Portrait de théâtre 1985-1990
Jan Decorte
Jan Decorte (Auteur), Friedrich Von Schiller (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bebuquin, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12626 |
30/04/2013
De opvoering van het stuk Die Räuber in 1782 maakte zijn schrijver, Friedrich von Schiller (1759-1805), onmiddellijk nationaal beroemd. Het stuk brak met de klassieke dramaturgie van zijn tijd en nam Shakespeare als model. Het wordt gerekend tot een van de krachtigste uitdrukkingen van de Sturm und Drang, een romantische beweging in de overgang van de achttiende naar de negentiende eeuw, waar ook de jonge Goethe deel van uitmaakte. De Sturm und Drang-literatuur wordt gekenmerkt door intense gevoelens en hartstochtelijke conflicten. Centraal staat het jeugdige idealistische genie dat voor zijn vrijheid en ongebondenheid vecht tegen de beperkingen van de feodale samenleving. Schiller inspireerde zich voor Die Räuber op King Lear van Shakespeare. Het stuk vertelt het verhaal van vader Maximilian, Graaf van Moor, en zijn twee zonen, Karl en Franz. Karl is de oudste zoon, erfgenaam en lieveling van zijn vader, maar maakt zich als student schuldig aan jeugdzonden. Franz is verbitterd omwille van het gebrek aan vaderliefde en intrigeert tegen zijn broer. Hij slaagt er met leugens in zijn vader te overtuigen om Karl te verstoten en te onterven. Dat nieuws doet Karl ertoe besluiten om aanvoerder te worden van een roversbende die aanvankelijk steelt om de armen te helpen. Intussen probeert Franz Amalia, de verloofde van Karl, te verleiden, maar zij houdt stand. Karl zinkt steeds dieper weg in geweld omdat er in zijn bende krachten aanwezig zijn die geen enkel goed doel meer nastreven. Hij ontdekt ook de ware aard van zijn broer. Hij laat zijn bende het kasteel van Franz aanvallen. Franz pleegt zelfmoord. Maximilian sterft in de armen van Karl. Omdat deze laatste trouw gezworen heeft aan zijn bende, kan hij niet meer terug naar Amalia, die nog steeds van hem houdt en bereid is hem te vergeven. Omdat zij niet zonder Karl kan leven, vraagt zij hem dat hij haar doodt. Karl beseft dat ook terugkeren naar de bende geen optie meer is en besluit zich bij het gerecht aan te geven.
De bewerking die theatermaker Jan Decorte maakte onder de titel Schiller/Tasten past in zijn inmiddels lange lijst van bewerkingen en herschrijvingen van de grote tragedies (en komedies) uit de wereldliteratuur: Meneer, de zot en het kind naar King Lear, In het moeras naar Woyzeck, Bloetwollefduivel naar Macbeth, Bêt Noir naar Oedipus, en recenter Niks of Niks naar Much Ado About Nothing en, Wintervögelchen naar A Winter’s Tale. De poëtica van Decortes ‘bewerkingen’ is intussen bekend. Decorte volgt weliswaar de plot van het verhaal, maar zijn retorische herschrijving gaat zo ver dat er eigenlijk van een nieuw stuk sprake is. Decorte concentreert zich op het kernconflict — het familiedrama — en dat verdicht hij in zijn ‘kindlijke’ schriftuur, een op het eerste gezicht simpel kunst-Vlaams dat zowel naïef, ironisch en wreed is, en dat een waarmerk is geworden van Decorte. Ook de uitgaves van de teksten van Decorte zijn bijzonder. De teksten worden afgedrukt als een lange sliert in het midden van de pagina, met hooguit twee woorden per regel. Door het fonetisch schrijven, het aan elkaar schrijven van woorden die samen worden uitgesproken en het weglaten van iedere interpunctie, benadert de gedrukte tekst de gesproken taal op het podium. Tegelijk wordt de taal in haar materialiteit benadrukt. Zo opent de Decorte zijn drama: ‘ikke / mémij lap / landergezich / émijne / notten / totteneus / ik zijn / de laatst / geborene / de eerste / waszonze / karl / den brave / de schone / den uichel / achtige / de zeveraar / omdak / jonger / zijn / en zwakker / ikkaat / ém / de zwanzer / mémijne / koemont / en alles / ik staan / achter / achterém / mij vader / ziettem / liver / van karl / ier / en karl / daar / tisaltij / wa / den bleek / scheet / ein vader / istni / waar’. Decortes ‘kindlijke’ taal gaat onmiddellijk naar de kern van de zaak en vindt in die kern het tragisch-komische van het bestaan. Zo reageert Karl op Amalia’s vraag om door hem te worden gedood: ‘tis goe / iksallinu / art steke / danist / rap voorbij / dattoe geen / pijn / Hij stektaar / neer / in aar art.’ Korter, eenvoudiger, harder en scherper kan het niet uitgedrukt worden.
[Erwin Jans]
J. IJbema
Bewerking van het toneelstuk 'Die Räuber', een beroemd werk in de Sturm und Drang stijl van Friedrich Schiller (1759-1805), waarin de vrijheidslievende Karl Moor botst met de samenleving en er als een soort edele misdadiger tegen vecht. In sappig, melodieus Vlaams ('kfoelmij / so licht / azze / wintje') geeft de eigenzinnige Vlaamse acteur en theatermaker (1950) er zijn eigen draai aan. Dit leverde volgens de recensenten boeiend en vermakelijk theater op. Als leesstuk is het minder geschikt - tenzij je het gaat spelen of declameren natuurlijk - maar het is toch wel een intrigerend taalproduct. De regels bestaan over het algemeen uit een, soms twee of drie woorden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.