeeld tot tien jaar dwangarbeid in een strafkamp in Siberië. Over het verleden wordt thuis of met vrienden niet gepraat, want één verkeerd woord is voor de communistische partij voldoende voor harde maatregelen.
Op school regeren ‘de pioniers’, de jeugdbrigade van de partij. Omdat ze haar vader niet ontrouw wil zijn, weigert Lara om toe te treden. Als represaille wordt ze van school gestuurd en lijkt ze voorbestemd om in de machinefabriek te gaan werken. Boris brengt redding: hij introduceert zijn vriendinnetje bij zijn tante die de kostuums voor het Mariinsky theater in Leningrad ontwerpt. Lara ontdekt er de link tussen haar moeder, het theater en de Romanovs. Zestig jaar later, na een carrière als kostuumontwerpster, gaat Lara met haar kleindochter terug naar het paleis en kan ze het dagboek van Olga aan het museum teruggeven.
Lara is te weinig in de feitelijke geschiedenis gekaderd om een echt historisch verhaal te zijn. Toch is de sfeer uit twee belangrijke tijdperken goed getroffen. Het contrast tussen de uitzinnige weelde van de tsarenfamilie en de armoedige situatie van de burgers onder het communistische regime komt in details tot leven. De barre weersomstandigheden, de eeuwig dronken buurman, de troosteloze toestanden in de school en het schrikbewind dat er gevoerd wordt, dragen mee tot de sfeerzetting en de uitzichtloosheid van Lara’s toekomst. Het contrast met het nabije verleden wordt duidelijk door de heimelijk gevoerde gesprekken met ‘baboesjka’, de oma van haar vriendin en vroegere gravin.
De mijmeringen van Olga lichten een tipje van de sluier rond het rijkelijke leven van de tsarenfamilie, met de nodige relativering waar het de opvoeding van de kinderen betreft. De terloopse verwijzingen naar Olga’s lectuur van Tolstoj en Victor Hugo zorgen voor een vage datering, net zoals de foto van danseres Ana Pavlova, die de rode draad in Lara’s leven is.
Decadentie, zoals Alexei die druivenpitten in de punchbowl spuwt of de zilveren badkuip van de grootvader, staat tegenover de bijna Spartaanse opvoeding van de meisjes. Af en toe komt Raspoetin zijn opwachting maken om een handoplegging te doen, maar zijn eigenlijke rol blijft duister. De jonge Olga, die in de ik-persoon terugblikt en toch een rebelse, aan politiek geïnteresseerde meid is, kan hem nog onvoldoende inschatten.
Of Olga als geest echt nodig was, valt te betwisten, maar het maakt Lara’s ervaring wel spannender en levendiger dan een heimelijke inkijk in een dagboek. De spookverhalen die in 1932 rond het paleis van de Romanovs opdoken, maakt de geest zelfs aannemelijk. Haar ene verkeerde zijsprong — zij verlaat haar habitat, het paleis, om Lara naar huis te volgen — wordt haar vanwege de sfeerzetting vergeven.
De taal ondersteunt niet altijd die levendige historische voorstelling. Dialogen blijven te veel hangen in het strakke stramien van ‘zegt hij’, ‘fluistert zij’, ‘gaat zij schamper verder’ etc. Sentimentaliteit en oubollig taalgebruik liggen op de loer in zinnen als ‘er wellen tranen op in Lara’s ogen en overmand door verdriet zakt ze neer op de bureaustoel’. Maar tieners die daar overheen lezen, krijgen een beeldende introductie in twee belangrijke periodes uit de Russische geschiedenis.
[Jet Marchau]
S.E. van Zonneveld
Rusland, 1932. De 13-jarige Lara woont met tante Irina en oom Ivan in een armoedige eenkamerflat. Moeder is overleden en vader zit in een werkkamp in Siberië. Tante is al jaren schoonmaakster in het Alexander Paleis, waar de laatste tsarenfamilie heeft gewoond. Als Lara een paar dagen meehelpt, bespeurt zij de aanwezigheid van een geest en hoort zij vreemde geluiden. Zij gaat op onderzoek uit en vindt de dagboeken van grootvorstin Olga, de oudste dochter van de tsaar. De auteur schetst een beeld van het dagelijks leven tijdens het strenge bewind van Stalin. Het is een verhaal over antikapitalisme, monddood maken van de bevolking, verraad, verbanning en strijd om het bestaan, maar ook over vriendschap, trouw en toekomstdromen. Ondanks de heersende minachting voor de tsarenfamilie raakt Lara in de ban van het Paleis en zijn bewoners, en Olga’s dagboekfragmenten doen de familie tot leven komen. Aan het eind blijkt dat burgermeisje Lara en grootvorstin Olga toch iets gemeen hebben. Achter in het boek worden moeilijke begrippen en Russische woorden verklaard. Vanaf ca. 12 jaar.
Gert Broeckx
ua/an/22 j
Dit verhaal speelt zich af in het communistische Rusland tijdens het bewind van Stalin in 1932. Stalin heeft het land in zijn greep. Niemand durft kritiek te uiten op het regime want je wordt meteen verklikt en op transport naar Siberië gezet. Lara's vader moet tien jaar werken in Siberië. Haar moeder was het dienstmeisje van grootvorstin Olga, en is reeds overleden. Lara woont bij tante Irina en oom Ivan. Haar tante is werkster in het Alexander Paleis, de vroegere verblijfplaats van de tsarenfamilie. De tsaar en zijn gezin werden gevangen genomen in 1917, naar Siberië gestuurd en geëxecuteerd. Wanneer Lara haar tante een dagje gaat helpen in het paleis maakt ze kennis met de vroegere rijkdom en glorie van de tsarenfamilie. Ze snuffelt stiekem rond in de kamers van het paleis en ontdekt per toeval één van de dagboeken van grootvorstin Olga. Uit schrik voor het regime besluit ze het te verstoppen en zestig jaar later kan ze het terug bezorgen met de hulp van haar kleindochter Nadia.
Mooie historische jeugdroman. Hij leest zeer vlot. De levens van Olga en Lara worden parallel beschreven. De ene leeft als grootvorstin in een gouden kooi, onwetend over de volksopstanden buiten het paleis. Terwijl Lara leeft in een communistische samenleving waarin mensen tegen elkaar opgezet worden en die grote armoede, werkloosheid en vooral angst kent. Lara heeft echter haar weg gevonden wanneer ze naaister mag worden in het Theater van Sint Petersburg.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.