Een paard voor Sinterklaas
Ted van Lieshout
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2012 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : GEDICHTEN : VANL |
31/12/2012
Er zit een feest in mij, Querido’s vijfde 'poëziespektakel', sluit naar jaarlijkse traditie aan bij het thema van de Nederlandse kinderboekenweek ‘Hallo wereld!’, met gedichten over verre landen en multiculturele klassen. Tegelijk viert de uitgeverij de vijfde verjaardag van de reeks met veel gedichten over feesten, van verjaardagen tot Sinterklaas. Deze thema’s worden heel ruim en allerminst als een keurslijf opgevat, waardoor de bloemlezing ook gedichten bevat over heel andere thema’s, van een wandelende tak over God, ouders en de zee tot de Snotterwokkel.
Initiatiefnemer Ted van Lieshout heeft de gedichten opnieuw geordend per thema, waardoor gedichten over feesten, familie, vrienden, honden, het heelal enz. samenkomen en zo soms merkwaardige verbanden of contrasten oplichten. En ook deze bundel bevat enkele intermezzo’s die minstens evenveel als de gedichten liefde voor de taal kunnen bijbrengen. In drie afleveringen geven de dichters weer welke woorden volgens hen nooit mogen verdwijnen. In ‘Hallo wereld’ schrijven ze over hun ervaringen met andere culturen. En in de mini-interviews en fotootjes achteraan geven ze op een vaak verrassende manier kleine stukjes van zichzelf bloot. De vragen zijn dan ook helemaal anders dan in de schoolse interviews: ‘Welk feest staat in je geheugen gegrift?’, ‘Welke verjaardag had je over willen slaan?’ of ‘Welk cadeau kreeg je nooit?’
De bundel bevat bijna 150 gedichten van 85 dichters, met tekeningen van 25 illustratoren, afgedrukt in zwart-wit met rode steunkleur. Ondanks het grote aantal gedichten bevat de bundel toch minder nieuwe namen dan de vorige (15 tegenover 30 in het tweede en derde deel en 27 in het vierde deel). Zoals in de vorige bundels zitten tussen de debutanten nogal wat studenten van kunstacademies en schrijfcursussen en podiumdichters als Barbara Beckers, die in 2012 de publieksprijs van DichtSlamRap won of Ellen Deckwitz, die in 2009 het Nederlands Kampioenschap won en in 2012 de C. Buddingh’-prijs voor het beste debuut. Enkele van deze jonge dichters houden een echte belofte in. Zo biedt ‘Brief voor mijn ouders’ van Ellen Deckwitz een voor kinderpoëzie verrassende kijk op een scheiding.
Gemiddeld ligt de kwaliteit van dit vijfde deel wel lager dan in de vorige. Te veel gedichten geven een voorspelbare kijk op de behandelde thema’s of worden ontsierd door gezochte beelden, stuntelige ritmes of geforceerde rijmen. Een gedicht als ‘Wiebelwachten’ gaat niet alleen gebukt onder een overvloed aan woordspelingen ‘volgens het boekje’, maar gaat aan het slot helemaal onderuit door het flauwe rijm: ‘Daar is papa! / Daar is mama! / Daar is het nieuwe broertje Dja / Uit het verre land, hoera!’ ‘Laat je me’ benadert het thema van respect voor de andere cultuur weliswaar herkenbaar, maar ook flets en voorspelbaar: ‘Soms laat je me / schrikken / Als je haren plots verdwijnen / Onder een katoenen doek’. Vrij veel gedichten hebben ook te weinig poëtische spankracht, waardoor ze nauwelijks uitstijgen boven wat gebabbel, zoals in regels als de volgende: ‘Dit versje gaat over stickers. / Ze plakken. / En over zebra’s. / Ik vind ze streperig mooi. / Dat is wat ik van ze weet.’
Gelukkig bevat de bundel ook echt verrassende verzen. ‘Boven op de Eiffeltoren’ van Marco Kunst geeft in een klassieke vorm een originele kijk op Frankrijks beroemdste toren. Dát is lachen’ van Jos van Venrooij is een grappig berijmd verhaal in de traditie van Han G. Hoekstra en Annie M.G. Schmidt. De gedichten over de Vlabber en de Vlaar, De Snotterwokkel en andere gekke wezens brengen verrassend goed gemaakte nonsensverzen in de traditie van Edward Lear of Shel Silverstein. ‘Reizende Tak’ van Simon van der Geest blijft bij door verrassende beelden en een sterk ritme dat je op een merkwaardige manier meeneemt op avontuur met de wandelende tak, ‘want avontuur zit in zijn bloed: / zijn vader was de wandelstok. van een ontdekkingsreiziger / en zijn opa was de speer / van een Apache-opperhoofd.’ Fascinerend, maar niet eenvoudig is de cyclus van Paul Demets over een scheiding. Hij combineert op een unieke manier authentieke gevoelens met een bijzondere verwoording: ‘Papa zegt: ‘ik zie het somber in.’ // Kan iemand de nacht verlichten, / zodat mama in deze straat / weer ons huis ziet staan?’
Het slotgedicht van Sylvie Marie, ‘Moeilijke oefening’, is tegelijk het kortste. Toch bevat het een belangrijke les voor veel jonge dichters, met name dat het wit tussen de regels minstens even belangrijk is als de woorden die er staan: ‘stel je eens / een gedicht voor, // zwart op wit. // lees nu eens / enkel het wit.’ [Jan Van Coillie]
Kirsten de Pre MA
Het vijfde deel in de reeks 'Querido’s Poëziespektakel', wederom samengesteld door Ted van Lieshout, bevat werk van 85 bekende en minder bekende dichters. De bundel beslaat een diversiteit aan thema’s, die enigszins zijn gerangschikt. De gedichten gaan over feestelijkheden, zoals verjaardagen, en de minder leuke kanten van feestjes (het verkeerde verjaardagscadeau, geen uitnodiging voor een partijtje en ruzie met een neefje tijdens een feest). Maar ook over honden, broers en zussen, God en de dood. Qua lengte, rijmschema en gelaagdheid is er voor ieder wat wils. De bloemlezing is mooi geïllustreerd door 25 illustratoren (zowel gevestigde als minder gevestigde namen). De tekeningen zijn gedrukt in zwart-wit met rood als steunkleur. Tussen de gedichten door worden de dichters aan de tand gevoeld over het thema van de Kinderboekenweek 2012 (Hallo Wereld) en over welk woord nooit mag verdwijnen. De bundel eindigt met miniportretten van de dichters. In 2011 verscheen in deze serie 'Vijf draken verslagen'*. Prima te gebruiken door of met kinderen vanaf ca. 9 t/m 12 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
In het vijfde deel van Querido's poëziespektakel is het al feest wat de klok slaat. Of toch niet helemaal, want dit thema blijkt slechts een indicator voor een aantal gedichten, de rest gaat een stuk breder. Net als altijd verzamelde Ted van Lieshout de vele inzendingen van dichters en selecteerde hij tot hij 85 dichters en 25 illustratoren overhield. De reeks is er gekomen om dichters een forum te geven en hen dichter bij het jeugdige publiek te brengen. Het idee is op zich leuk, maar mee door de uitwerking krijgt het geheel een ietwat muf imago. Zo zijn er een aantal intermezzo's voorzien waarin Van Lieshout aan dichters vraagt welk woord zeker niet mag verdwijnen. Mij een raadsel of dit de jeugd interesseert. Daarnaast is het boek voorzien van een aantal bladzijden mini-interviews met schrijvers, die zeker geen meerwaarde vormen voor de dichtbundel. Het feit dat gewerkt wordt met verschillende illustratoren is een troef, maar de vormgeving oogt een beetje goedkoop en weinig catchy. Wil men poëzie toegankelijker maken, dan moet men de registers toch iets meer opentrekken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.