De Penderwicks : een zomers verhaal over vier zusjes, twee konijnen en een heel interessante jongen
Jeanne Birdsall
Jeanne Birdsall (Auteur), Nadia Ramer (Vertaler), Laura Weeda (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, cop. 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BIRD |
31/12/2012
Na De Penderwicks (2007) en Bij de Penderwicks in de straat (2008) is dit het derde deel in de vaak gelauwerde reeks rond de zusjes Penderwick. Vader Penderwick vertrekt op huwelijksreis met zijn tweede echtgenote. De oudste van de zusjes, de dertienjarige Rosalind, gaat twee weken op reis met haar beste vriendin, zodat de jongste drie (Skye, Jane en de vijfjarige Batty) het alleen moeten zien te rooien. Nu ja, alleen is veel gezegd: ze vertrekken met hun tante Claire en hun hond Hond naar het idyllische kustplaatsje Point Mouette in Maine — wilde natuur; een romantisch, klein huisje aan het strand; interessante, maar ietwat vreemde buren, afijn, een prachtige setting. Aan tante Claire hebben ze niet veel: zij is volgens de zusjes sowieso al nauwelijks in staat om voor kinderen te zorgen, om de simpele reden dat ze er zelf geen heeft — en dan verstuikt ze ook nog eens haar enkel, zodat ze aan haar luie stoel gekluisterd is. Ondertussen krijgen de zusjes elk met hun eigen problemen af te rekenen: de twaalfjarige Skye kan de stress die de verantwoordelijkheid over haar jongere zussen met zich meebrengt, nauwelijks aan, Jane wordt tot over haar oren verliefd op buurjongen Dominic en Batty mist Rosalind verschrikkelijk. Gelukkig is er ook goed nieuws: Jeffrey, een muzikaal genie en de bijna-broer van het stel (die ook al in de vorige twee delen meespeelde), mag de zusjes onverwacht toch komen vervoegen.
So far, so good. Jammer genoeg werkt de karaktertekening van de zusjes na verloop van tijd storend. Het zijn werkelijk ideale kinderen, en ze gedragen zich doorlopend zo verantwoordelijk dat het nauwelijks meer geloofwaardig is. Zo vraagt Jane bij het afscheid van Rosalind of ze een paar boeken van hun stiefmoeder mag meenemen naar zee. Maar Rosalind vindt die boeken (ze gaan over liefde), ‘niet geschikt voor haarzelf, laat staan voor Jane, die pas elf was’. Vervolgens bezweert ze haar zussen om zich vooral beleefd te gedragen in Point Mouette, ‘want jullie vertegenwoordigen de Penderwicks in Maine, en dat is voor ons totaal nieuw gebied’ en om zich te houden aan de waslijst van regels die ze voor hen heeft opgesteld (helpen met koken, schoonmaken, niet kibbelen — dat laatste blijkt niet nodig, want Jane en Skye hebben uit eigen beweging al een ‘antiruzieverdrag’ gesloten). Uiteraard houden de zusjes zich ook keurig aan alle opgelegde regeltjes.
Ongehoorzaamheid staat namelijk niet in het woordenboek van de zusjes — misschien wel omdat het woordenboek dat zij gebruiken, bij voorkeur een Latijns is. Als ze even moeten wachten, zeggen ze gauw even de priemgetallen tot 1249 op. Dat de gestresseerde Skye zich in het diepst van haar gedachten graag mag vergelijken met beroemde veldheren is eventjes grappig, maar na verloop van tijd klinken vragen als ‘Hoe kon ze Jane beschermen tegen deze idioterie? Het had geen zin zich af te vragen wat Caesar of Napoleon in een dergelijke situatie zou doen’ alleen nog pompeus. Dat Jane, die schrijfster wil worden, zich het liefst uitdrukt in zweverige literaire zinnen (‘Zelfs in haar huidige staat van diepe nederigheid en boetedoening werd het haar te veel!’, gaat op dezelfde manier vervelen. Ook de manier waarop de vijfjarige Batty wordt neergezet, lijkt me nogal vergezocht: het meisje vindt Janes verhaaltjes voor het slapengaan ‘ronduit teleurstellend’, maar geeft daar geen uiting aan om haar zusje niet te kwetsen, en neemt zich voor om gedurende hun hele verblijf in Maine zeker niet te huilen, want ‘dat kon ze Skye niet aandoen.’
Het verhaal is verder vakkundig geschreven en mooi geconstrueerd, Jeanne Birdsall laat de perspectieven van de verschillende zusjes op een evenwichtige manier aan bod komen, en aan het einde volgt er nog een leuke twist (al is die dan gebaseerd op een wel erg toevallige samenloop van omstandigheden). De pagina’s baden in de sfeer van eindeloze zomervakantie, vrijheid, avontuur en onschuldige romantiek, en met realistischere hoofdpersonages was het boek fijn nostalgisch leesvoer geweest. [Lies Lavrijsen]
S. van Bruinisse
De zusjes Sky, Jane en Batty en Jeffrey gaan twee weken op vakantie naar Maine waar ze samen met hun tante Claire verblijven in een huisje aan de kust. Rosalind, de oudste zus gaat niet mee, wat betekent dat Sky de OBP is, Oudst Beschikbare Penderwick, en alles in goede banen moet zien te leiden. Maar dat blijkt niet zo eenvoudig te zijn! Al gauw kneust tante Claire haar enkel, is de angst dat Batty in het water valt nogal groot en loopt Jane een bloedneus op. Ook liefde, vriendschap en muziek spelen een belangrijke rol. Derde deel uit de serie over de Penderwicks*. Heerlijk, vlot lezend meidenverhaal vol avonturen. Humoristisch, maar ook serieus. Korte hoofdstukken, ruime bladspiegel en prettig leesbaar lettertype. Inhoudelijk beter uitgewerkt dan de doorsnee chicklits. Het omslag, dat aan ouderwetse knipkunst doet denken, past uitstekend bij de inhoud. Vanaf ca. 10 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.