Het beest met de kracht van tien paarden
Lida Dijkstra
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Moon, cop. 2013 |
Kleuter : gevoelens - gedrag
Bang zijn |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Moon, cop. 2013 |
KLEUTER : GEVOELENS - GEDRAG
Bang zijn |
31/05/2013
Emoties zijn een dankbaar onderwerp voor prentenboekenschrijvers en -illustratoren. Angst is het thema van De moedhoed. Mees is bang voor harige honden, roffelende schaduwen, poepende duiven, gekleurde strepen en voor de krokodil die hij onder zijn bed hoort ‘schuiven en snuiven’. Van die angsten valt aan de omslag nog niets af te lezen, integendeel. Deze laat een breed lachende Mees zien, getooid met een hoed van krantenpapier en gehuld in een vrolijk rood-wit gestreept T-shirt. Het grote ronde hoofd bovenop een relatief smal lichaam is kenmerkend voor de tekenstijl van Mark Janssen. De zacht gekleurde geelgroene achtergrond is nog allesbehalve dreigend, net zomin als de zalmroze binnenkant van het omslag. Dat verandert snel. De angst voor het donker wordt gekenmerkt door donkere schaduwen die contrasteren met het felgele licht van een schijnwerper. De rode en gele huizen van de stad waarin duiven rondvliegen, slaan enigszins uit het lood. Het lawaai en de dreiging van de duiven worden erdoor versterkt.
Het boek valt in twee delen uiteen. In het eerste deel worden de angsten van Mees zichtbaar gemaakt. Het eindigt in een dialoogje met een krantlezende opa aan de keukentafel, die de oplossing aandraagt: de moedhoed. In het tweede deel passeren opnieuw alle angsten van Mees de revue, maar dan blijkt dat daarachter heel andere zaken schuilgaan dan Mees in zijn angst veronderstelde. Zo is het geroffel uit het geelstenen gebouw niet afkomstig van marcherende soldaten, maar van blije kinderen verkleed als pinguïns. Een breed lachende Mees met moedhoed kijkt van boven op hen neer. Zonder hoed keek hij angstig weg van de schaduwen in het gebouw.
De eenvoudige twee- en drieregelige teksten van Lida Dijkstra, die in 2012 voor Verhalen voor de vossenbroertjes een Vlag en Wimpel ontving, bevatten alliteratie en assonantie, wat ze een lichtheid geeft. De kleurrijke collages over dubbele pagina’s laten veel details zien. Deze bieden ruimte voor de (voor)lezer om de summiere teksten zelf aan te vullen. Opvallend is de herhaalde verschijning van een grijs poezenkopje, dat tot de laatste dubbele pagina angstig blijft kijken. Hij draagt dan ook geen moedhoed. De krokodil bestaat wel degelijk, maar ook hij is bang voor ‘geblaf, geroffel, gepoep en gekleurde strepen.’ Gelukkig werkt bij hem de moedhoed net zo goed. Het boek eindigt met een gezamenlijke ‘sprong in het diepe’ van Mees, de krokodil en de poes. De binnenzijde van de omslag achterin laat zien hoe je je eigen moedhoed kunt vouwen. Dit prentenboek biedt een lichtvoetige en fantasierijke aanpak van een reëel probleem, in een amusant samenspel van woord, typografie en beeld.
[Tiny la Roi]
Ria Scholten-Boswerger
Het kleine jongetje Mees is voor veel dingen bang, zoals een blaffende hond, vreemde geluiden uit een gebouw waar hij steeds langs moet lopen, duiven die met hun vleugels flapperen, vreemde gekleurde strepen die ’s nachts door zijn raam schijnen, en natuurlijk de krokodil onder zijn bed. Zijn opa weet precies wat Mees nodig heeft om van zijn angsten af te komen. Opa vouwt voor hem een hoedje van papier, een zogenaamde moedhoed. Als Mees die op zijn hoofd zet, is hij helemaal niet bang. Hij raadt het iedereen aan. Een positief verhaal over hoe iets heel eenvoudigs houvast kan bieden. Grote, in mooie kleuren geschilderde illustraties, telkens over een dubbele pagina, gemaakt in gemengde technieken, waaronder collage. Enkele regels tekst zijn geplaatst op rustige delen binnen de illustratie; witte letters op een donkere achtergrond of blauwe letters op een lichte achtergrond. Soms zijn woorden heel groot gedrukt om ze extra uitdrukkingskracht te geven. Met achter in het boek een eenvoudig instructieschema voor het vouwen van een moedhoed. Verzorgd uitgegeven prentenboek met een herkenbaar verhaal voor jonge kinderen. Vanaf ca. 4 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Mees is een angstige jongen, een bang vogeltje eigenlijk (zou de naam bewust gekozen zijn?). En bang is hij voor de clichés: een blaffende harige hond, roffelende schaduwen in een gebouw, klapperende duiven, gekleurd licht in zijn slaapkamer en last but not least: een krokodil onder zijn bed ... Wanneer opa met hem een moedhoed vouwt, is Mees niet langer bang. Plots ziet hij dat de schaduwen in het gebouw maar kinderen zijn, verkleed als pinguïns, dat de duiven eigenlijk gewoon opvliegen en dat de krokodil onder zijn bed ook bang is voor geblaf, geroffel, gepoep en gekleurde strepen.
Boeken over bang zijn kun je nooit genoeg hebben als je met kinderen te maken hebt, maar dit boek zit helaas een beetje te vol met clichés. Behalve dan die pinguïns, maar ik denk dat we hier eerder spreken van een rariteit dan van een cliché; hoe vergezocht is dat eigenlijk? Het boek kabbelt voort, maar verrast weinig tot niet, ook de prenten zijn niet zo geslaagd. Door middel van een collagetechniek van lagen papier en verf werd gespeeld met verhoudingen, wat toch voor een beetje afwisseling zorgt. Ook leuk is de handleiding om zelf een moedhoed te vouwen. Misschien hebben de lezers toevallig, zonder het zelf te beseffen, wel al eens een moedhoed gevouwen?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.