Lied van Solomon
Toni Morrison
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13744 |
31/03/2013
Twee kinderen kijken hoe twee hengsten elkaar bekampen en zien hoe een lijk wordt gedumpt. ‘[D]e paarden, een mannenvoet en een trillende Ycidra onder mijn arm’ beheersen Frank Moneys gedachten vijftien jaar later nog, in de ziekenboeg van de gevangenis. Hij houdt zich doodstil; dan laten ze de volgende morfine-injectie misschien achterwege en kan hij ontsnappen. Frank zoekt zijn toevlucht in een kerkje, waar hij uitrust voor zijn reis naar Lotus, Georgia. Daar is zijn zus Ycidra (Cee) slachtoffer geworden van medische experimenten. Als Frank geen haast maakt, redt ze het misschien niet.
Zoals gewoonlijk beschrijft Toni Morrison de identiteitsvraag van de zwarte Amerikaan en de dwalende mens, die greep tracht te krijgen op zichzelf. Het verhaal komt in flarden. Een bekend motief in de Amerikaanse literatuur is dat van de identiteit die ontleend wordt aan de grond waarop men leeft. Voor de zwarte Amerikaan was dat altijd al een hoogst onbestendig iets.
Morrison plaatst de zwarte man zonder zelfbeschikking in contrast met de steigerende hengsten. Het ontzag van de kinderen botst heftig met de verschrikking en de angst als ze zien hoe het lijk begraven wordt. Pas op het einde kun je het verband leggen tussen deze scène en een weddenschap tussen blanke mannen, die een zwarte vader en zoon dwongen om tot de dood met elkaar te vechten. De strijd van de trotse, vrije hengsten wordt verbonden met een geïdealiseerd manbeeld. Maar de schoonheid en de vrijheid van de paarden gaan gepaard met geweld en het recht van de sterkste. En geweld brengt geweld voort.
Op het einde geeft Frank het slachtoffer van de blanke lynchpartij via een herbegrafenis symbolisch zijn eigenwaarde terug. Daarbovenop komt de slotzin: ‘Het is goed, broer. We zijn thuis.’ Het is wel een thuiskomst in een huis dat het hunne niet is, in een land waar hun politieke leiders in de komende jaren zullen opstaan, worden neergelegd, en opnieuw zullen opstaan. Dit slot geeft de lezer in het licht van Franks persoonlijke geschiedenis en die van een volk, op zijn minst een wrevelig gevoel.
De hoofdmoot van Thuis is verteld in de hij-vorm en die hoofdstukken wisselen systematisch af met het beknoptere ik-verhaal van Frank. Franks verhaal laat er geen twijfel over bestaan dat de auctoriale verteller onmachtig is om te beschrijven waar het werkelijk om gaat. De persoonlijke, individuele stem is de krachtigste. Het hij-verhaal interpreteert en structureert en leidt de lezer naar een ‘bevredigende’ afronding. Net dat maakt dat Thuis zoveel voor Morrison atypische passages bevat. Het verhaal van deze anonieme verteller is bij momenten onverwacht schraal, en op het einde jaagt hij de personages voort in een overhaaste loutering. De lezer schiet hij te hulp met verklaringen en conclusies.
Toni Morrison verklaart niets. De structuur van Thuis is lastig voor de lezer, temeer omdat Morrison weinig bindweefsel aanbrengt in de uiterst gefragmenteerde geschiedenis. Het is aan de lezer om er zelf coherentie in te zoeken.
(Dit is een abstract van een artikel van Jen de Groeve. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 7 2012.)
[Jen de Groeve]
L. Torn
In deze kleine literaire roman behandelt de Amerikaanse schrijfster Toni Morrison (Nobelprijs 1993) thema’s die wij kennen uit eerder werk: het lot van de zwarte bevolking in de Amerikaanse geschiedenis; de zoektocht naar identiteit en een pleidooi voor humaniteit. De 24-jarige Frank Money heeft ernstige trauma’s opgelopen in de Korea-oorlog die Amerika voerde in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Als zwarte oorlogsveteraan voelt hij zich uitgerangeerd in de racistische Amerikaanse samenleving van die jaren. Frank worstelt met de drank, het enige medicijn tegen de hallucinaties waarin hij de gruwelijke dood van twee jeugdvrienden herbeleeft. Met zijn drieën hadden zij getekend voor het leger om te ontsnappen aan hun armoedige geboortegrond. Als minnaar trekt Frank in bij een alleenstaande vrouw, maar die ergert zich algauw aan zijn ‘afwezigheid’. Dan krijgt Frank bericht dat zijn jongere zus Cee in levensgevaar is en zijn hulp nodig heeft. Het geeft Frank de moed om eindelijk terug naar huis te gaan en niet alleen Cee te redden maar ook zichzelf te hervinden. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.