De kronieken van Qrom. Vuurtoren
Stephan Dierickx (Auteur), Judith Vanistendael (Illustrator)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DIER |
Besprekingen
15/02/2013
Vuurtoren is het eerste deel van wat de reeks 'De kronieken van Qrom' zal worden. Dit is het debuut van filosoof Stephan Dierickx, die daarvoor samenwerkt met Judith Vanistendael. In de kinderboekenwereld kennen we Vanistendael vooral van de reeks 'Rosie en Moussa', met teksten van Michael De Cock. Ze geldt als een veelbelovend stripauteur, bekend van 'De maagd en de neger' (Oog & Blik, 2007-2009) en Toen David zijn stem verloor (Oog & Blik, 2012). Vuurtoren wordt op de flap omschreven als ‘een wervelend beeldverhaal’. Met 96 pagina’s voldoet het boek inderdaad niet zozeer aan de heersende conventies van een prentenboek, maar gelukkig wordt het ook niet weggezet als een ‘geïllustreerd boek’. De term ‘beeldverhaal’ doet recht aan de mate waarin de prachtige prenten van Vanistendael het verhaal dragen.
Het verhaal begint met een beschrijving van het eiland Qrom, dat uiteraard heel krom is. Waarom de naam van het eiland met een Q wordt geschreven, is onduidelijk; inhoudelijk voegt die kunstgreep niets toe aan het verhaal. Het eiland wordt door een aantal bijzondere personages bewoond. Na een uitleggerige aankondiging (‘Eerst leren we / de mensen van het eiland Qrom / kennen / en de dieren / en hun rare manieren’) worden alle personages opgesomd aan de hand van hun ontmoetingen met elkaar. Zo is er Hank de piraat, die spreekt via zijn vogel Toek en bang is om gevangen te worden, en de excentrieke siamese tweeling Tim en Tom, twee matrozen die graag van het eiland weg willen. Verder leren we onder meer de Inktvisser kennen, een verwaande pony en Johanna met de geest van haar overleden dochtertje achterop haar paard. Aan het slot van de introductie komen we bij Eppe en Pylk, die bij oma Bultrug wonen en een kist met een raadselachtig voorwerp hebben gevonden. Het blijft niet lang een raadsel wat in de kist zit; oma Bultrug weet dat het de lamp van de vuurtoren is, die al lang geen licht meer geeft en waardoor het eiland nooit door boten met andere mensen bezocht wordt. Eppe, Pylk, oma Bultrug en de Inktvisser besluiten de lamp naar de vuurtoren te brengen. Tijdens hun tocht over het eiland sluiten alle voorgesteld personages zich bij hen aan. Wanneer piraat Hank roet in het eten wil gooien, leidt dat bijna tot de verdrinkingsdood van Tim en Tom — waarna Hank besluit de lamp toch te gebruiken waarvoor die is bedoeld. In minder dan geen tijd meert er vervolgens een schip aan en vieren alle personages daar feest.
De illustraties van Judith Vanistendael werken schitterend in dit boek. Ze zet de personages neer met scherpe lijnen waarin we de stijl van haar striptekeningen herkennen, afgewisseld met landschappen die zijn vormgegeven in aquarelschilderingen. De sobere kleuren die Vanistendael gebruikt — veel grijs, zwart en legergroen — dragen perfect de bedrukte sfeer van het vergeten eiland uit. Ze speelt met het perspectief en zorgt zo voor een afwisselende kijk die het eiland in al zijn facetten laat zien, zelfs het overgrote deel ervan dat onder water ligt. Wanneer de bevolking van Qrom letterlijk tegenover elkaar komt te staan, benadrukt Vanistendael de standpunten door links met kleur te werken en rechts de personages in grijs en zwart weer te geven. Ook het contrast tussen licht en donker op de prent waarop de vuurtoren eindelijk weer licht geeft, is enorm effectief. Uit Vanistendaels prenten spreken emoties: opwinding, angst, woede, bedreiging, verrassing.
Jammer genoeg doet de tekst voornamelijk afbreuk aan de sfeer en de emoties die zo knap uit de beelden spreken. De eerste pagina begint veelbelovend, met alleen de woorden ‘rare mensen / scheve bomen’. Het roept de verwachting op van een poëtisch verhaal dat met weinig woorden veel aan de eigen verbeelding overlaat. Niets is minder waar. Stephan Dierickx heeft de tekst ogenschijnlijk volgens conventies van de poëzie willen vormgeven — korte zinnen, veel witregels, geen interpunctie —, maar al gauw ontdek je dat die poëtische pretentie verbergt dat de tekst weinig moois bevat. Wanneer er al interpunctie wordt gebruikt, zijn dat drie slepende puntjes. De metaforen zijn weinig origineel (‘zo krom / als een tros / bananen’, ‘het was alsof / […] de wilde slagen / van de zee / op pauze stonden’) en Dierickx heeft de neiging alles veel te zeer uit te leggen. Zo had de tekst over Polly de Potvis afgekund met ‘maar zij zegt ook niet veel’, maar voelt Dierickx blijkbaar de behoefte uit te leggen hoe dat zit, zonder dat dit iets bijdraagt. Ook op structureel niveau wil Dierickx de lezer veel te veel bij de hand nemen. Het aanspoelen van de kist wordt al aan het begin aangekondigd, waarna Dierickx aangeeft dat we eerst de personages moeten leren kennen. Zelfs het slot is uitleggerig: (‘Maar / het is laat // dat / is een verhaal / voor een andere keer // EINDE’). Hoofdletters worden overigens doorheen heel het boek veelvuldig gebruikt, vaak met koppeltekens tussen de woorddelen. De functie daarvan is een raadsel. Woorden als ‘VER-STOPT’ en ‘SNUIT-JES’ zijn voornamelijk een storende factor, vooral omdat het opdelen van zulke woorden eerder willekeurig dan consequent wordt toegepast. De slepende interpunctie, het uitleggerige aankondigen van de verhaalstructuur en het vervelende gebruik van hoofdletters en verbindingsstreepjes komen allemaal terug in dit fragment: ‘Maar op een dag… / een heel gewone dag… / gebeurde er iets… / dat alles / voorgoed / zou VER-AN-DE-REN! // Dat was de dag / waarop EEN KIST aanspoelde! // Maar dat is voor later…’
De tekst in Vuurtoren doet werkelijk afbreuk aan de kracht van de prachtige beelden. De illustraties van Judith Vanistendael zouden veel beter tot hun recht komen wanneer ze vergezeld gaan van een tekst die de lezer serieuzer neemt dan Stephan Dierickx hier doet. Naar het vervolg van 'De kronieken van Qrom' kunnen we uitkijken om opnieuw te genieten van de beelden van Vanistendael, maar het is te hopen dat Dierickx zich in een volgend deel van de reeks zal herpakken. [Marloes Schrijvers]
Conny Meijer
De mensen op het afgelegen eilandje Qrom zijn somber en excentriek. De jarenlange afzondering, doordat de vuurtoren niet functioneert, eist zijn tol. Als er een kist aanspoelt met daarin een vuurtorenlamp, gaat een deel van de bewoners op weg om deze in de vuurtoren te zetten, ondanks het protest van een groepje bangeriken. Met het vuurtorenlicht komt er een grote verandering. Prachtig boek waarin veelzeggende aquareltekeningen in grotendeels sombere tinten, met zo nu en dan juist een kleurig contrast, voor een vervreemdende sfeer zorgen, waarin bizarre mensen ronddolen. De tekst is in korte zinnen en verdeeld in strofen weergegeven, waardoor het aan een gedicht doet denken, maar zonder rijm. Het wel en wee van de eilandbewoners ontrolt zich in een beeldende taal, die door de prettige cadans mooi hardop te lezen is. De mensen zijn een beetje griezelig, maar gaandeweg groeit er sympathie voor hen en hoop je op verlichting van hun bestaan. Een bijzonder boek waarvan naast jonge kinderen ook oudere jeugd kan genieten. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar.
De kronieken van Qrom vuurtoren
Annie Beullens
ua/an/22 j
Alles is krom op het eiland Qrom. Al meer dan 100 jaar ging er niemand van het eiland weg en kwam er ook niemand naartoe. Dat komt omdat het licht van de vuurtoren niet meer werkt en omdat Qrom op geen enkele wereldkaart te vinden is. Tot de schaarse bewoners behoren o.a. Hank, ex-piraat en zijn sprekende papegaai, Toek. Zij bezetten de vuurtoren. Verder zijn er de Siamese tweeling Tim en Tom en hun moeder en de dichter-visser, die inkt perst uit inktvissen om gedichten te schrijven voor Jozefien die hij nog nooit heeft gezien. Johanna heeft haar kind verloren op zee en zingt alleen enge liedjes zingt. Oma Bultrug en de twee kinderen, Eppe en Pylk, sluiten het rijtje.
Die kinderen vinden op een dag een kist, waarin een vreemd ding zit. Behalve Oma weet niemand wat het is. Het is een vuurtorenlamp, zegt ze. De kinderen beseffen dat als de vuurtoren weer werkt er misschien opnieuw boten naar hun eiland zullen komen. Ze besluiten zo vlug mogelijk naar de vuurtoren te gaan. Oma en de inktvisser gaan ook mee. Op hun kromme weg naar de toren komen ze oude bekenden tegen en de stoet groeit aan. Velen koesteren verwachtingen over wat er zal veranderen en welke mogelijkheden de komst van schepen hen zal bieden. Anderen opperen bezwaren. Moeder Vos is bang voor vreemdelingen die winterjassen van vossenpels zullen willen en gaat zich ingraven. Het duurt niet lang of er staan twee kampen tegenover elkaar. Oma Bultrug slaagt erin om de gemoederen te bedaren.
In stoet, Oma voorop, beklimmen ze de weg naar de vuurtoren. Nooit eerder hadden ze zulk mooi uitzicht op de zonsondergang. Maar in de vuurtoren staat iets engs en griezeligs op hen te wachten. Hank de piraat verdedigt de vuurtoren en legt beslag op de lamp. Tim en Tom zien hun droom om van het eiland weg te raken vervliegen en gaan totaal uit de bol. Met een klein bootje varen ze de zee op. Niet lang na hun vertrek steekt er een enorme storm op. De eilandbewoners horen Tim en Tom om hulp roepen. Eppe steekt een vuur aan om hen te weg terug te wijzen. Dan doen de piraat en de vuurtoren iets waaruit blijkt dat de piraat nog zo slecht niet is. Het duurt niet lang of een gigantische stoomboot komt aangevaren. Alle eilandbewoners klimmen aan boord en voor het eerst in lange tijd vieren ze feest. Oma Bultrug en de piraat blijken elkaar te kennen en vragen zich af of het geen tijd wordt om Eppe en Pylk het verhaal van hun vader en moeder te vertellen. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.
Dit boek gaat over isolement, vooroordelen en angst en over een verleden dat niet meer gekend is. Oma Bultrug is levende geschiedenis en kan daardoor een opstand voorkomen.
De typografie in dit boek is bijzonder: regels van één woord of enkele woorden, sommige in hoofdletters, en een tekst in kolommen geschikt. De illustraties zijn weelderig, kleurrijk. Ze drukken de geest van het verhaal prachtig uit, ze verrijken het ook. Het kromme van Qrom draait en kronkelt over de bladzijden. Het is ook een bizar verhaal, een beetje griezelig. Toch ook grappig, getuige volgend voorbeeld: Oma stopt nooit met breien, ze breit rechtstreeks van het schaap af. Dit is een verhaal voor fijnproevers.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.