De non
Denis Diderot
Denis Diderot (Auteur), J.M. Vermeer-Pardoen (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, 2012 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 155.2 DIDE |
31/12/2012
De Pensées philosophiques (1746) is het eerste zelfstandige werk van Denis Diderot (1713-1784), waarmee de grote animator van de Encyclopédie (het grote manifest van de verlichting) zijn eerste stappen zette op de weg van een radicaal en ondogmatisch denken. In dit vroege werk viel zijn keuze in het domein van geloof en rede nog op het deïsme dat het goddelijke verbindt met de natuur ('De gedachte dat er geen God is, heeft nog nooit iemand angst aangejaagd, maar wel dat er een God is zoals die wordt afgeschilderd.'). Later zal hij, onder meer in het Supplement (1770) bij de Filosofische gedachten (dat hier ook is opgenomen), besluiten dat het deïsme in feite geen enkel probleem oplost en eigenlijk absurd is, in tegenstelling tot het atheïsme ('Als God, die ons de rede heeft gegeven, eist dat we die opofferen, is Hij een goochelaar die met een verdwijntruc verdonkeremaant wat Hij heeft gegeven.').
Een en ander leidt tot zijn arrestatie en opsluiting voor enkele maanden in de gevangenis van Vincennes. Diderot was een onvermoeibaar strijder voor het recht op vrij onderzoek en scepticisme ('Men moet van mij eisen dat ik de waarheid zoek, niet dat ik die vind') en strijder tegen de menselijke domheid zoals die bijvoorbeeld tot uiting komt in het geloof aan wonderen en wonderdoeners ('Je kunt ze niet ontkennen zonder goddeloos te zijn, en je kunt ze niet geloven zonder achterlijk te zijn.').
De verzameling aforistische uitspraken die hier voorligt verscheen oorspronkelijk anoniem in Den Haag onder het devies Piscis hic non est omnium, een vis dus die — ook vandaag nog — niet voor iedereen is. [Jan Baes]
Drs. P.W.A. Stuurman
De verlichtingsdenker Diderot (1713-1784) schrijft 62 notities met betrekking tot de christelijke religie en vult die later aan met nog 72 wat kortere opmerkingen. Hij schrijft over de onmogelijkheid van een goede, almachtige God en het bestaan van kwade toestanden (de theodicee). De positie van de atheïst en die van de deïst worden ook besproken: de ontkenning van het bestaan van een persoonlijke God of de erkenning van een goddelijke ontwerper die zich heeft teruggetrokken. De vraag hoe te leven als er geen goddelijk ingrijpen te verwachten is, wordt onderzocht. De natuurlijke religie is waar de schrijver, redelijk redenerend met de klassieke redenaar Cicero, op uit komt in de eerste serie gedachten; de tweede eindigt hij met de verwijzing naar een spreuk die stilzwijgen, naastenliefde en vaderlandsliefde uitdraagt. Deze gedachten waren schokkend in zijn tijd. Ze lijken terug te grijpen, via Shaftesbury, op het werk van Lucretius (omstreeks 50 voor Christus) dat in de vijftiende eeuw herontdekt wordt en daarna meer bekendheid krijgt. Mede hierdoor komt er weer belangstelling voor het antieke, dus voor-christelijke, denken; de Verlichting is hiervan een nakomeling. Mooie vertaling met verklarende voetnoten en behulpzaam nawoord. Pocketuitgave; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.