De blauwe vogel
Do Van Ranst
Maurice Maeterlinck (Auteur), Joris De Zutter (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2012 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : MAET |
15/02/2013
In het kader van een Maeterlinck-jaar kunnen publicaties van de gevierde auteur niet ontbreken. Honderdvijftig jaar na zijn geboorte blijft Maeterlinck immers (bij ons, want in sommige buitenlanden is hij veel bekender) vooral bekend als de enige Belgische Nobelprijswinnaar literatuur (in 1911). Zijn werk zelf is veel minder actueel. Alleen al daarom is het goed dat de auteur met zijn eigen literaire oeuvre opnieuw onder de aandacht wordt gebracht, en niet enkel via tentoonstellingen en wetenschappelijke initiatieven. Joris De Zutter, conservator van het Maeterlinck-kabinet in Gent, heeft de moeilijke opdracht aanvaard om de poëzie van Maeterlinck te vertalen. Daarbij heeft hij zich gebaseerd op de klassieke editie van Joseph Hanse, waarin het poëtische oeuvre van de Franssprekende Gentenaar omzeggens ‘definitief’ is vastgelegd. In dit fraai uitgegeven boek zijn alle gedichten vertaald, maar ook de originele versie is afgedrukt, zodat lezers als het ware naar de Franse tekst worden ‘doorverwezen’. Aan de editie gaat een korte maar instructieve inleiding vooraf, waarin De Zutter het belang van de poëzie voor Maeterlinck schetst, ook al heeft de dichter in feite na zijn eerste bundels nog weinig gedichten geschreven en gepubliceerd. Deze inleidende bladzijden zijn zeer informatief, maar het is duidelijk dat ze door een specialist zijn geschreven. De lezer moet het stellen met een bondige karakterisering (die soms weinig zegt voor de niet-specialist) en elementaire gegeven van biografie en publicatiegeschiedenis moet hij samenzoeken in de verspreide informatie. Een betere eindredactie had hier alleszins zonder veel inspanning een optimaal resultaat opgeleverd.
Deze verzameling gedichten omvat omzeggens de hele loopbaan van de auteur. In die zin is ze bijzonder geschikt om zijn overgang van een typische laat-negentiende-eeuwse lyriek naar een symbolistisch kunstenaarschap te traceren. In de praktijk valt het echter met die breuk nogal mee. Aan de ene kant zijn bundels als Serres Chaudes en Douze Chansons (respectievelijk verschenen in 1889 en 1906) nog vrij traditioneel van toon en retoriek. Ook het thema van het ik dat zich ondraaglijk voelt in een drukkende wereld en die onaangepastheid vertaalt in natuurlijke beelden is op zich niet bijster origineel. Toch valt de voorkeur op van de jonge Maeterlinck voor sfeerscheppende beelden, die veel dominanter zijn dan rechtstreekse uitingen van de eigen (over)gevoeligheid. De natuurelementen en vooral de planten vormen hier frequente verwijzingen. Vooral de toon is echter over het algemeen sterk bombastisch, vol pathos en uitroeptekens, rechtstreeks geënt op de voorschriften van de klassieke retoriek. Het latere werk bouwt in feite voort op die leerschool. De zegging wordt echter veel helderder en overzichtelijker; zinnen krijgen een meer regelmatige structuur en de ornamenten worden functioneel. Ook de symboliek wordt crucialer. Symbolen functioneren nu als sleutels naar een andere, diepere en hogere werkelijkheid. De rol van het sprookjesachtige neemt tevens toe, net zoals de verwijzingen naar een idyllische middeleeuwen en naar een oorspronkelijke volkse cultuur.
Dat de vertaler van deze uitgave voor enkele moeilijke keuzes stond, hoeft niet te verbazen. De Zutter heeft geopteerd voor een respectvolle vertaling, die zo dicht mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke tekst; hij heeft aan de betekenis van de Franse gedichten zo min mogelijk veranderingen aangebracht. Tegelijk heeft hij getracht de ritmiek van het origineel in zijn Nederlandse versies te handhaven; het gelijke aantal lettergrepen vormde voor hem een basis waaraan hij nauwelijks heeft geraakt, ook al moest daardoor bijvoorbeeld het eindrijm (toch even belangrijk voor klassieke poëzie) sneuvelen.
De vertalingen zijn verdienstelijk, en ze vergemakkelijken zeker de lezer de toegang naar de oorspronkelijke Franse tekst. Als op zich staande literaire teksten zijn ze echter in meer dan een opzicht ontoereikend. Allereerst zijn de titel van bundels en van de afzonderlijke gedichten niet vertaald; vaak gaat het daarbij toch om Franse uitdrukkingen die niet meteen toegankelijk zijn en niet meteen in de loop van het vers worden herhaald, terwijl ze toch noodzakelijk zijn voor een goed begrip van de tekst. (Een gedetailleerde inhoudstafel ontbreekt trouwens ook, onvergeeflijk voor zo een prestigieuze uitgave, net zoals een register van titels of beginregels.) Problematischer is de keuze van de vertaler om vooral aandacht te besteden aan het metrische schema. Daardoor is hij zich genoodzaakt om, ook al wordt zoveel mogelijk woordelijk vertaald, regels gedeeltelijk te verplaatsen, de interpunctie aan te passen… Het meest problemen geeft echter de woordkeuze die bijzonder archaïsch aandoet. Zelfs waar Maeterlinck in feite ‘gewoon’ Frans schrijft, klinkt de vertaling vaak bewust poëtisch (ouderwets en nodeloos plechtig, met andere woorden) en bijzonder stroef. Herhalingen bij Maeterlinck (bijvoorbeeld in de voorzetsels waarmee regels aanvatten) worden weggelaten, parallelle structuren verbroken: het zijn elementen die de aansluiting van de dichter bij het ritme van de volkscultuur in feite verdoezelen. Algemeen zijn deze vertalingen nauwelijks leesbaar zonder het Franse origineel ernaast. De Nederlandse Maeterlinck is alleszins veel ouderwetser dan de Franse, en dat kan allerminst de bedoeling van een literaire vertaling zijn. Dat is jammer omdat De Zutter het oeuvre van de dichter goed kent, vetrouwd is met de motieven, en nog meer omdat het weinig waarschijnlijk is dat een andere vertaler zich op korte termijn aan hetzelfde project zal wagen.
Dit is een luxueuze editie die echter op tal van punten die hoge typografische standaard niet waarmaakt. Eens te meer blijkt het belang van een stevige redactie (die hier klaarblijkelijk niet is gebeurd). Jammer, maar helaas. [Dirk De Geest]
Redactie Vlabin-VBC
De conservator van het Maeterlinck-kabinet in Gent presenteert in deze fraai uitgegeven hardcover de vertaling van de poëzie van de Franstalige Belgische auteur Maeterlinck (1862-1949, Nobelprijs 1911), steeds begeleid door de originele Franstalige versies. Deze verzameling gedichten omvat ongeveer de hele loopbaan van de auteur. In die zin is ze bijzonder geschikt om zijn overgang van een typische laatnegentiende-eeuwse lyriek naar een symbolistisch kunstenaarschap te traceren. De vertaler heeft geopteerd voor een respectvolle vertaling, die zo dicht mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke tekst. Tegelijk heeft hij getracht de ritmiek van het origineel in zijn Nederlandse versies te handhaven, ook al moest daardoor onder andere het eindrijm sneuvelen. Ook doet de woordkeuze bijzonder archaïsch aan, waar Maeterlinck in feite 'gewoon' Frans schreef. De vertalingen zijn verdienstelijk en vergemakkelijken zeker de toegang tot de oorspronkelijke Franse tekst, maar als op zich staande literaire teksten zijn ze echter in meerdere opzichten ontoereikend. Bovendien ontbreekt een gedetailleerde inhoudsopgave, evenals een register van titels of beginregels.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.