Wacht! : het anti-verveelboek van Tante Bees en Tante Toes
Mieke Dobbels
Mieke Dobbels (Auteur), Vicky Lommatzsch (Auteur), Sabien Clement (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : BRAV |
Eline Declercq
rt/aa/08 m
Een boek schrijven stond al heel lang op mijn verlanglijstje, zegt actrice Mieke Dobbels, die met Brave kinders debuteert als schrijfster. Sinds ik kan lezen, heb ik tal van kinderboekjes verzameld. Zo heb ik er nog een paar van mijn grootmoeder liggen. Nogal grove verhalen, maar die vind ik fantastisch. Zo herinner ik me het verhaal van een jongen die maar bleef duimzuigen tot zijn duim gewoon werd afgehakt. Hilarisch vond ik dat. Tegenwoordig wordt alles gecamoufleerd, wat het alleen maar erger maakt. Kijk maar naar Klein klein kleutertje waarvan men ondertussen al een brave versie gemaakt heeft.
Voor Brave kinders werkte Mieke Dobbels samen met de Gentse Vicky Lommatzsch. De illustraties zijn van de hand van Sabien Clement, afkomstig uit Marke. Onze mannen voetballen samen en langs de zijlijn zijn Vicky en ik vriendinnen geworden, lacht Mieke Dobbels. We ontdekten al snel dat we allebei een enorme liefde voor taal hebben. Vicky en ik houden van een apart type van verhalen en delen dezelfde humor. Een jaar lang zaten we elke vrijdag samen. We hebben gegrasduind in mijn collectie kinderboeken en trokken regelmatig naar de bib... We zijn trouwens heel schatplichtig aan de historiek van kinderverhalen.
Brave kinders is niet enkel een boek voor kinderen, ook volwassenen komen er in aan bod. Ook de ouders worden al eens op de vingers getikt. Sommige verhalen zijn best wel gruwelijk. Het enige dat we probeerden te vermijden, is dat kinderen sterven. En toch gebeurt het één keer. Tijdens Theater aan Zee vorig jaar hebben we onder andere Magere Hein tot leven gewekt, die van het ene op het andere moment weigert om nog te eten en uiteindelijk sterft. Wordt Magere Hein dan direct een skelet?, was de vraag die toen vanuit het publiek kwam. Ook kinderen moeten daar dus hard om lachen.
Brave kinders is opgebouwd van a tot z. Elke letter van het alfabet staat voor een kind, gaande van Anna tot Zoë, dat een bepaald probleem heeft of iets stouts doet. Tante Bees en Tante Toes bemoeien zich er telkens mee. Tante Bees en tante Toes hebben zelf geen kinderen en dat is eraan te zien, lacht Mieke Dobbels. Inspiratie voor de personages in het boek heb ik onder meer uit mijn kindertijd gehaald. Af en toe zit er ook iets van mijn dochter in of van haar neefjes die iets ouder zijn, maar ik put ook inspiratie uit volwassenen. Zo is Titus Durfal gebaseerd op mijn collega-acteur Titus De Voogdt, die maar niet kan stilzitten, lacht Mieke Dobbels.
Jozefien Van Beek
rt/aa/27 m
Tante Bees - "zit goed in het vlees (...) is dol op uitbundige feestcomités" - en Tante Toes - "is allergisch voor gekonkelfoes (...) doet soms een scheutje whisky in haar chocomousse" - weten raad bij ongehoorzaamheid. Ze geven de kinderen een straf die ze nooit zullen vergeten. De ondertitel van het boek is niet voor niets 'Het pedagogisch onverantwoord voorleesboek'.
Mieke Dobbels en Vicky Lommatzsch verwerken het oude thema van stoute kinderen die door een goede rammeling weer op het rechte pad komen op hedendaagse wijze in een mooi vormgegeven boek met leuke illustraties van Sabien Clement.
Nachtje in de cel
Hieronimus van Alphen had voor zijn tijd een moderne visie op het kind en het ouderschap: 'Jantje zag eens pruimen hangen, O! Als eieren zo groot', maar het kind kan zich inhouden en krijgt als beloning pruimen én de liefde van zijn vader. Dobbels en Lommatzsch beschrijven een humoristisch anachronistische pedagogische kijk: de kinderen krijgen een disproportioneel zware straf en zullen het nooit nog in hun hoofd halen om ondeugend te zijn. Stoute Anna verdrinkt bijna, Luie Frans eindigt als dakloze op de koude straatstenen, Cedric Stouterik moet een nachtje brommen in de nor. Maar ook fysieke pijn wordt de kinderen niet bespaard. Yvo laat de deur altijd openstaan, dus monteren de tantes een grote veer op de deur: "En... BAM! De deur sloeg dicht! Yvo kreeg hem recht in zijn gezicht! Bovendien was hij helemaal klem geraakt, en werden alle botten in zijn lijf gekraakt." En Magere Hein moet niet denken dat hij iets anders voorgeschoteld zal krijgen dan de soep die hij niet lust. Hij sterft eenvoudigweg de hongerdood. De overdrijving is zo grof en extreem dat ze komisch wordt.
Bovendien zorgde Sabien Clement - die eerder al een Boekenpauw en een Gouden Uil kreeg - voor fijne illustraties. In eenvoudige lijnen en enkel zwart en rood maakt ze van het boek een consequent sober, maar stijlvol en mooi geheel. Tekeningen en tekst lopen soms organisch in elkaar over. Een fijn boekje voor brave kinders en hun ouders.
Rudy Tollenaere
rt/aa/05 m
GENT Actrice Mieke Dobbels en copywriter Vicky Lommatzsch leerden elkaar kennen als 'voetbalvrouwen'. Niet dat hun mannen in eerste klasse spelen en zij de voetbalbabes zijn... 'Het gaat om zaalvoetbalploeg Rode Ster Eendracht Vooruit. Hun strijdkreet isGeef clement een zak cement ', grapt Mieke Dobbels, vlak na een voorleessessie met een vijftigtal gezinnen met kinderen in het Huis van Alijn.
'Tijdens onze gesprekken, wanneer we naar onze voetballende mannen gingen kijken, bleek dat we dezelfde passie voor taal hadden, ook hetzelfde gevoel voor humor en dat we er eigenlijk allebei van droomden ooit een kinderboek te maken.'
Afhakken
Dat het een ietwat stout kinderboek werd, komt omdat Mieke Dobbels van haar grootmoeder een hele stapel oude kinderboeken reeg. 'Die verhalen waren soms gruwelijk en grof. Als er in die verhalen een kind was dat aan zijn duim zoog, dan werd daar niet al te psychologisch en genuanceerd kleurrijk over gedaan. Ze zagen de dingen toen redelijk zwart-wit. Afhakken dat ding!'
Zo'n vaart loopt het in de korte verhalen van Dobbels en Lommatzsch niet, 'maar het is allemaal wel grappig en toch niet al te omzichtig'.
De twee hullen zich wel in het personage van Tante Bees en Tante Loes, waardoor ze wel iets 'stouter' uit de hoek kunnen komen dan ouders met hun kinderen kunnen.
Vicky Lommatzsch: 'Er zijn 26 verhaaltjes. Eén per letter van het alfabet. En het gaat altijd over een of ander stoutigheidje. Lotje met de Lange Tong, Viola Snoepdoos, Jefke Pulkneus...'
Sabien Clement is de derde speler in het verhaal. De illustratrice gaf de twee tantes een gezicht. Clement: 'Ik kon me meteen heel goed vinden in de verhaaltjes en als illustratrice vind ik dat heel belangrijk. Want het is altijd worstelen om vanuit de verhalen naar een tekening te komen als die verhalen niet van jezelf zijn. Maar hier werd ik echt vrolijk bij het tekenen. Ik heb de tantes groter gemaakt, waardoor ze ook expressiever worden en aan kracht winnen.'
15/06/2013
Brave kinders. Is dit een verwijzing naar Soepkinders van Gerda Dendooven? Ook zij heeft een boon voor ondeugende en rebelse kinderen. Want natuurlijk gaat dit boek over stoute kinderen. Die zijn in de mode en met brave kinderen kun je in kinderboeken vandaag weinig aanvangen. De flaptekst kondigt aan dat het over ‘verschrikkelijk, maar dan ook verschrikkelijk stoute kinderen’ gaat. Het boek is zelfs ‘niet voor gevoelige lezers’. Nou, dat valt allemaal best mee. De kinderen in dit boek kunnen niet tippen aan voorbeelden als Marieke Appelgat of Piet de Smeerpoets, ook al doen de auteurs nog zo hun best om hen te imiteren. In dat imiteren steekt overigens de eerste zwakke kant van het boek: origineel is het allerminst, eerder een flauw afkooksel. Van A tot Z, van Stoute Anna over Magere Hein en Otto Pestkop tot Zoë die er een zootje van maakt, ze zijn allemaal even gekunsteld en flets. Bovendien wordt de rebellie geregeld in de kiem gesmoord door een moraal: luie Frans komt als bedelaar onder een brug terecht en het vers over ‘Gust Strontverwend’ eindigt zelfs expliciet met ‘zo zie, zo wordt hebberigheid bestraft.’ Misschien is het allemaal wel ironisch bedoeld...
Het ergerlijkst zijn de teksten, die nergens boven het niveau van banale rijmelarij uitkomen. Het eerste gedicht over Stoute Anna loopt meteen kreupel: ‘In plaats van braaf haar sommen te maken / deed ze niks liever dan klasgenootjes vermaken.’ Het slot is een grote ontgoocheling: stoute Anna sukkelt in het water, maar wordt net op tijd door de tantes gered. Het ‘bijzonder sterk verhaal’ dat voorspeld werd, valt letterlijk in het water. Wie hoopt op beterschap, zal de grootste moeite hebben om het boek uit te lezen: storende opvullers, gerforceerde of voorspelbare rijmen, kromme zinnen, fletse beelden en talrijke dialectwoorden, je vindt ze allemaal in overvloed. De volgende citaten zijn typerend voor het belabberde niveau: ‘Op een dag was het oudje een beetje moe, / het was rustig en ze deed haar ogen toe. / Dat had Cedrik natuurlijk in de mot… / Hij gaf de fruittafel een enorme sjot.’ Of nog ‘Als mama buiten was en zij zat binnen, / kon haar loeiende sirene al beginnen. / ‘Mamake waar ga jij heen? Laat mij toch niet alleen! / Blijven wij niet bijeen? Dat vind ik echt gemeen!’ Tussen de verzen door staan enkele recepten of opdrachten, maar ook die missen alle creativiteit: de groentesoep is heel klassiek en moet overigens door ouders gemaakt worden. En wat te denken van een opdracht als de volgende: ‘Teken maar eens een heleboel / familieleden met hun lelijkste smoel.’ Het boek eindigt met een soort naschrift over het ontstaan ervan: ‘zonder veel gezwans […] hadden de tantes zelf een boek’. Dat klopt dus niet want 'gezwans' krijg je hier in overvloed. Of dit prentenboek van Tante Tees en Tante Toes pedagogisch onverantwoord is, laat ik in het midden. Esthetisch onverantwoord is het in elk geval.
Het is zonde van de onvergetelijke tekeningen van Sabien Clement: dikke en dunne tantes, een spel met vormen en figuren en dat alles in zwart, wit en rood. Haar vrolijke, schalkse kinderen zijn een verademing bij al die zouteloze rijmelarijen. [Jan Van Coillie]
Ton Jansen
Na de portretjes van Tante Bees en Tante Toes trekken in alfabetische volgorde 26 belhamels – van stoute Anna (die de klas op stelten zet) tot Zoë maakt er een zootje van (ze ruimt haar kamer nooit op) – voorbij. Daarnaast drie recepten, een uitnodiging om de allerbeste smoes te verzinnen en een tekenopdracht, waarbij je het lelijkste smoeltje in een spiegel in het boek kunt tekenen. De verhalende gedichten zijn wisselend van lengte, de meeste verzen zijn kwatrijnen (gepaard rijm). De ‘stem’ van Annie M.G. Schmidt is nooit ver weg. Soms sijpelt de Vlaamse achtergrond door in het taalgebruik (ambetant, ambras). Humor en zwartgalligheid zijn aanwezig, ook in de illustraties. Door vormgeving en de sprietige/zwierige in de kleuren rood, zwart en grijs ingekleurde pentekeningen ziet deze fraai uitgegeven bundel er kunstzinnig uit. Het is geen boek om in een ruk uit te lezen, maar wel om gedoseerd een vervelend kind ten tonele te voeren. De ondertitel ‘Het pedagogisch onverantwoord voorleesboek van Tante Bees en Tante Toes’ duidt de inhoud nauwkeurig. Vanaf ca. 5 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Tante Bees en Tante Toes zijn twee tantes van het ouderwetse kaliber, die samen een boek schreven over stoute kinderen. In 26 verzen - eentje voor elke letter van het alfabet - worden evenveel kinderen aan de lezer voorgesteld, telkens vergezeld van een zwierige illustratie van Sabien Clement. Zo komt Viola Snoepdoos aan bod - haar naam zegt zelf al waarvoor ze bestraft wordt - , Anna die altijd te veel babbelt, Quinn het liegebeest en ga zo maar door. De ouderwetse en speels belerende toon geeft het geheel een humoristisch tintje en doet denken aan Annie M.G. Schmidt. Tussen de verzen door vind je nog een aantal recepten, een spiegel om de meest vieze smoelen in te tekenen en een blad om de beste smoezen te noteren. Voor de ene een meerwaarde, voor de andere overbodig.
Misschien had ik te hoge verwachtingen bij het verschijnen van dit boek (een samenwerking met Sabien Clement, een onverantwoord pedagogisch boek, …), maar het is toch van een ander niveau dan gedacht. Het rijm loopt vaak stroef, de zinnen zijn weinig ritmisch en ook de bestraffingen zijn soms een beetje ongeloofwaardig. Misschien ligt het aan de ondertitel die verwachtingen schept, maar je vindt in dit boek niet het soort ongeloofwaardigheid waar sommige auteurs met hun vlotte pen vlotjes mee wegkomen.
De samenwerking met Sabien Clement is wel een schot in de roos. Haar lichte penstreken en zwierige lijnen geven het boek de ondersteuning die het soms nodig heeft. De humor die vaak doorheen de lichte opbouw schemert wordt door haar illustraties versterkt. Ook een pluim voor de strakke vormgeving met vooral witte en rode kleuren en een wisselend speels lettertype.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.