Nick Carter is dood
Philippe Soupault
Philippe Soupault (Auteur), Mirjam de Veth (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Coppens & Frenks, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4192 |
15/09/2012
‘Mooi als de toevallige ontmoeting op de snijtafel, van een naaimachine en een paraplu’. Deze zinsnede komt uit de De zangen van Maldoror van Lautréamont uit 1869, een beroemd werk dat eigenlijk allang in de vergetelheid was geraakt, maar in 1917 weer werd opgeduikeld door de jonge dichter Philippe Soupault. Niet lang na zijn spectaculaire vondst zou Soupault samen met André Breton aan de wieg staan van het surrealisme, met als eerste wapenfeit de vierhandige dichtbundel Les champs magnétiques — ‘magnetische velden’, waarin ook het woord ‘zangen’ (chants) doorklinkt. De beroemde zin uit De zanger van Maldoror kreeg daarbij een programmatische lading: de poëzie moest de geest bevrijden en kon dat ook doen door iedere logica af te werpen, behalve die van de droom. Het procédé dat dit moest bewerkstelligen was dat van het automatische schrijven (‘écriture automatique’): spontaan opschrijven wat in je opkomt en jezelf rigoureus verbieden ook maar het minste of geringste daarvan door te strepen of te veranderen. Dat zou beelden opleveren, zuivere scheppingen van de geest, waarin door de botsing of wrijving van heterogene elementen (zoals een paraplu en een naaimachine) een vonk en een nieuwe, ‘surreële’ werkelijkheid ontstaan.
In het Parijs van die roerige jaren die volgden op de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog, zorgden de surrealisten onder meer samen met de dadaïsten, waarbij Soupault overigens als een energieke verbindingsfiguur optrad, voor flink wat opschudding: er werd tegen menig heilig huisje getrapt en menige happening eindigde in wilde chaos, compleet met rondvliegend serviesgoed en aan lampen slingerende dichters. Deze uitspattingen en confrontaties bleven niet geheel zonder gevolgen voor de onderlinge verhoudingen tussen de belangrijkste tenoren van het surrealisme, waarin ook Louis Aragon algauw een prominente plaats had ingenomen, en zeker naarmate de beweging het karakter begint te krijgen van een uitgesproken politiek — communistisch — project, wordt een breuk tussen Breton en Soupault onvermijdelijk. En inderdaad wordt laatstgenoemde eind 1926 door Breton als het ware geëxcommuniceerd. Hij wordt namelijk niet alleen gezien als een reactionair, die Engelse sigaretten rookt, maar begaat bovendien vanuit orthodox-surrealistisch oogpunt een doodzonde, namelijk het schrijven van romans.
Le bon apôtre, een soort sleutelroman over de literaire scène van Parijs van die jaren, was al in 1923 verschenen, en in 1927, dus net na zijn gedwongen vertrek uit de voormalige vriendenclub, volgt De laatste nachten van Parijs, een soort misdaadroman met als decor het nachtelijke Parijs, de schimmige onderwereld en ook hier weer zo nu en dan een knipoog naar of reminiscentie aan het literaire leven van die tijd.
De hoofdpersoon, een naamloze ik, laat zich in zijn nachtelijke zwerftochten door Parijs leiden door de mysterieuze Georgette, een hoertje en tegelijkertijd een ongrijpbare nachtvlinder met wie hij samen getuige is van wat nog het meeste weg heeft van een gruwelijke misdaad. Daarna heeft hij ontmoetingen met een sinistere zeeman, Georgettes zwijgzame broer Octave, die helemaal opgaat in zijn grandioze, apocalyptische projecten, en met louche onderwereldfiguren rondom een zekere Volpe. Al deze figuren doemen op in een poëtische, mistige duisternis, zonder dat hun onderlinge verbanden opheldering behoeven. De verteller laat zich lijdzaam meevoeren in het kielzog van de ‘nacht-Georgette’, die ‘had begrepen dat ze zich om mooi te zijn en begeerd te worden moest vereenzelvigen met de nacht, met het dagelijks terugkerende mysterie’, en die steeds nadrukkelijker een personificatie wordt van de stad Parijs zelf, de ware hoofdpersoon van deze roman:
'"Ben jij dat", vroeg iemand.
"Ja, ik ben het", antwoordde ze.
En ze glimlachte.
Parijs stond voor onze ogen.'
In haar informatieve en onderhoudende nawoord betoogt vertaalster Mirjam de Veth dat we hier te maken hebben met een in zijn kwintessens surrealistische roman, die ‘als door een vatenstelsel’ met de surrealistische meesterwerken Nadja van Breton en Le paysan de Paris van Aragon verbonden zou zijn. Dat lijkt me iets te veel van het goede. Er wordt inderdaad een nachtelijke, mysterieuze sfeer opgeroepen, waarin scènes zonder al te veel logische verbanden elkaar opvolgen, er is weliswaar sprake van vrije associaties, maar we zijn hier toch ver verwijderd van de automatische schrijfoefeningen van de Champs magnétiques. Neem nu het commentaar van de ik-persoon op de naam Georgette:
‘"Ik heet Georgette" Dat is nog eens een opmerkelijke naam, die doet denken aan een naald, aan een zoom, aan een vetvlek. Die naam zonder kop of staart doet onherroepelijk denken aan de Barrière du Trône of de maan achter de wolken.'
Hier lijkt op het eerste gezicht inderdaad spontaan, van de hak op de tak te worden geassocieerd, maar sommige van deze termen kunnen ook zijn ingegeven door directe klankgelijkenissen of prozaïsche bespiegelingen (bijvoorbeeld het feit dat de Barrière du Trône een alom bekende tippelzone was). Ook de reminiscenties aan André Breton in de pafferige, sluwe Volpe en in de snobistische, maar oersaaie Jacques zijn te incidenteel en te weinig uitgewerkt om deze roman te kunnen dragen.
Philippe Soupault, die na zijn verstoting uit de surrealismebeweging, niet meer echt op de voorgrond heeft kunnen treden, heeft met De laatste nachten van Parijs echter wel een uitermate charmante, sfeervolle roman geschreven die naadloos aansluit bij de feeërieke, dromerige boeken uit de jaren twintig en dertig van schrijvers als Raymond Queneau of Pierre MacOrlan, en die zelfs in bepaalde opzichten al de broeierige, nachtelijke misdaadsfeer van de klassieke Maigrets voorafspiegelt. [Clemens Arts]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.