Antoine Watteau 1684-1721 : de muziekles
Florence Raymond (Redacteur), Géraldine Bidault (Auteur), Jean-Pierre Changeux (Auteur), William Christie (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bozar, 2013 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 700 WATTEAU XXL |
Besprekingen
30/09/2013
Tot 12 mei jongstleden kon je in het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) naar de tentoonstelling âAntoine Watteau (1684-1721): de Muzieklesâ. Dat was een prachtige expositie, die ons meevoerde naar de galante en fascinerende wereld van arcadische landschappen met mysterieuze figuranten die de Franse kunstenaar Antoine Watteau met penseel of tekenstift wist op te roepen.
Een simpele telling leert dat grofweg in een derde van het werk van Watteau muzikanten of dansers voorkomen. De aanwezigheid van muziek in diens schilderijen en tekeningen was ook het onderwerp waar de tentoonstelling zich op toespitste. Voor de gelegenheid werd trouwens een beroep gedaan op een muzikant om curator te zijn. William Christie, leider van het ensemble Les Arts Florissants, dat zich toelegt op de uitvoering van achtiende-eeuwse muziek, kweet zich duidelijk met veel genoegen van deze taak.   Â
De catalogus bij de tentoonstelling opent met een gedistingeerde conversatie van William Christie en Pierre Rosenberg, erevoorzitter-directeur van het Louvre en â vanzelfsprekend â lid van de Académie française, over de relatie tussen muziek en de kunst van Antoine Watteau. Duidelijk wordt dat over Watteau, de zoon van een dakwerker uit Valenciennes, betrekkelijk weinig geweten is. Over zijn vorming tasten we nog grotendeels in het duister. Rosenberg noemt hem een meteoor die uit het niets opdook. En Christie merkt op dat Watteau ontegenzeggelijk een grote muzikale ontwikkeling bezat. Maar waar kwam die vandaan? Wat heeft hij gezien en gehoord, wie heeft hem de oren geopend, welke muziek beluisterde hij in de Parijse salons en waarom voelde hij zich tot de muziek aangetrokken? Het zijn allemaal vragen waar we geen antwoord op hebben. Maar de manier waarop Watteau de muzikanten afbeeldde, hun houding tijdens het spelen, de ongelofelijk gedetailleerde posities van de handen en de vaak ontspannen sfeer, bijvoorbeeld in de vele tekeningen naar model, geven aan dat Watteau dicht bij deze muzikanten stond. Die intense relatie tussen kunstenaar en muzikant is het onderwerp van de tekst van Florence Gétreau.
De componist met wie Watteau het vaakst wordt geassocieerd, is zijn tijdgenoot François Couperin, al is niet geweten of beiden elkaar ook daadwerkelijk hebben ontmoet. Christie citeert in dat verband een opdracht die Debussy in 1913 neerschreef: âAan F.C., de meest dichterlijke van onze klavecinisten, wiens tedere melancholie als het ware de wonderlijke echo is die tot ons komt vanuit de mysterieuze diepte van Watteaus landschappen met hun bedroefde personages.â
Alain Tapié, Manuel Couvreur en Guillaume Glorieux gaan in hun teksten nog dieper in op de historische context waarin Watteaus kunst tot stand kwam. Daaruit komt een boeiend tijdsbeeld naar voren, al zijn sommige teksten soms een tikkeltje te hoogdravend en her en der wel erg gedetailleerd in het weergeven van muziekhistorische achtergrond.
Boeiend is dat alle auteurs vanuit hun specifieke invalshoek de bijzondere fijnbesnaardheid van Watteau als schilder tevens verklaren vanuit de bijzonderheden van het  tijdsgewricht, namelijk het einde van de zeventiende eeuw en het begin van de achttiende eeuw. Het is het einde van een heroïsch tijdperk in de Franse kunst die helemaal ten dienste had gestaan van de nationale identiteit en vooral van de glorie van de Zonnekoning Lodewijk XIV.  De extravagantie van Versailles maakte plaats voor een veel innigere kunstbeleving en er werd naar vernieuwing gezocht, onder andere in de Italiaanse kunst en muziek, sporen die je gemakkelijk traceert bij Watteau.
Een buitenbeentje is de tekst van de neurowetenschapper Jean-Pierre Changeux, die zich de vraag stelt hoe een schilder erin slaagt een klankbeeld op te roepen bij de toeschouwer. Hij probeert neurologisch te verklaren wat de relaties zijn tussen twee vormen van waarneming. En hoe Watteau er meesterlijk in slaagt om via zijn kunst die verschillende gebieden in onze hersenen te bespelen. Een intrigerende tekst, met de fijne titel âDe Baricades Mistérieuses van onze hersenenâ (een verwijzing naar een compositie van Couperin), maar ook hier bezondigt de schrijver zich bijwijlen te veel aan vakgerelateerde uitleg en verliest hij Watteau soms te veel uit het oog.
Een catalogus is bovenal ook een kijkboek waarin je kan nagenieten van wat je in werkelijkheid zag of gewoon kan genieten van wat je in werkelijkheid hebt gemist. Als kijkboek is dit een prachtig uitgegeven boek, met kwalitatief hoogstaande reproducties en ook interessante uitleg in het catalogusgedeelte.
[Sara Debroey]
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.