Verborgen oorlogsjaren : ondergedoken joodse kinderen getuigen
Herman Vandormael
Herman Vandormael (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2012 |
VOLW. : NON FICTIE : 928.8 VAND |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2012 |
Thema: vrede en conflicten 7.5.VRE |
31/05/2013
Theresienstadt (Terezin in het Tsjechisch) is een begrip geworden, want daar dekten de begrippen nazimassamoord en nazileugen elkaar naadloos. Met propagandistische doeleinden werd de stad voorgespiegeld als een kuuroord voor prominente Joodse gevangenen. Maar achter de coulissen voltrok er zich een bijzonder aspect van de Endlösung met een cynische wreedheid, waarvoor woorden ontbreken. ‘Der Führer schenkt den Juden eine Stadt’, zo werd uitgebazuind. In werkelijkheid kwamen in Theresienstadt 33.000 mensen om van honger en ziekte en was de stad voor 80.000 anderen een ‘doorgeefluik’ naar Auschwitz en Sobibor. Van de naar schatting 15.000 kinderen die genadeloos in die hel werden geworpen, overleefden er nauwelijks 100 à 120. Van hen zijn een tiental nog in leven, de meesten afkomstig uit Nederland. Herman Vandormael, doctor in de geschiedenis, noteerde hun herinneringen. Hij moest hen over de grens opzoeken, omdat de onpeilbare nazistische willekeur bepaalde dat niemand uit België naar Theresienstadt werd gedeporteerd en slechts drie Fransen. Het is de grote verdienste van de auteur, die al eerder publiceerde over de Shoah, dat hij de verschrikkingen van Theresienstadt zo volledig als mogelijk in al hun gruwel heeft onthuld.
Er was dus iets speciaals aan deze tot concentratiekamp gedegradeerde garnizoensstad uit de Habsburgse tijd. Zo bestond er een zweem van zelfbestuur, werd zelfs gettogeld gedrukt en bleven families bij elkaar. Maar de SS en de Sicherheitsdienst bestuurden sluw met de ijzeren hand — al stak die hand heel uitzonderlijk in een fluwelen handschoen. Voor een Rode Kruisinspectie werd geschilderd en opgefleurd — de eendaagse ‘grap met het Rode Kruis’. De nazi’s verzamelden er drommen Joodse wetenschappers, academici, scheppende en uitvoerende kunstenaars. Vooral de componisten en musici mochten hun talenten uitoefenen, omdat die vorm van Freizeitgestalltung bijdroeg tot de culturele façade en een kalmerende invloed had. Op zeker ogenblik waren er vier symfonieorkesten — met muzikanten die het beste van zichzelf gaven, ook als ze het transport nakend wisten. En jazz werd gespeeld door ‘the Ghetto Swingers’ — bittere ironie. Op onderwijs stond de doodstraf, maar de kinderen mochten wel mee musiceren, zingen en tekenen. Talrijke foto’s en tekeningen vormen trouwens een overvloedige en gepaste illustratie. Vandormael verzamelde ook de kinderversjes, waarvan je vele gerust gedichten kunt noemen, getuigend van een verrassende wijsheid.
In Theresienstadt werden opera’s gecomponeerd en opgevoerd, werden concerten gegeven. Een koor van 150 leden mocht optreden en werd dan naar Auschwitz weggevoerd, een tweede koor kende hetzelfde lot en het derde mocht vijftien uitvoeringen geven. Supermoordenaar Eichmann kwam op een van die concerten applaudisseren. Nog in 1944 werd een propagandafilm gedraaid over een opgesmukte Theresienstadt, waarna alle betrokken gevangenen werden gedood. Tot in de perfectie geraffineerd sadisme.
En in mei 1945 zwegen de wapens. De weinige overlevende gevangenen mochten huiswaarts — de Nederlandse als laatsten. Die voelden zich verwaarloosd door hun eigen regering. Het ‘geïdealiseerde Holland’ bestond niet, zo ontdekten ze tot hun ontgoocheling. De mensen thuis hadden hun eigen zorgen. Vandormael ontwijkt de harde waarheden niet. Dat maakt zijn boek tot een getuigenis en een waarschuwing.
[Robert Schoeters]
Drs. B. Hummel
Theresienstadt was tussen 1941 en 1945 een getto en doorvoerkamp voor 144.000 joden uit geheel Europa (waarvan 5.000 uit Nederland). Velen werden weggevoerd naar de vernietigingskampen Auschwitz en Treblinka, anderen kwamen om door ziekte en ontbering. Bij de bevrijding was ruim 15% van hen nog in leven. In een rijk en fraai geïllustreerd boek met vele gedichten vertelt Vandormael met oog voor detail andermaal deze geschiedenis. Aan kinderen besteedt hij extra aandacht, evenals aan het culturele leven en de wederwaardigheden van enkele Nederlandse gedeporteerde joden. In vergelijking met het standaardwerk van G.E. Berkley, 'Theresienstadt' (1995), blinkt Vandormael uit in de keuze van illustraties (in kleur en zwart-wit) en Berkley in de evenwichtige presentatie van kennis. Met literatuurlijst en notenapparaat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.