Ik heet Reinier en ons huis is afgebrand
Joke van Leeuwen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2013 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VANL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13028 |
Magazijn |
Querido, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9184 |
31/12/2012
Joke Van Leeuwen is auteur van romans en kinderboeken, performer van cabaret, dichteres en beeldend kunstenaar. Ze heeft ook een diploma geschiedenis op zak. Een duizendpoot dus, en ze zet haar duizend pootjes tegelijk aan het werk in dit boek.
Feest van het begin is heel erg mooi geschreven. Er zijn geen illustraties dit keer, zoals in Alles nieuw uit 2009, maar de visuele component van de tekst is erg groot. Je voelt dat er een schrijfster aan het werk is die de poëtische dichtheid van taal weet te combineren met het inzicht van een tekenaar. Ze maakt de lezer met raak gekozen woorden en beelden attent op de textuur van het leven. Het leven door de blik van Van Leeuwen is een overdadig doek waar de kleuren en geuren van afspatten, maar ze brengt het gedoseerd zodat je niet buiten adem raakt van zoveel indrukken. Het openingshoofdstuk is indrukwekkend: het lijkt wel Breughel of Bosch in woorden op papier. Feest van het begin beschrijft, zonder één keer het woord Parijs of Bastille te laten vallen, de eerste jaren na de Franse Revolutie. Het is het moment waarop een nieuwe wereld mogelijk lijkt, en tot op zekere hoogte mogelijk wordt. Maar zoals bij elk feest lopen sommige dingen na verloop van tijd uit de hand, en houden nogal wat feestvierders er een kater aan over.
We volgen verschillende personages: Catho, een vondelinge die opgroeit in een hospice; Berthe, de non die haar voor het eerst menselijke warmte schenkt maar haar nadien uit het oog verliest; Tobias de instrumentenbouwer; en de gefrustreerde kunstschilder Gustaphe. Alle vier kennen ze een proces van bewustwording en uitbreken uit hun oude leven wanneer het ‘feest’ begint. Maar alle vier worden ze op diverse manieren geconfronteerd met de harde kanten van het nieuwe bestaan, en uiteindelijk is het alleen nog hun hoop die hen nog draagt. En als die er niet meer is, is het afgelopen.
De personages reiken naar elkaar vanuit hun breekbaarheid of onmacht. Soms leidt dat tot warmte en begrip, zoals tussen Tobias en zijn onwaarschijnlijke vriend — de beul van de stad, die een begenadigd muzikant blijkt te zijn en die eigenlijk arts had willen worden. Soms komt het menselijk contact niet verder dan gebruiken of misbruiken van elkaar. De kunstschilder Gustaphe vindt in Catho zijn muze om de Vrijheid te schilderen en een handige uitlaatklep voor zijn seksuele behoeften, en zij heeft voedsel en een dak boven haar hoofd, maar hun relatie is zo koud dat de lezer ervan verkleumt.
Realistisch en psychologisch correct beschreven is ook het probleem dat opduikt na elke revolutie: iedereen die niet voluit mee wil met de veranderingen, is een vijand. Dat het leven niet zo zwart-wit in elkaar steekt, is een van de krachtiger motieven in het boek. Ook de vriendschap tussen de pianobouwer en de beul balanceert daardoor altijd op het scherp van de snee. Dat Tobias uiteindelijk zijn idealen gedeeltelijk opzij schuift en niet alleen helpt met het ontwerpen, maar ook met de bouw en het uittesten van de eerste guillotine, geeft een wrange nasmaak.
En er zit wel meer wrangs in het verhaal. Het grote misverstand en de leugens van de nonnen, waardoor Catho en Berthe elkaar kwijtraken, vindt plaats in het eerste derde van het boek en blijft in de rest van het verhaal doorzinderen. De lezer verwacht dat de twee elkaar op een later tijdstip opnieuw zullen ontmoeten, maar dat gebeurt niet. Dat ze ondertussen allebei de ander in gedachten vergeven hebben en naar elkaar op zoek zijn (en elkaar daarbij zelfs een keer op een haar na zijn misgelopen), is bepaald geen troost. En datzelfde gebeurt op zekere hoogte met de relaties tussen alle personages: ze kruisen elkaar, soms meermaals, ze vormen samen een web en nu en dan geraken hun draden verknoopt, maar er zit geen overtuigend achterliggend patroon in het weefsel. Wanneer het boek uit is, blijft de lezer met het gevoel zitten dat er nog een aantal hoofdstukken ontbreken en dat de evolutie van de personages nog niet helemaal tot het einde ontrold is. De opbouw van het verhaal is goed, maar een slotakkoord ontbreekt.
De identificatie van de lezer met de personages blijkt ook problematisch. Er zitten emotioneel pakkende passages in het verhaal, zoals het moment waarop Tobias met zijn aan wiegendood overleden zoontje aanklopt bij zijn vriend de beul voor een autopsie, maar het zijn er niet veel. Daarvoor houdt Van Leeuwen de lezer te veel op een afstand. Je blijft kijken naar wat er gebeurt en krijgt niet genoeg mogelijkheid om in de huid van een levende figuur te kruipen. Dat zorgt er soms ook voor dat de personages na een tijdje minder interessant worden, of ronduit ergerlijk. De naïviteit van Berthe, bijvoorbeeld, die door haar oude bediende geleidelijk uit haar eigen huis wordt gewerkt, is zo groot dat het niet meer echt geloofwaardig is. Vooral omdat de lezer Berthes blindheid gadeslaat eerder dan mee beleeft en dus wél van een hele tijd op voorhand ziet aankomen wat er gaat gebeuren.
Alles bij elkaar is Feest van het begin een erg mooi geschreven boek dat de lezer uitnodigt om zich over te geven aan een bijzondere manier van vertellen, en aan een wereld waarin de kleuren hevig zijn en de stank en het vuil bijna tastbaar. De personages laten geen diepe indruk na, maar Van Leeuwen heeft beslist een boek geschreven dat de moeite van het lezen waard is. [Kirstin Vanlierde]
L.W. Zandberg
Dit verhaal speelt zich af in de tweede helft van de achttiende eeuw in Frankrijk. Catho is te vondeling gelegd en belandt in een door nonnen geleid vondelingenhuis. Door haar vrijgevochten natuur is ze daar al gauw niet op haar plek. Dat geldt ook voor Berthe, een non die teleurgesteld is in het gebrek aan diepgang dat de andere zusters tonen en allerlei capriolen uithaalt om het kloosterleven te ontvluchten. Berthe wordt Catho's steun en toeverlaat. Parallel daaraan loopt een verhaallijn over een klavecimbelbouwer en een beul, die zich verdiepen in de ontwikkeling van de guillotine. De verhaallijnen zijn kunstig met elkaar verweven. De historische context (Franse Revolutie) wordt zijdelings belicht; centraal staat de ontwikkeling van de hoofdpersonages die hun eigen keuzes leren te maken. Dit maakt het boek voor liefhebbers van historische romans minder interessant, maar het zorgt er wel voor dat de roman actueel is. Derde roman voor volwassenen van de schrijfster (1952) die vooral bekend is van haar kinderboeken, o.a. 'Iep!' (Zilveren Griffel, 1997). Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.