De brief
Pieter Toussaint
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Cossee, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11219 |
15/03/2013
‘Hoe ben ik hier terecht gekomen? Wat waren de gebeurtenissen die me hier brachten?’ Met statistiek probeert professor Viktor Rijshout deze existentiële levensvragen op te lossen wanneer hij op de luchthaven van Denver een biertje heeft gehaald, afscheid heeft genomen van zijn ex-vrouw en dochter en wacht op een vlucht die hem terug naar Noorwegen brengt, waar hem de hoofdrol in een mediaschandaal wacht. Hoe kleiner de waarschijnlijkheid van de reeks gebeurtenissen die hem hier bracht, hoe zekerder hij kan zijn dat hij er geen verantwoordelijkheid voor draagt. Deze persoonlijke strijd tussen toeval en schuld waarin Rijshout terecht is gekomen na de dood van zijn zoon, vormt de kern van dit boek van Pieter Toussaint, die hiermee zijn interessante schrijverschap bevestigt.Het gezichtsverlies uit de titel begint wanneer Rijshout zijn principes opzijzet en meewerkt aan een strafrechtelijk onderzoek. Aan hem wordt gevraagd de kans te berekenen dat het toeval was dat zoveel kinderen stierven tijdens de diensturen van een verdachte verpleegster. Maar niet enkel blijkt de moordverdachte een oude bekende van de professor te zijn, hij vervalst ook nog de gegevens om een theorie van zijn collega-rivaal Rouchout onderuit te halen. Toch laat het hieropvolgende (media)schandaal hem onverschillig en langzaam wordt duidelijk waarom. Hij heeft geen gedachten meer over kansberekening en de onontkoombaarheid van reeksen van gebeurtenissen die hem niet steeds naar dezelfde vraag leiden: ‘Wat was de kans dat Ole zou verdrinken in het meer?’.De neergang van een academicus die in een mediaschandaal terechtkomt, was al onderwerp van zeer goede boeken als van Arnon Grunberg en van Christiaan Weijts, maar ook het korte boek van Toussaint verdient een plek dankzij zijn stilistisch meesterschap. In een heldere en karige stijl (en vierhonderd pagina’s minder dan Grunberg) toont Toussaint hoe hij de constructie van zijn boek perfect beheerst. Ondanks de bedrieglijke eenvoud is het heel sterk hoe hij vaak het drama weglaat en toch precies genoeg toont. Hij behoudt een afstand zonder zelf te willen oordelen. Wanneer het mediaschandaal is losgebarsten en Rijshout zich thuis opsluit, heeft die vooral oog voor de verbazend lange nazomer die ten einde loopt; hetzelfde seizoen waarin Ole stierf. Er zijn geen uitleggerige beschrijvingen, overbodige karakteriseringen of invullingen van personages, maar er is wel een constante, beheerste spanning in de vorm. Ook dat heet stijl en verteltalent.Toussaint legt de lezer geen waarheid op. Wat hij echter toont is, in Rijshouts woorden, dat ‘het je zal verbazen hoe nauwkeurig wij kunnen aangeven wat we niet weten’. We komen inderdaad nooit te weten of een van beiden schuld draagt. De statistiek schiet tekort en de strijd tussen toeval en verantwoordelijkheid blijft onbeslist. En ook in het schrijven laat Tousssaint impliciet ruimte voor het niet-weten. [Rasmus Van Heddeghem]
L.A.A. Kruse
De naar Noorwegen geëmigreerde Viktor Rijshout, hoogleraar in de mathematische statistiek in Trondheim, heeft het moeilijk met zijn scheiding, verbroken vriendschappen, en de verdrinkingsdood van zijn zoon waaraan hij zich schuldig voelt. Zijn leven neemt een andere wending als hij bezoek krijgt van Kjell Nielsen, een hoge ambtenaar van justitie, die hem vraagt een kansberekening te maken van de waarschijnlijkheid dat verpleegkundige Anne L., als een ‘Engel des doods’, betrokken is geweest bij zevenentwintig incidenten en twaalf overleden kinderen. Omdat het een lucratieve opdracht is, hapt Rijshout toe. Maar na de publicatie van zijn onderzoek veroorzaakt hij veel commotie. Hem wordt wetenschappelijke onbetrouwbaarheid en partijdigheid verweten, en sensatiebeluste journalisten sabelen hem neer. Ten einde raad gaat Rijshout naar het meer waar Ole verdronk, en probeert rust en verlossing voor zijn schuldgevoel te vinden. Sfeervol verhaal, in sober maar fraai proza, over actuele, maar ook universele thema’s. Vierde roman van Toussaint (1965), zelf ook een naar Trondheim geëmigreerde Nederlandse hoogleraar. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.