Eindelijk bevrijd : geen schuld, geen slachtoffer
Simon Gronowski
Simon Gronowski (Auteur), David Van Reybrouck (Auteur), Koenraad Tinel (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Hannibal, 2021 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 928.8 GRON |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Hannibal, 2013 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 928.8 GRON |
15/10/2013
Simon Gronowski (1931) was elfenhalf toen hij samen met zijn moeder door de Gestapo werd opgepakt, naar de Dossinkazerne in Mechelen werd afgevoerd en vervolgens op een trein werd gezet die naar het Poolse vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau reed. Onderweg slaagden medegevangenen erin de deur van de wagon te openen. Geholpen door zijn moeder sprong Gronowski uit de voortrazende trein (‘Der tsug geit tsu schnel’ is de laatste kreet, in paniekerig Jiddisch uitgeschreeuwd, die hij van zijn moeder hoorde). Een humane rijkswachter, Jan Aerts, bracht hem terug naar Brussel. Toen België in 1944 werd bevrijd, waren Simons moeder en zus Ita, die in september 1943 was gedeporteerd, niet meer in leven. Zijn vader stierf kort na het einde van de oorlog van verdriet.
Koen Tinel (1934) groeide op in een katholieke, Vlaamsgezinde kunstenaarsfamilie. Vader was oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog, legde in het interbellum contacten met Joris Van Severen, radicaliseerde snel en stapte tijdens de Tweede Wereldoorlog in de collaboratie. Koen was er te jong voor, maar zijn twee broers engageerden zich voor het nationaalsocialisme, de ene aan het oostfront, waar hij een been verloor (‘ze geven hem een pincet — om er de wormen mee uit zijn wonden te halen’), de andere onder meer in de Dossinkazerne. Na de landing in Normandië vluchtten de Tinels naar Duitsland, waar ze tijdelijk onderdak vonden bij een landbouwer. De twee broers werden na de bevrijding ter dood veroordeeld, maar de straf werd niet uitgevoerd. Vader Tinel stierf twintig jaar na de oorlog, ‘gekweld, verbitterd, depressief, kwaad.’
Eindelijk bevrijd brengt de levensverhalen van de twee bejaarde mannen samen. Door bemiddeling van een jonge, geëngageerde Jood, kwam de gepensioneerde jurist Gronowski in 2011 in contact met de kunstenaar Tinel. Als spreken over de Holocaust het antisemitisme en negationisme kan bestrijden, moet Gronoswki gedacht hebben, als het hulde kan brengen aan de slachtoffers en dankbaarheid kan tonen tegenover hen die zijn leven hebben gered, dan kan toenadering tot de daders die oprecht spijt betuigen én hun verwanten een symbool zijn voor de betere wereld die na de Holocaust moet worden opgebouwd. Dit boek gaat dan ook over het opheffen van schuld, over vriendschap, over het omdraaien van bladzijden, over toekomst eerder dan over verleden. Het bevat geen zware filosofische overpeinzingen en nauwelijks verklarende voetnoten. Het is geschreven in een lichtvoetige taal, die toch respect toont voor de diepe inhoud. De talrijke illustraties van Tinel helpen de tekst visueel te ondersteunen.
Als een overlevende wiens familie door het nazisme werd verscheurd en vernietigd, een tijdgenoot in de armen kan sluiten wiens verwanten datzelfde nazisme als ideaal hebben beleefd, welk argument hebben niet-betrokken buitenstaanders dan nog om dit niet te doen — dit is het ethische appel dat het hele boek doortrekt. Het antwoord is echter niet eenduidig. In juli 2013 sprak ik in Brussel met een 82-jarige overlevende van Birkenau. Lang hoefde ze niet na te denken over mijn vraag wat ze ervan vond dat daders van de Holocaust vaak al na een klein deel van hun straf uit de gevangenis werden ontslagen. ‘Vergeven zal ik hen nooit,’ benadrukte ze. ‘Nooit. En er zijn heel veel Joden die er net zo over denken.’ Ook dit geeft aan hoe uitzonderlijk, in de breedste betekenis van het woord, Eindelijk bevrijd wel is.
[Fabian Van Samang]
Elias van der Plicht
Begin 2012 ontmoetten Simon Gronowski en Koenraad Tinel elkaar voor de allereerste keer. Geboren in 1931 en 1934 hadden ze levens geleid die totaal van elkaar verschilden. Gronowski groeide op in Brussel. Vanuit de Mechelse Kazerne Dossin werd hij in het voorjaar van 1943 op transport gesteld naar Auschwitz. Door een wonderlijke ontsnapping uit de trein overleefde de joodse jongen de Tweede Wereldoorlog. Tinel woonde als kind in Gent in een nationaalsocialistisch gezin. Zijn broers gingen bij de SS, zijn vader dweepte met Hitler. In 1944 vluchtten zijn ouders met hem en zijn zus naar Duitsland uit angst voor de geallieerden. Na de oorlog hadden zowel Gronowksi als Tinel het moeilijk met de herinneringen aan het leed dat ze hadden ondervonden. Hun ontmoeting in 2012 leidde tot een hechte vriendschap tussen de twee mannen en leerde hen het verleden een plek te geven. In dit boek, een heruitgave van de editie uit 2013, vertelt Gronowski hun verhaal en wordt hun geschiedenis in beeld vertelt met de kunstwerken van Tinel. Het nawoord is van schrijver David Van Reybrouck.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.