Tijdmachines : over de technische onderwerping van vergankelijkheid en duur
René Munnik (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Klement, cop. 2013 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 157.2 MUNN |
Besprekingen
30/11/2013
De auteur, filosoof, verontschuldigt zich op voorhand voor het feit dat er niets nieuws in zijn boek staat. En inderdaad, de bijna 400 bladzijden lange verkenning van onze hedendaagse cultuur bevat geen ‘vondsten’ op zich. Maar de conclusie die uit de verkenning wordt getrokken is wél origineel.
Nu ja, origineel … De filosofie die zich over het vraagstuk van de techniek buigt, kwam uiteraard al eerder met gelijkstemmige geluiden aandraven. Het is een evidentie dat de technologische omgang met de wereld een radicaal ander uitzicht op die wereld biedt en dat onze bestaanservaring er even radicaal door is getekend. Tragiek werd onherroepelijk techniek.
Dat laatste proces duurde zo’n 25 eeuwen. Toen in de zesde eeuw v.C. in Klein-Azië enkelen zich erop gingen toeleggen de dans der dingen te begrijpen zonder de tussenkomst van wispelturige goden, aan de hand van een systeem van uitgangspunten en logische afleidingen, toen werden de eerste stenen gelegd van een traditie die uiteindelijk de moderne wetenschappen zou baren. Velen geloven nog steeds dat die wetenschappen en de daaraan gekoppelde technische mogelijkheden ons definitief zullen verlossen van all things irrational, desnoods zelfs religie. Wat anderen echter zien gebeuren is eerder een failliet van de vooruitgangsgedachte, samengevat in het alom gekende maar zo moeilijk te begrijpen woord ‘post-modern’. We zijn dan nog wel modern en onze wereld wordt nog steeds volledig betekend door de wetenschappen, maar we merken dat de moderne idealen zichzelf onderuithalen.
De auteur van dit boek vult dat ‘post-modern’ — zonder die term zelf te hanteren — in met behulp van wat hij zijn ‘protohypothese’ noemt, namelijk: 'In de mate waarin wij onszelf als rationele wezens realiseren en onze wereld rationeel inrichten, in die mate neemt onze wereld een steeds mythischer gestalte aan.' De auteur bedoelt daarmee, denk ik althans, dat de techniek een punt heeft bereikt waarop we zelf niet langer weten wat we met onze wereld en onszelf aanmoeten. De (morele, politieke…) dilemma’s waarvoor de wetenschap ons plaatst, vinden geen oplossing binnen het bereik van ons geweten, onze wijsheid.
Die 2500 jaar geschiedenis van het westerse denken en de westerse cultuur, die we trouwens ineens ‘metafysica’ kunnen noemen, hebben een eerbiedwaardig aantal scherpe onderscheiden in de wereld aangebracht waardoor we die laatste gezamenlijk konden beheersen. Het gaat dan over waar/vals, goed/slecht, levend/dood, mens/dier, eeuwig/tijdelijk, geschiedenis als lineaire vooruitgang/primitieve cyclische tijd, spiritueel/materieel, begrip/metafoor, beweging/stilstand, origineel/kopie etcetera. Het hele boek van Munnik kan worden gelezen als een welbespraakte, uitvoerig geïllustreerde en van een benijdenswaardige eruditie getuigende uitwerking van hoe deze tijd geconfronteerd wordt met de ‘overtreding’ van die zorgvuldig geïnstalleerde onderscheiden. Nogmaals, het is de technologie als zelfverklaard hoogtepunt van de metafysica die haar eigen systeem grondig ondermijnt.
Dit leidt tot een vervaging, een verwarring die volgens de auteur de cultuur teruggooit in de mythe. Het mythische moet dan begrepen worden als naam voor een cultuur die geen logische, rationele structuur (meer) kent. Apollo die in zijn eigen overdrijving Dionysos wordt. Niet dat de wetenschap zelf fundamenteel irrationeel is en nu pas haar ware aard toont — dat is volgens de auteur een misvatting. Het zijn de excessen van de ratio die haar eigen verwezenlijkingen ongedaan maken.
Tijdmachines is een boeiende, eigenzinnige verkenning van onze hele cultuur aan de hand van een originele stelling. [Erik Meganck]
Elleke de Boer
'In de mate waarin wij onszelf als rationele wezens realiseren en onze wereld rationeel inrichten, in die mate neemt onze wereld een steeds mythischer gestalte aan.' Deze stelling probeert de auteur, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Twente en universitair docent wijsbegeerte aan de Tilburg School of Catholic Theology, door middel van dit boek aanvaardbaar te maken als hypothese. Na uit te leggen wat hij onder 'rationaliteit' en 'mythe' verstaat, zet hij een historische lijn uit die kan worden samengevat onder de noemer 'strijd tegen de tijd'. Technologieën zoals de fonografie, fotografie en cinematografie noemt hij 'tijdmachines' omdat ze 'flarden' (zoals stemmen en gestaltes) fixeren en op die manier aan de vergankelijkheid onttrekken. Die flarden worden dankzij de nieuwe media alleen maar levendiger en directer. De auteur vraagt zich af of dit uiteindelijk het einde van een tijdperk dat 'geschiedenis' genoemd wordt, met zich meebrengt. Vooral toegankelijk voor filosofisch geschoolde lezers.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.