Het bordeel aan het einde van de straat
Joost Van Driel
Joost Van Driel (Redacteur), Rick Honings (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nijgh en Van Ditmar, 2012 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : 829.11 DRIE |
15/06/2013
In Pornografie in de Nederlandse letteren belicht een gevarieerde groep auteurs de relatie tussen pornografie en literatuur. De bijdragen zijn in te delen in vier groepen die elkaar soms overlappen. Sommige essays houden het bij een beschrijven of inventariseren van literaire porno, meestal met inachtneming van de maatschappelijke context. Andere teksten gaan in op vormkwesties. Een groot aantal teksten richt zich op het pornografische werk van één enkele auteur. Tot slot zijn er stukken over de receptie.
Het boek als geheel maakt een willekeurige indruk. Het is zoeken naar een duidelijke begripsafbakening en bijbehorende selectiecriteria, terwijl een toelichting bij de onderwerpskeuze en de essays ook nagenoeg ontbreekt. Ook lijken Van Driel en Honings zich te willen immuniseren tegen kritiek, door elke pretentie of doelstelling meteen te relativeren. Het lijkt mij toch de taak van elk informatief schrijven om termen en concepten scherp te stellen om op die manier tot een beter begrip ervan te komen. Door te hervallen in algemeenheden en weinig betekenisvolle relativeringen wordt dat echter verhinderd.
De samenstellers hebben zich ‘gericht op […] literatuur waarin de beschrijving van seks een dominante of bijzondere rol speelt’. Dat is natuurlijk een minimumvoorwaarde, maar de definitie hiertoe beperken is toch een enorme relativering. Waaraan het ontbreekt, is aandacht voor pornografie als een vorm van beschrijven. Ook voor de historische inbedding en manifestaties van pornografie is er te weinig aandacht in de inleiding. Daarnaast relativeren de samenstellers de historiografische inzet van dit boek: met amper twee van de vijftien bijdragen die literatuur van voor 1800 bespreken is het aanbod historische letterkunde toch wel heel mager. Verder is het onduidelijk om welke literatuur het nu eigenlijk gaat, Nederlandse of Nederlandstalige. De Vlaamse literatuur is in deze bundel namelijk ondervertegenwoordigd en de inleiders expliciteren nergens hun keuze.
Het grootste raadsel is echter de bijdrage van Arnon Grunberg. Grunberg stelt dat wie de mens in zijn totaliteit humanistisch wil aanvaarden, ook de ‘obsceniteit onder ogen [moet] zien en niet om er aanstoot aan te nemen.’ Des te opvallender is het vervolgens om te lezen dat hij zich onder de pornografen wil begeven op zoek naar ‘de mens achter de vunzigheid’. Hoewel de vunzigheid dus als deel moet worden gezien van de mens, zit er toch nog een andere mens verstopt achter die vunzigheid? Grunbergs ‘zoektocht naar de mens’ doet mij voornamelijk denken aan de uitlachvariant van reality-tv. In de tekst heerst een zekere onuitgesproken norm waarmee de lezer kan instemmen en meegniffelen om uiteindelijk zichzelf niet te beschamen. In dit ‘onderzoek’ vind je natuurlijk nog allerlei typische Grunbergbeweringen, die zonder verdere uiteenzetting weinigzeggend of clichématig zijn. Zo sluiten begin en einde van Pornografie in de Nederlandse letteren qua oppervlakkigheid mooi op elkaar aan. Daartussen vind je een interessant en onderhoudend boek.
(Dit is een abstract van een artikel van Hans Demeyer. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 2, 2013.)
[Hans Demeyer]
Hans Renders
Op het omslag staat de naam van een van de zeventien medewerkers in veel grotere letter: Arnon Grunberg. Zijn bijdrage is dan ook de langste en geestigste. Hij schrijft over een lezing die hij over pornografie en literatuur heeft gehouden en eindigt met een bezoek aan een studente die deze lezing had gemist en toch wil deelnemen aan het onderzoek. De overige bijdragen zijn studieuzer van aard. Herman Pleij over seks in middeleeuwse teksten, Marita Mathijsen over de 19e eeuw, Kris Humbeek over de pornografische boeken van Lous Paul Boon, Willem Otterspreer en de 'functionele' seksscenes in het werk van Willem Frederik Hermans en Elsbeth Etty vertelt over de echte seksverhalen in de blootblootjes van seksmiljonair Joop Wilhelmus. Deze staalkaart van 'vuilspuiterij' in de literatuur behandelt natuurlijk ook E. du Perron, Jan Cremer en Heleen van Royen. Het boek is verluchtigd met toepasselijke illustraties.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.