De jacht op de sabeltandtijger
Pieter Van Oudheusden
Pieter Van Oudheusden (Auteur), Benjamin Leroy (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE :
Boos zijn |
31/08/2012
David wint van Goliath, Klein Duimpje van de reus en ook het kleinste geitje van de zeven is de wolf te slim af. In heel wat verhalen en sprookjes is het precies de underdog, de kleinste, jongste of kwetsbaarste die naar voren geschoven wordt als de held van het verhaal. Ook in Het eiland achter de horizon van Pieter van Oudheusden en Benjamin Leroy is het Kleinste Aap die — in alle bescheidenheid — de hele apenbevolking weet te redden van de ondergang.
Er is geen eten meer op het Apeneiland. De apen hebben alles kaalgevreten. Ze maken ruzie en schoppen herrie. Als Oudste Aap iets mompelt over een ander eiland, ver weg, vol eten, heeft iedereen wel een smoesje waarom ze de onbekende, gevaarlijke reis daarheen niet kunnen ondernemen. En dan is er Kleinste Aap: ‘Ik ga wel’. En zo vertrekt Kleinste Aap, die nooit van zich laat horen, die je nooit ziet, dapper naar ‘het eiland achter de horizon’.
De plot is weinig verrassend, precies door het bekende underdog-motief en een vrij duidelijke zwart-wittekening van de personages. De bende apen ruziet aanhoudend. Zelfs als ze het eiland bereikt hebben, vinden ze nieuwe redenen om herrie te schoppen. Van Oudheusden maakt geen onderscheid tussen de verschillende apen. Aan de hand van heel wat levendige dialogen, waarbij hij niet aangeeft wie wat zegt, typeert hij de hebzucht en aardsheid van de apen. Ze worden als het ware opgevoerd als één personage, één pot nat. Kleine Aap staat boven dit gedrag. Hij maakt zich niet druk om het gebrek aan eten, of om wie er precies de eerste was om het eiland te vinden. Dit wordt niet beschreven in de tekst, maar blijkt uit de sprekende illustraties van Leroy. Op elke prent kan je op zoek gaan naar Kleine Aap die, los van de drukte van de anderen, lijkt te genieten van kleine dingen, die verwondering toont voor een miertje of plezier vindt in zijn eenvoudig spel.
Van Oudheusden biedt Leroy ruimte om personages of gebeurtenissen verder vorm te geven. Zo maakt Leroy van de ‘homogene’ massa apen in de tekst een heel heterogene, levendige bende in de prenten. De sprekende gezichtsuitdrukkingen, lange armen en scheve tanden zorgen voor het zotte, humoristische aspect dat vaak met apen geassocieerd wordt. Leroy gebruikt heel verschillende materialen gaande van potlood, collage, waterverf die de chaos en de drukte van de apen mee onderstrepen.
Het eiland achter de horizon is op vlak van plot weinig vernieuwend. Door het mooie samenspel tussen tekst en illustratie en de humoristische, sprekende prenten is het boek toch het ontdekken waard. [Brenda Froyen]
M.G.M. Koedijk-Schraag
Als al het eten op is op Apeneiland, valt er niets anders meer te doen dan ruzie maken. Tot Oudste Aap zich een ander eiland herinnert, waar volop eten zou zijn. Terwijl alle apen een excuus klaar hebben om niet te gaan, biedt Kleinste Aap aan er in een aangespoeld bootje op uit te trekken om het te vinden. Als het bootje uiteindelijk terugkomt zonder kleine aap maar met een aardappel erin, gaan alle apen te water op zoek naar het eiland van overvloed. Het lukt ze zwemmend het eiland te bereiken. Elk beschouwt zich vanaf dat moment als degene die de groep van de honger heeft gered, en het ruzie maken gaat gewoon verder. Groot formaat prentenboek waarin in karikaturale tekeningen in gemengde techniek de rangorde bij de apen duidelijk naar voren komt. De toevoeging van attributen uit de mensenwereld, zoals zonnebrillen en boeken, legt op een geestige manier het verband met de mensenwereld. Maar vooral de tekst, met veel spreektaal waarin de apen als mensen redeneren, geeft het verhaal de extra menselijke dimensie. De vrij uitgebreide tekst is gedrukt in een mooi bij de illustraties passende donkerpaarse kleur. Grappig zijn de tekeningetjes van de stille Kleinste Aap die volstrekt zichzelf is en uiteindelijk het meeste voor elkaar krijgt. Vanaf ca. 4 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Simultaan kwamen bij De Eenhoorn twee prentenboeken van Pieter van Oudheusden uit: 'Het eiland achter de horizon' en 'Stom geluk', een nieuw sprookje over blinde liefde. Beide zijn van een totaal ander genre, maar hebben wel dezelfde leeftijdsgroep op het oog: de vijfjarigen.
Er valt niets anders meer te doen op Apeneiland dan ruzie maken. Het hele eiland is kaalgevreten en er valt ook geen leuke slingerboom meer te bekennen. Plots komt een zwerm vogels overgevlogen. De apen schieten in actie en gooien met alles wat ze nog kunnen vinden om toch maar een vogel neer te halen. En één vogel vangen ze ook. Daarna volgt uiteraard de discussie: wie had hem het eerst gezien? Ze besluiten de vogel in een kooi te stoppen en morgen te beslissen. Maar er is nog een discussiepunt: want als er vogels leven, waar komen die dan vandaan? Is er een eiland in de buurt waar wel eten te vinden is? ’s Nachts wordt de kooi van de vogel geopend en natuurlijk wordt er ’s ochtends weer ruzie gemaakt. Eén aap moet op verkenning gaan naar eten, want zo kan het niet langer. Kleinste Aap, waarvan de lezer weet dat hij degene is die het kooitje opende, is vrijwilliger en trekt erop uit. Als er na een tijdje een bootje weer aanspoelt met een noot erin, zijn de apen door het dolle heen. Ze zwemmen allemaal in de richting van het eiland achter de horizon. Zal het hen daar beter vergaan?
De prenten van Benjamin Leroy zitten vol dynamiek. De slungelige, aartslelijke apen zorgen voor beweging en humor, maar ook de creatieve plaatsing van de personages op het blad draagt hiertoe bij. Er is telkens veel te zien en iedere aap heeft wel een eigen karaktertrek die terugkeert. De rol van Kleinste Aap is dubbelzinnig: hij is tegelijk niks-doener, maar ook katalysator in het verhaal. Hij opent het kooitje, hij vertrekt eerst naar het andere eiland, maar tegelijk is hij ook degene die altijd als enige vrolijk zit te spelen op elke afbeelding, terwijl de andere apen ruzie maken. Ook een grappig detail is dat één van de apen voortdurend aan het lezen is. Op de cover zie je dat hij Planet of the apes leest.
Het is moeilijk te zeggen of een kind van vijf werkelijk iets aan dit verhaal zal hebben. Het lijkt weer een prentenboek hors catégorie, en dan niet omwille van de tekst, maar vooral omwille van het eerder ontoegankelijke samenspel van prenten en tekeningen. De lelijkheid van de apen en hun holle discussies doen een volwassene glimlachen of huiveren, een middenweg lijkt er niet te zijn. Geldt dit ook voor jonge lezers?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.