Dit is geen cobra
Bette Westera
Bette Westera (Auteur), Sylvia Weve (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : WEST |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2012 |
JEUGD : GEDICHTEN : WEST |
15/02/2014
Sylvia Weve is dit jaar bekroond met het Gouden Penseel. Zij heeft een oeuvre bij elkaar getekend en geschilderd waar een enorme dynamische kracht van uitgaat, dat traditie en individualisme met elkaar verbindt, en een enorme veelzijdigheid en vertelkracht toont. In Aan de kant, ik ben je oma niet is haar techniek, waarbij ze de prenten — elf levensverhalen met een geschiedenis — samenstelt uit teken- en schilderwerk, vlakken, kleuren en onnoemelijk veel rake details in perfecte harmonie met het thema en het concept van het boek. Bette Westera vertelt in dichtvorm de levensverhalen van mensen in hun oude dag. Twee verhalen voor elk, eentje over hoe het vroeger was en eentje over nu. Weves prent bij het eerste verhaal zie je slechts gedeeltelijk, voor het hele plaatje moet je de bladzijde uitklappen. Op de keerzijde staat dan het verhaal van vroeger in tekst en beeld. Een concept dat mooi aansluit bij de idee achter de verhalen: achter het heden gaat het verleden schuil, mensen worden gevormd door hun geschiedenis. Er is meer dan wat meteen, hier en nu zichtbaar is. Westera werkt dat speels en inventief uit in haar teksten, Weve benut de mogelijkheden van de vormgeving voluit. Ze maakt bevlogen prenten waarin het zoeken naar herkenningspunten tussen vroeger en nu amusant en uitdagend is.
Ze knoopt beide verhalen doorgaans luchtig aan elkaar met suggesties, parallelle vormen en lijnen, en herhaling van visuele of verhaalelementen. Meneer Van Bemmelen bijvoorbeeld, ‘zo lelijk als de nacht’ krijgt een lekkend kraantje als neus — iets waarmee ze wel meer ouwetjes uitrust — en, kien gebruikmakend van de vormgeving, krijg je op de eerste pagina al te zien dat er een hond in het spel is. Sla de bladzijde om en je hebt voluit zicht op Meneer Van Bemmelens tronie. Lelijk, zeg dat wel, en met zijn natte neus en een bek vol gele, blikkerende tanden is de link met een hond snel gelegd. De voorkeur van de jongen die meneer van Bemmelen eens was, voor lelijke hondjes die werkelijk niemand wou, krijgt in de visuele parallellen een verklaring. Ook de prenten bij het verhaal van ‘Meneer Zeybek — Turkse thee/Eigen baas’ zijn erg treffend. De Turkse migrant Eser kwam lang geleden naar Nederland om een nieuw bestaan op te bouwen. Eén droom heeft meneer Zeybek bereikt, een andere leeft voort. Andermaal knoopt Weve in een eenvoudig, onopvallend tekeningetje heden en verleden, en in dit geval ook Esers beide dromen, aan elkaar. Die onuitgesproken weemoed in een illustratie vol gekke en karikaturale elementen maakt de prent ongemeen spannend.
(Dit is een abstract van een artikel van Jen de Groeve. Het is verschenen in De Leeswelp 8, 2013.)
[Jen de Groeve]
Ton Jansen
Het leven van vroeger en van nu gezien door de ogen van twaalf bewoners van een verzorgingstehuis. Alle verhalende gedichten hebben eindrijm, dikwijls gepaard en/of gekruist rijm. De twee bij elkaar horende gedichten zijn bewust aan elkaar gekoppeld. Zo heeft een oma op latere leeftijd twee kinderen geadopteerd, terwijl ze in haar jonge jaren zelf niet in verwachting raakte. Naast thema’s die bij ouderdom horen (dementie, eenzaamheid, dood) komen ook andere aan bod (seksuele geaardheid, oorlog, verliefdheid). Naast de tekstuele portretten (liefdevol, grappig, ontroerend of schrijnend beschreven) gaat speciale aandacht uit naar de vormgeving: groot formaat boek met hardkartonnen omslag, uitklapbare pagina’s bij elke twee gedichten, spiraal binnen de band en kunstzinnige/eigenzinnige illustraties (linosneden met schaduwknipsels in een aparte kleurstelling). Hetzelfde duo kreeg voor 'Ik leer je liedjes van verlangen, en aan je apenstaartje hangen' (2010)* een Zilveren Griffel. Originele invalshoek om als (groot)ouder voor te lezen aan de (klein)kinderen, waarbij ze zien dat ouderen ooit kinderen waren of zelfs nu nog een beetje zijn. Ook bruikbaar op school, om bijvoorbeeld voor te lezen. Leeftijdloze, waardevolle uitgave voor ca. 9 t/m 12 jaar, maar ook voor de (groot)ouders zelf.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.