Zizek
Marc De Kesel
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Sjibbolet, cop. 2012 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 179 KESE |
15/12/2012
Marc De Kesel is niet aan zijn proefstuk toe met zijn nieuwe verkenningen van de liefde. Eerder publiceerde hij reeds Eros & ethiek, een verhelderende commentaar op Lacans seminarie over de ethiek, waarin eveneens wordt besproken hoe verlangen, genot en liefde zich vermengen zonder ooit volledig in elkaar op te kunnen gaan. Je kan inderdaad onmogelijk over de liefde spreken zonder het over het verlangen en zijn bevrediging te hebben. Precies deze dubbelheid behoort volgens De Kesel tot de kern van de liefde. In het domein waar ‘niets dan liefde heerst’ schuilt onvermijdelijk deze dubbelheid: in de liefde horen we zowel het persisterende verlangen of de werkzame eros als de vervulling van dat verlangen of het genot. Onze moderne amor blijkt zalig en wreed, vervuld en onvervulbaar tegelijk.
Niets dan liefde 'biedt een proeve van spoorzoeken naar de dubbelheid' die eigen is aan de liefde. 'Waar dit lukt, is dit te wijten aan de logica van de gift die bloot is komen te liggen.' De analyse van De Kesel voert ons dus van de liefde naar de onderliggende logica van de gift. Juist daarin zijn de vijf hoofdstukken en de epiloog van het boek origineel en interessant. De auteur laat in zijn besprekingen het hedendaagse vrijheidsdiscours, waarin het zogenaamde autonome individu zich tot de ander en de wereld verhoudt, links liggen. Dit houdt een ethische keuze in die alles met het onderwerp te maken heeft: De Kesel haalt het in onze cultuur sterk verdrongen paradigma van de gift opnieuw boven en gaat op zoek naar haar eigengereide logica.
De speurtocht verkent in een eerste hoofdstuk de zeventiende-eeuwse traditie van de pur amour, zoals we die in de geschriften van François Fénelon kunnen terugvinden. Omdat deze mystieke praktijk zo wreed kan uitvallen, legt de auteur er meteen Histoire d’O van Pauline Réage naast, een erotische roman met sadomasochistische inslag uit de vorige eeuw. Leven van en voor de liefde, van en voor de oneindig overstromende liefde van god bijvoorbeeld, kan uiteindelijk alleen maar verpletterend en wreed zijn, dit wil zeggen oneindig lief.
Het 'vrije verlangen om slaaf te zijn' of 'bonheur dans l’esclavage', zoals het heet in de inleiding van Histoire d’O, komt opnieuw aan bod in een derde hoofdstuk, waarin De Kesel de politieke variant van de (imaginaire) slavernij bespreekt aan de hand van de film Manderlay van Lars von Trier. Het thema van de 'gemeenschap van gewezen slaven die uit vrije wil slaaf willen blijven' is gebaseerd op een historisch waargebeurd verhaal. Ongeveer tweehonderd zwarten, zowel mannen als vrouwen, die in de loop van het jaar 1838 de vrijheid afdwongen op het eiland Barbados, 'kwamen op een ochtend hun oude meester, een zekere Glenelg, smeken hen als slaven terug te nemen'.
Dat het 'vileine wonder van de gift' al snel tot een 'apocalyptisch geschenk' kan uitgroeien, bleek ook reeds manifest in Dogville, het eerste deel van von Triers trilogie 'USA, Land of Opportunities'. In het tweede hoofdstuk van zijn boek benadert De Kesel deze wonderlijke film vanuit het giftperspectief. 'Aanvaard als een welkome "gift" brengt de hoofdfiguur — niet toevallig Grace (Genade) genaamd — geluk en liefde in een "vrije", dit wil zeggen op contracten en wederzijdse uitbuiting gestoelde, moderne samenleving. Als de film de logica van de gift consequent volgt, is het om aan te tonen hoe die logica tegen haar eigen impasse aanloopt en explodeert in een letterlijk alles wegbrandende "holocaust".'
Gelukkig is niet alles even venijnig, slaafs of wreed in de liefde. Hoofdstukken vier en vijf beklemtonen vooral het positieve aspect van de gift in de ouder-kindrelatie en in de zogenaamde ‘zachte sector’ van de zorgberoepen. Kinderwensen bijvoorbeeld zijn in laatste instantie gebaseerd op een verlangen om zich te geven nog voor het kind er is. Het belang van die gift kan moeilijk overschat worden. De afwezigheid ervan kan dramatische gevolgen hebben, wat telkens opnieuw weer blijkt in de therapeutische praktijk wanneer patiënten getuigen ongewenst op de wereld gezet te zijn. Een minimale lustomgeving is voor het kind levensnoodzakelijk, al werkt die onmisbare ouderlijke gift paradoxaal genoeg als een constitutief oertrauma voor het kind. 'Het kind is immers machteloos tegen die gift, precies omdat het er het resultaat van is, omdat het niets dan die gift, en dus niets zonder die gift is.' 'De ware vrijheid', schrijft De Kesel, 'bestaat erin zich te kunnen verliezen in de vragen en de verlangens die men is, zich daaraan te kunnen geven, zonder dat men zijn plaats — zijn subject — in dit verlangen verliest'.
Kortom, de mens valt niet zomaar restloos met zichzelf samen. Het is hard en onbehaaglijk, maar dit tekort een bestaansrecht verlenen, 'daar komt het harde van de abusievelijk zacht genoemde sector op neer'. En zo blijft De Kesel, in zijn telkens weer even heldere en boeiende betoogtrant, pleiten voor een (Lacaniaanse) ethiek. Kwestie van er voldoende ontvankelijk voor te zijn, dan zien we er meteen ook iets moois in — eventueel met een middeleeuws miniatuur voor ogen van een op een 'enkele tak wankelende liefdesscène' tussen een ridder, een Dame en een eenhoorn. De epiloog van het boek becommentarieert dit beeld dat op de cover prijkt. Het is meer dan alleen logica, want de giftlogica blijft er onbeslist, heerlijk en vilein tegelijk. [Erik Mertens]
Dr. Taede A. Smedes
Volgens de Vlaamse filosoof Marc De Kesel, die zijn insteek neemt in de Lacaniaanse psychologie, zijn wij mensen verlangen. Een verlangen dat niet te bevredigen is, dat verlangt om ons als subject volledig 'weg te schenken', in de hoop dat de ander zich aan ons geeft. De essays die in deze bundel zijn opgenomen, werken dat thema verder uit door zich te concentreren op het aspect van de ambivalente 'gift'. Het eerste essay laat door middel van religie en een erotische roman zien hoe die gift en het verlangen ook fout kunnen gaan. Essay drie en vier beschouwen Lars von Triers 'Dogville' en 'Manderlay' in het licht van de gift in de context van socialiteit en vrijheid. Essay vier en vijf behandelen de gift in de context van de kind-ouderrelatie en als 'positief paradigma' voor de zorg. In de epiloog illustreert de auteur aan de hand van middeleeuwse eenhoorn-miniaturen nog eens de ambivalentie van de gift in het menselijk leven, die ook centraal staat in de overige essays. Spannende, originele cultuurfilosofie die aan het denken zet. Wel voor doorzetters, want het zijn geen gemakkelijke teksten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.