Tegenwoordig heet iedereen Sorry
Bart Moeyaert
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2021 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : MOEY |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13799 |
Sofie Mulders
rt/aa/20 m
Het verhaal is eeuwenoud. En nu weer heerlijk nieuw. Iemands lief is Bart Moeyaerts persoonlijke bewerking van L'Histoire du soldat, een compositie uit 1918 van Igor Stravinsky met een libretto van de Zwitserse schrijver Charles Ferdinand Ramuz.
"Het verhaal gaat over verlies, en dat wilde ik al in de titel zien", zegt Bart Moeyaert. "Tegelijk moet die ook iets hartverwarmends oproepen. We zijn allemaal iemands lief. En als het lief van vroeger er niet meer is, kun je nog altijd kiezen voor een ander lief. Of dat dan de juiste keuze is, zal de soldaat ontdekken op het einde van het boek."
Moeyaert schreef zijn bewerking twee jaar geleden op verzoek van de Nederlandse violiste Janine Jansen. Een briljante muzikante, vindt Moeyaert. Met haar en zeven andere muzikanten bracht hij Iemands lief op 30 december 2011 live in Utrecht. Eén keer maar. Daarna besloot Moeyaert dat zijn tekst ook voor eeuwig op papier moest. En dat hij Korneel Detailleur voor de illustraties wilde. "Ik hou van zijn vormentaal. Bij hem heeft een hert drie poten, omdat het voor een net iets mooiere verhouding zorgt. Korneel creëert een vorm van kaalheid zonder dat het kil wordt. Toen ik merkte dat onze neuzen duidelijk in dezelfde richting staan, zei ik tegen hem: 'Het is een volwassenenboek. Het mag voor kinderen zijn, maar zij zullen het lastig vinden. Doe maar wat daar bij past.' En dat heeft hij fantastisch goed gedaan, vind ik."
L'Histoire du soldat werd geschreven vlak na de Eerste Wereldoorlog. Het moest dienen als een reizend volksconcert, om de mensen te vermaken. Om het betaalbaar te houden werd het opgevoerd in een kleine bezetting. Stravinsky en Ramuz hadden het Frans als voertaal. "In hun compositie zitten momenten waarop de tekst echt op de muziek geschreven is. Het is bijna onmogelijk om dat te behouden in het Nederlands. Maar je kunt wel een eigen muzikale tekst creëren. Ik heb het melodische gezocht in de ritmiek van klanken die spelen met elkaar. Het rijmt, maar tegelijk ook niet. De tekst versnelt en vertraagt, zodat je af en toe de tred van de soldaat voelt. Puur genot voor een schrijver, om die puzzel te kunnen leggen. Soms zocht ik dagen naar de juiste maten, en als ik ze gevonden had, danste ik van pure vreugde rond de tafel. Voor de eerste keer merkte ik dat er ook vanzelf veel humor in de tekst sloop. Laconieke humor weliswaar. Woordspelletjes en scheve grappen, zodat het verteerbaar is, maar tegelijk ook stevig aanvoelt."
Verloren kansen
Om de oorlog uit het oorspronkelijke verhaal is het hem niet te doen. Moeyaert maakt abstractie van de kanonnen en de landenstrijd uit L'Histoire du soldat. Waar het wel om gaat, is iemand die zijn toekomst is verloren. "Soldaat Benjamin Popov mag tijdens de oorlog twee weken naar huis en denkt: ik ga het geluk van vroeger terugvinden. Zijn verleden is voor hem de toekomst. Maar door alles wat er is gebeurd, is niets meer zoals vroeger. Sterker nog: hij komt iemand tegen die hem ervan overtuigt om nog niet meteen naar huis te gaan. Zonder dat hij het beseft, kiest hij voor roem, geld en het materiële leven, en ziet hij zijn kansen compleet verloren gaan om weer bij zijn oude liefde en zijn oude leven te komen. Dat spreekt me aan tot in mijn binnenste. Door het stadsdichterschap heb ik nog steeds het gevoel dat ik zó hard heb geleefd voor een stad en haar mensen dat ik mezelf toen ben vergeten. Mijn ziel verkocht heb zelfs."
Vijf jaar geleden is het ondertussen dat Moeyaert zijn stadsdichterschap voor Antwerpen beëindigde. Maar hij blijft het met zich meedragen. Het zit onder zijn vel. Het heeft er zelfs ingekerfd.
"Ik heb in die twee jaar zo hard in het leven gestaan, en zo veel lelijkheid en schoonheid gezien, dat de impact ervan gigantisch is geweest. De jaren 2006-2008 zijn mijn eigen oorlog geweest. En ja, dat komt naar boven in mijn verhalen. In Iemands lief, maar ook in De Melkweg. Natuurlijk ging dat boek over kinderen en hun afwezige moeder, maar nu, twee jaar later, kan ik niet anders dan vaststellen dan dat het vooral ging over hoe ongelooflijk eenzaam ik ben. Hoeveel mensen ik ook rondom me heb, ik kan maar niet uitleggen wat er zich afspeelt in mijn hoofd. Dankzij Iemands lief kan ik dat weer wat duidelijker maken. Daarom was ik ook zo enorm blij met die liveopvoering, al was het maar één keer. (glimlacht) Ik heb mezelf dan toch weer eens verklaard voor achthonderd mensen."
Toegang tot je lijf
In het verhaal van Benjamin Popov klinkt dat zo: "De rooie had al veel verknoeid, nu bijna ook zijn blik, maar nee, dacht Benjamin, ik moet de mensen blijven zien zoals ik vroeger naar ze keek."
"Het is een verschrikkelijke vaststelling, maar ik kan nooit meer de persoon worden die ik in 2005 was, toen ik mensen veel opener kon benaderen, en veel ontvankelijker was. Ik zou die twee jaren het liefst onder de mat vegen, maar ik moet er blijkbaar over bezig blijven. Ze zijn een breuk geweest in mijn leven. Voor andere schrijvers is dat een echtscheiding, voor mij was dat het stadsdichterschap."
Het klinkt wat vreemd, misschien, dat stadsgedichten schrijven zo intens is. "Ik heb vanaf de eerste dag beslist om de stad door mijn bloedbaan te laten passeren. Gezond is dat niet, want je geeft aan heel veel mensen toegang tot je lijf, en er blijven meer dingen plakken die je in het gewone leven links zou laten liggen. Maar als je gedichten over de stad wilt schrijven, dan kan het niet anders dan dat er veel blijft hangen.
"Vóór het stadsdichterschap zat ik tussen mijn vier muren. Ik kon vluchten in mijn poëzie, mijn verhalen, mijn liefde voor het mooie. Ik ging er toen ook vanuit dat wat ik deed, niet zo bijster veel effect had. Maar door mijn gedichten in de stad aanwezig te maken, en op momenten zoals de verkiezingen daarover poëzie te publiceren in een krant, merk je dat je wel degelijk iets teweegbrengt. Je werk stuit mensen tegen de borst, je zorgt voor troost, of voor woede. Dat was heel hevig voor een mens als ik."
Sluiten sommige schrijvers de wereld veel meer buiten met ouder worden, dan lijkt Bart Moeyaert de omgekeerde weg te bewandelen. "Dat is de worsteling die ik nu sinds een jaar of twee moet doormaken. Vroeger was ik gelukkiger, voelde ik me comfortabeler. In interviews hoorde je me zeggen dat ik een tevreden man was. Nu komt de wereld veel meer binnen. Te veel zelfs naar mijn zin. Maar tegelijk weet ik dat het goed is dat ik door elkaar geschud word, dat ik verander. Ik kan meer relativeren dan vroeger. (glimlacht) En ik begin eindelijk af te leren dat perfectie het hoogste goed is. Doe maar wat je moet doen, en doe het zo goed mogelijk. Een hele geruststelling, vind ik. Door de wereld meer binnen te laten ben ik niet gelukkiger geworden, maar ik leef wel meer. Iemands lief is dus een wat harder verhaal geworden. Maar dat is goed zo."
Vanessa Joosen
rt/aa/22 m
Benjamin heeft van het leger een halve maand vrij gekregen. Bij het begin van Iemands lief, de nieuwe Bart Moeyaert, volgen we hem op weg naar huis. Hij probeert de oorlogsgruwel uit zijn geheugen te wissen en zich te verheugen op het weerzien met zijn ouders en zijn geliefde. De tekst volgt het ritmische marcheren van de soldaat, maar tussen zijn stevige stappen kruipen al gauw onrustige hersenspinsels:
'Van één gedachte
schijnen soldaten bang te zijn.
Als die hen overvalt,
gaan ze gebogen lopen,
omdat hun hart dan
zwaarder weegt dan eerst.'
Het is de vrees dat hun geliefde hen verraden heeft.
Het verhaal klinkt muziekliefhebbers ongetwijfeld bekend in de oren. Bart Moeyaert vond inspiratie bij Charles-Ferdinand Ramuz en Igor Stravinsky voor deze bewerking van L'Histoire du soldat en maakte er een eenmalige voorstelling van met een achtkoppig orkest. Het verhaal is voor het boek verrijkt met sfeervolle beelden van Korneel Detailleur. De drie samen - tekst, muziek en beeld - vormen een ijzersterke combinatie om dit griezelige sprookje tot zijn recht te laten komen voor jong en oud.
Moeyaert drukt met zijn taalvondsten en gevatte vertelstem zijn stempel op het verhaal. Zo speelt hij voortdurend met onheilspellende vooruitwijzingen. De sinistere sfeer wordt versterkt door de indrukwekkende grauwe illustraties van Detailleur.
Wanneer de vermoeide Benjamin Popov op een man in het midden van de weg stuit, kun je al vermoeden dat het noodlot zal toeslaan. De duivelse figuur heeft het op de viool van de soldaat gemunt, en kan hem tot een ruil verleiden met een intrigerend boek.
Wanneer Benjamin een paar dagen later thuiskomt, beseft hij dat hij bedot is. Jaren blijken voorbij te zijn gevlogen, zijn lief is met een ander getrouwd, en Benjamin jaagt zijn familie en dorpsgenoten de stuipen op het lijf. Toch laat hij zich opnieuw verleiden tot een akkoordje met de duivel en zet hij zijn ziel op het spel om eerst rijk en dan opnieuw verliefd te worden. Keer op keer probeert de ongelukkige soldaat aan de macht van de duivel te ontkomen, keer op keer moet hij het onderspit delven. De laatste scène van het boek treft je als een mokerslag.
Contrasten
Moeyaert schrijft in Iemands lief erg beeldend en met veel kleine herhalingen. Soms kan hij daardoor bepaalde gevoelens scherper aanzetten - wanneer de soldaat denkt aan zijn 'dorst, dorst, dorst' bijvoorbeeld. Soms zorgen de herhalingen ervoor dat passages elkaar lijken te spiegelen, zodat het verhaal meer samenhang krijgt. Maar meer nog dan met zulke echo's spelen de schrijver en de illustrator met contrasten. Bij Detailleur zijn vooral die beelden indrukwekkend die de soldaat in een grootse setting plaatsen en zijn kleinheid en eenzaamheid benadrukken.
Tussen de grote levensvragen en het faustiaanse drama zijn het vooral de kleine, dagelijkse dingen die het verhaal kleuren, omdat zij het leven uiteindelijk de moeite waard maken: de geur van de trui van je geliefde, een hond die wacht bij een hek. Grappig is dat een figuur als de duivel soms verrassend veel weet over dat leven van alledag: 'Sommige dingen worden gemakkelijk vergeten', zo vertelt hij Benjamin. 'Het boek, de muts, de bril, het kaartje van de trein, de sleutelbos, de pen. Hun kenmerk is: snel kwijt.' Dat Benjamin tijdens diezelfde conversatie opnieuw zijn ziel dreigt te verspelen, is dan weer bijzonder tragisch.
In andere passages ligt de ironie in het contrast tussen de bloedserieuze situaties en de haast zwierige taal. Moeyaert speelt met ritme en met klanken. Soms dansen zijn woorden over het blad, en op andere momenten creëren de vrije versregels een opzwepende cadans. Wanneer Benjamin met de duivel kaart, zie je hen bezig:
'Lachen, lachen,
bulderlachen,
kaarten schudden
en verliezen.
Kaarten leggen,
geld inzetten,
bieden, bieden,
overbieden,
hopen dat je je bezit verspeelt,
bluffen, bluffen,
overbluffen,
doen alsof je je verveelt.'
Aan zulke passages merk je dat deze tekst in samenspel met muziek ontstaan is, en dat het werkelijk zonde zou zijn om hem enkel in stilte te lezen.
De auteurs: Bart Moeyaert is Vlaanderens bekendste jeugdschrijver. Korneel Detailleur is een jonge, beloftevolle illustrator.Het boek: een bewerking, niet noodzakelijk voor kinderen, van 'L'Histoire du soldat', een verhaal van Charles-Ferdinand Ramuz dat aan de basis lag van Stravinsky's gelijknamige muziektheaterstuk.
ONS OORDEEL: tekst en beeld versterken elkaar en brengen een onheilspellend verhaal tot leven.
31/05/2013
Liefde meandert als een constant thema door het oeuvre van Bart Moeyaert; ze blijkt moeilijk te doorgronden in Het is de liefde die we niet begrijpen (Querido, 1999) en wordt vol verwondering geobserveerd in al haar verschijningsvormen in de dichtbundel Verzamel de liefde (Querido, 2003). Ook in Niemands lief, Moeyaerts persoonlijke bewerking van L’Histoire du Soldat (Ramuz/Stravinsky), die hij schreef op verzoek van violiste Janine Jansen, vormt ze een van de drijvende krachten en motieven.
In drie delen, telkens geconcipieerd als een waarschuwing aan het adres van het hoofdpersonage Benjamin Popov — bijvoorbeeld ‘Ga nooit weg (dan overkomt u niets)’ — geeft Moeyaert een eigen stem en karakter aan wie in de oorspronkelijke versie een anoniemere ‘Soldaat’ blijft. De lezer wordt meteen gewaarschuwd: hoewel hij fungeert als hoofdpersonage, blijkt Popov geen held, wel ‘iemands lief en iemands zoon’. Precies die vermenselijking en vernieuwde aandacht voor Popovs persoonlijke drijfveren staan garant voor een overtuigend psychologisch portret, dat Moeyaert met slechts weinig woorden feilloos weet te schetsen.
Doodmoe maar vol verlangen keert Popov voor een periode van een halve maand ('Het was niet langer dan twee weken, maar het klonk beter') van het front huiswaarts. In korte, afgemeten zinnetjes die ruimschoots appelleren aan de verbeeldingskracht van de lezer, verbeeldt Moeyaert overtuigend het ambivalente verlangen van soldaten naar het thuisfront en verwoordt hij treffend de vraag waarrond hun diepste angsten zich kristalleren: 'M’n lief, m’n lief, wacht je nog steeds op mij?' Een hoopvol verlangen, want '[e]en hart is niet van elastiek dat eeuwig rekt.' Die verlangens, de heimwee en eenzaamheid, maar ook de gesublimeerde angsten en twijfels weet Korneel Detailleur in zijn illustraties echt voelbaar te maken. Dankzij een geraffineerd spel met donkere en lichte tinten suggereren de prenten een weidsheid waarin de mens als individu verdwaalt en slechts eenzaam achterblijft. Een niet mis te verstane waarschuwing, die zowel tekstueel als visueel een onderhuidse spanning creëert.
Benjamins viool, die hij weliswaar ‘voor een habbekrats’ kocht en die ook zo klinkt, krijgt in Moeyaerts herwerking eveneens een beduidende rol toebedeeld: ze trekt immers de aandacht van een wat mysterieuze man, die Benjamins instrument al te graag voor een boek inruilt dat 'eens gelezen een heel mensenleven [verandert]'. Aan deze verdoken waarschuwing gaat Popov al te makkelijk voorbij, niet beseffende dat fraaie beloftes in parabels en sprookjes weleens realiteit worden, maar nooit helemaal zoals men wenst. En dat zal Benjamin al snel aan den lijve ondervinden als hij de nieuwe eigenaar notenleer zal geven in ruil voor een rijkelijke beloning. Hoewel de verhaalstof daardoor net als in het origineel enigszins aan verrassingseffect inboet, weet Moeyaert voorspelbaarheid te vermijden dankzij een stevig vertelritme dat het verhaal letterlijk voortstuwt. Het sporadisch gebruik van rijmschema’s, alliteraties, assonanties en parallellismen zorgt voor een persoonlijk, sprankelend proza, dat Benjamin Popovs perikelen een eigentijds karakter verleent.
In het tweede deel, niet toevallig getiteld ‘Ga nooit weg (dan overkomt u niets)’ ervaart Popov voor het eerst dat zijn leven een niet geheel voorziene, noch bekoorlijke wending dreigt te nemen: bij zijn thuiskomst keren de dorpsbewoners, inclusief Benjamins ouders en lief, hem angstvallig de rug toe. Blijkt dat Benjamins bezoek aan de geheimzinnige oude man net iets langer dan drie dagen geduurd heeft. Gevoelens van eenzaamheid en verlatenheid worden knap gevisualiseerd, en die beelden sluiten naadloos bij Moeyaerts poëtische tekst aan. Detailleur focust nauwgezet op objecten en voorwerpen met een symbolische lading zoals een platgetrapte bloem of twee schoenen als stille getuigen van Benjamins dronkemansslaap, en onderstreept zo feilloos, maar niet zonder empathie zijn neergang. Toch leiden talrijke tegenslagen aanvankelijk niet tot de nodige zelfreflectie: Benjamin waagt zich verder op het verkeerde pad en wentelt zich met behulp van het eerder verworven boek in ‘het slijk der aarde’, al wordt hij daar niet gelukkiger van: 'Ik die alles heb, heb niets'. Een moraal die nogal omstandig en expliciet uitgewerkt wordt, zonder dat de noodzaak daartoe geheel overtuigt. Benjamins gemoedstoestand wordt immers voldoende geschraagd door zijn verkeerde beslissingen en melancholische beschouwingen. Hoewel personages in verhalen met een moraliserende ondertoon in het slotdeel niet toevallig tot inkeer komen en naar een ‘nieuw begin’ verlangen, blijkt dat voor Benjamin Popov, met de duivel als hardnekkig tegenstander, geen sinecure. Via een vakkundig opgebouwde spanningsboog verhaalt Moeyaert hoe diep Benjamin gezonken is als hij op dezelfde slinkse wijze als het Kwade te werk gaat om zijn uiteindelijke doel te bereiken. Het levert enkele dramatische passages op die de menselijke zwakheid genadeloos blootleggen en uiteindelijk tot een niet geheel onverwacht, maar wel ontluisterend einde leiden.
In Iemands lief bewijst Moeyaert andermaal dat hij een bestaande literaire tekst van een geheel eigen, persoonlijke toets kan voorzien, en daarbij de oorspronkelijke betekenis en zeggingskracht weet te behouden. Korneel Detailleur vormt de illustrator bij uitstek om het unheimliche sfeertje en de bijzondere tragiek van Popovs leven visueel te verbeelden. De uitgekiende compositie en het beklijvende spel met lichte en donkere tinten maken Benjamins eenzaamheid, zijn verwarring en uiteindelijk ook neerwaartse beweging voelbaar. In combinatie met de sterk beeldende, ritmische tekst en het overtuigende psychologische portret blijft Benjamins wedervaren een verhaal van alle tijden, dat — hoewel uitgegeven in Querido’s volwassenenfonds — een ruim en divers lezerspubliek verdient. [Jürgen Peeters]
Drs. Cees van der Pluijm
In 1918 schreef de Franstalige Zwitser C.F. Ramuz het libretto voor Igor Strawinsky's 'L'Histoire du soldat', gebaseerd op oude Russische volkssprookjes. Het werd in 1930 door Martinus Nijhoff bewerkt tot 'De geschiedenis van de soldaat'. Op verzoek van de violiste Janine Jansen schreef Bart Moeyaert (1964) een nieuwe Nederlandse tekst naar het oorspronkelijke verhaal. Een soldaat op weg naar huis ruilt zijn viool met de duivel voor een boek waarin de toekomst geschreven staat. Uiteindelijk trouwt hij met de prinses van zijn land, maar zijn geluk en zijn lot liggen definitief in de handen van de duivel. Moeyaerts tekst is hedendaags, tijdloos, poëtisch en theatraal effectief, en ook zeer geschikt als leestekst. Het fraai uitgegeven boekje (met leeslint) is verlucht met evocatieve tekeningen van Korneel Detailleur. De geschiedenis van de soldaat krijgt een welverdiend nieuw leven met deze uitgave. De tekst is in samenhang met de briljante muziek te beluisteren op YouTube (live op het Internationaal kamermuziekfestival Utrecht, met Moeyaert als verteller en Jansen op de viool).
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.