De fundamenten
Ramsey Nasr
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2013 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12397 |
31/08/2013
Van eind januari 2009 tot begin februari 2013 was Ramsey Nasr ‘Dichter des Vaderlands’. Als Rotterdammer van Palestijnse afkomst leek hij voorbestemd om deze publieke functie ooit op te nemen, ook al omdat hij in 2005 als Antwerps stadsdichter een soortgelijke taak vervulde. Mi have een droom bundelt niet alleen de gedichten en toespraken die hij in zijn ‘vaderlandse’ jaren schreef, maar bevat ook het ‘Dagboek in stukken’ dat hij parallel met die (poëtische) teksten bijhield.
Dat dichten in opdracht niet tot minderwaardig maakwerk hoeft te leiden is al vaker bewezen, maar dit gelegenheidswerk is, op enkele uitzonderingen na, haut de gamme. Nasr bouwt daarbij aan een poëtisch wereldbeeld waarin hij consequent opstoomt tegen racistische, extremistische en antisemitische vooroordelen. De aanleidingen zijn divers en worden meestal door het politieke establishment zelf aangereikt — de installatie van het ‘kabinet-Rutte I’ of de opening van ‘Het Huis van Europa’ bijvoorbeeld. Ze bieden hem de gelegenheid het heden of verleden te bevragen en aantekeningen te maken bij historische of antropologische evidenties. ‘Wat is een gidsland nog in zo’n positie?’ Waar begint/eindigt iemands ‘zelfbeeld’ en hoe valt het te rijmen met het/een vaderland? Wie deze gedichten leest, begrijpt dat Nasr niet zelden nectar puurt uit zijn eigen meervoudige identiteit: ‘maar soms, wanneer de wereld brandt / vlak voor het slapengaan / soms denk ik zachtjes aan mijn afkomst / dan ruik ik u op afstand’. ‘U’ staat voor de buurman van de ik-figuur, maar evengoed voor de geachte lezer: ‘ik moet u, als in vroeger dagen / vragen het ras voorzichtig los te pellen. / afkomst verwijderen, kleur ontkennen’. Duidelijker kan het niet.
Of toch. In een paar gelegenheidstoespraken zegt Nasr expliciet waar het op staat, wijst hij bewindslieden op hun culturele rechten en plichten. Waar hij zich ook over buigt, gedreven doorprikt hij de mythes waar titanen, keizers en hervormers in rondwaren. Hij schenkt ze hun (klein)menselijkheid terug en laat bijvoorbeeld Calvijn het volgende denken: ‘dit reptielenbrein zal mij besturen / mij hunkerend en wasemend opnemen in / één rechte lijn, via miljoenen verre vaderen / rechtstreeks terug tot aan de kern’ (‘Calvijn en wij’). Of hij voert een twijfelzuchtige Diocletianus op, die het moet aanzien hoe Sint-Sebastiaan verzengend martelvuur ombuigt in een vreugdedans: ‘Alle aandacht kleeft als struif aan zijn leden. […] Terwijl ik hem langzaam tegemoet schrijd / heffen citerspelers hun hymne aan / bedoeld om Apollo’s hulp af te dwingen. Ik voel hun scherpe priemende blikken’ (‘Sebastiaans marteling’).
Een aparte categorie vormen de gedichten die door een ‘artistieke’ gebeurtenis zijn geïnspireerd. Zo herdenkt Nasr overleden vakgenoten als Simon Vinkenoog, Harry Mulisch of Gerrit Komrij en tracht hij zijn persoonlijke verhouding tot hun werk uit te spellen. ‘Voor Gerrit’ besluit als volgt: ‘ik wilde vandaag een reservedood bouwen / mijn dikke, dunne, zieke komrij / om enkel de dood in op te vouwen’. De vijfvoudige cyclus gewijd aan het tienjarige bestaan van het literaire blad ‘Awater’ is tegelijk een eresaluut aan Martinus Nijhoff: in het spoor van Nijhoffs wandelende personage waadt de hier opgevoerde ik-figuur ‘door sneeuw, zuigende sneeuw’ en krijgen de goden lik op stuk: ‘Misschien zijn de goden bijziend geworden. / Moet ik ze uitroken in hun holen. / Het vuur doen sneeuwen uit hun ogen’ (‘Het dooit onder de korven’). Samen met voormelde gedichten vormen het ‘auditiegedicht’, het uitgesponnen gedicht over Mahler en het ‘sonnet voor 456 letters’ op Gedichtendag 2012 een heus poëticaal luik. Nasr kiest voor poëzie die op het volle leven is geënt en de lezer graag binnenlaat: ‘voel hoe ik groei en blakend openga. / wie leest, wordt door het leven zelf bewoond’. Dat is ook de teneur van ‘hier komt de poëzie’, de formele afsluiter van zijn vaderlandse productie: ‘waar niemand ooit nog thuiskomt, daar begint de poëzie’.
Het al vermelde dagboek registreert niet alleen nauwgezet de context waarin de vaderlandse gedichten zijn tot stand gekomen, ze zijn ook opgevat als een uitvoerige reeks kanttekeningen bij zijn dichterschap. Ik beperk me tot één zin uit deze openhartige aantekeningen: ‘Schrijven: een van de minst definitieve manieren om dood te gaan’. Wie evenwel vooral het orale karakter van Nasrs poëzie wil laten spreken, kan zich beperken tot het beluisteren van de bijgevoegde dvd ‘waarop de dichter zijn eigen werk voordraagt’. Zijn stem klinkt even sonoor als zijn gedichten. Dat geldt op een bijzondere manier voor ‘mi have een droom’, een in Rotterdamse ‘straattaal’ gesteld gedicht anno 2059: ‘dus poetry poet, kijk me ogen, luister me oren, want hier is torri / hardcore & luid: mi have een droom, vol is vol, belanda boven’. Waarvan akte.
[Yvan de Maesschalck]
Albert Hagenaars
In het geval van Ramsey Nasr (1974, Rotterdam), die vier jaar als Dichter des Vaderlands opereerde, was het passend om behalve alle gedichten uit deze periode hier ook zijn tegelijkertijd geschreven opiniestukken te bundelen. Poëzie en artikelen liggen bij hem namelijk, gezien het hoge gehalte aan 'samenlevingsaspecten', in elkaars verlengde. Samen geven ze een beeld van ons land (en dus ook de wereld) dat de literatuur ontstijgt, temeer omdat het polariserende jaren waren, boordevol maatschappelijk tumult en onbehagen. Geen wonder dat Nasr juist poëzie inzet als tegenkracht. Het boek besluit met dagboekaantekeningen over de belangrijkste gebeurtenissen tijdens het uitvoeren van de functie, zoals een bezoek met andere auteurs aan China en de invloed die Amnesty International hierop probeerde uit te oefenen. In de kaft is een cd gestoken waarop Nasr 26 maal eigen werk voorleest, bewogen en aansprekend. Op de binnenbladen ten slotte zijn, heel klein, negatieve reacties opgenomen, vaak uitmondend in haatmail. Aan tegenstellingen dus gelukkig geen gebrek. Mede daarom: een treffend boek!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.