Soepletters
Mieke Versyp
Mieke Versyp (Auteur), Trui Chielens (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2012 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : VERS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2012 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : VERS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERS |
15/10/2012
Talula is twaalf, bijna dertien en het vierde kind in de rij van zeven. Op zoek naar zichzelf en vooral naar haar plaats binnen het gezin, is dit het verhaal over haar beginnende puberteit. Talula is heel kritisch voor haar omgeving, vooral voor haar moeder (‘mijn moeder is verslaafd aan zwanger zijn’). Als vroegrijpe puber stelt ze haar vrije opvoeding en de open relaties van haar moeder in vraag (‘Ik dacht aan mijn moeder, die ik zou vervloeken als ze nog één kind op de wereld durfde te zetten, want dat kind zou ze toch weer vergeten. Ze zou het loslaten, veel te vroeg, zoals ze met mij deed, zoals ze met al haar kinderen doet’).
Talula vergelijkt zichzelf vaak met haar ‘mooiere’, jongere zus Feelfree, die nog vroeger rijp lijkt en veel meer aandacht krijgt van de jongens. Dit minderwaardigheidsgevoel leidt tot een plan om ‘zichtbaarder’ te worden (‘sinds een week was ik me niet meer’). Wat zich in het Talula’s hoofd afspeelt, wordt vooral in de illustraties weergegeven. Het zwart-witgevoel blijkt ook uit de kleurkeuze van vooral zwart en wit in de prenten, in combinatie met het contrasterende, felle rood. De illustraties zijn zwierig en zweverig (lichamelijke kronkels en rijke lichaamstaal bij pubers) en hebben iets magisch en warrig (geestelijke kronkels). De gelaatsuitdrukkingen lijken echter gevoels- en uitdrukkingsloos. Chielens gebruikt verschillende technieken. De ruwe schetsen drukken de meeste expressie uit. Wat storend zijn de vreemde, onnatuurlijke handen en de verhoudingen die (bewust) niet altijd kloppen. Soms klikt het buitengewoon tussen tekst en illustratie, maar evenveel keer stoten ze elkaar af.
In haar dagboek overschouwt Talula zichzelf, wat ze lichamelijk en psychisch doorstaat. De situatie thuis en haar relatie met haar autistische broer, met wie ze het het best kan vinden. Na heel wat beschouwingen zijn het vooral veel vragen waar Talula mee zit en waar ze op het eerste gezicht nergens mee terecht kan. Aan haar dagboek vertrouwt ze deze twijfels (‘wie ben ik, wie ben ik toch? Begin je te schrijven door na te denken? Of begin je na te denken door te schrijven?’). Als ze plots helemaal in de knoop lijkt, is daar toch haar moeder met een luisterend oor, affectie en tederheid. Na dit gesprek is het verhaal over en uit. Het einde is geforceerd en ontgoochelend: terwijl de puberteit eigenlijk nog maar pas begint, lijkt het of Talula alles heeft gehad, alles onder controle heeft en ze thuis eindelijk rust heeft gevonden ondanks het achtste kind dat ‘Welcome’ heet en ondertussen geboren is.
Dit boek lijkt het zoveelste puberverhaal: een tiener overladen met alle ellende van de wereld. Maar Mieke Versyp werkte dit thema humoristisch uit in een rijke en luchtige taal. Geslaagde vergelijkingen (zoals de pikorde bij kippen met het op de voorgrond raken van een puber) en de grote herkenbaarheid maken dit boek grappig en meestal geslaagd. Versyp viel al eerder op met Linus (Gouden Uil jeugdliteratuur 2008) en Eksternacht. Ze is in staat met haar pen een heel divers publiek te bereiken en dat getuigt van een groot talent, al blijft de combinatie met Sabien Clement en Pieter Gaudesaboos van een heel ander niveau. [Ann Schatteman]
Hannelore Rubie
We maken kennis met Talula (12) en haar zielenroerselen. Ze is het vierde kind in een groot gezin, waarin het in- en uitvliegen van vaders ‘gewoon’ is. Tenminste voor de moeder van Talula die uitgaat van het denken in het volgen van haar open geest – en daar horen open relaties ook bij. Deze manier van denken, voelen en leven is van grote invloed op Talula die, aan het begin van haar puberteit, op zoek is naar wie ze nu eigenlijk is. Ze vergelijkt zich met haar (knappe) zus Feelfree, voelt zich niet opgenomen in haar klas en schiet eigenlijk altijd te kort (vindt ze zelf). In dit dagboek beschrijft Talula al haar gevoelens, vragen en beschouwingen. Ze doet dit op een ‘eigen’ manier, kijkt anders dan de anderen naar het leven, stelt zichzelf de vreemdste vragen en onderzoekt die op een beschouwende en gedetailleerde manier. Potloodtekeningen in zwart-wit en rood maken, samen met de denkkronkels in de tekst, een beklemmend stukje zichtbaar van het denken van Talula. Deze uitgave maakt het de lezer niet gemakkelijk; inhoud en vorm stoten af en trekken aan – net als een puber in het werkelijke leven. Uitgave die je helpt om stil te staan bij de vragen en gevoelens van pubers en om dan weer te weten hoe belangrijk het is iemand te hebben die naar je luistert. Vanaf ca. 12 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Dit boek werd geschreven naar aanleiding van de tentoonstelling 'Gevaarlijk Jong' in het museum Dr. Guislain te Gent. Aan het woord is een pubermeisje, Talula, deel van een bijzonder groot gezin (zeven, maar aan het eind van het boek acht kinderen), dat vertelt over haar alledaagse en minder alledaagse beslommeringen. Het is dan ook niet eenvoudig om je als puber staande te houden in een eerder marginaal gezin met een labiele moeder en broers en zussen van allerlei verschillende vaders. De kinderen hebben de gekste namen, zoals Splinter en Feelfree.
Door het boek komen heel wat psychiatrische problematieken aan bod, natuurlijk niet enkel bij Talula zelf, maar ook in haar omgeving. Of hoe een jong kind (zoals in de tentoonstelling) in aanraking komt en reageert op dergelijke problemen. Het kopbeest uit de titel verwijst naar een soort hallucinante koortsdroom die Talula op een bepaald moment heeft. Haar moeder staat daarna klaar om haar te troosten. Dit fragment werd niet zomaar het titelfragment. Het is één van de zeldzame momenten waarop haar moeder écht contact met haar heeft. De ondertitel – 23 manieren om niet onzichtbaar te zijn – is niet meteen duidelijk van betekenis, maar het lijkt wel of Talula onzichtbaar is in haar grote gezin, maar zeker ook op school, waar ze tracht niet op te vallen.
Een verhaal waar je heel wat in kan gaan zoeken, waar je heel wat vraagtekens bij kan plaatsen en een heleboel lessen uit kan halen over je eigen leven, ondanks de soms wat onbekende problematiek.
Mieke Versyp is de zeer getalenteerde schrijfster van dit boek. Een boek met een minder evidente problematiek, maar Versyp lijkt niets uit de weg te gaan. Dit verhaal is tegelijk heel verschillend van, maar ook heel gelijkend op haar andere titels. Zo was er recent 'Soepletters', 'Eksternacht' en – iets minder recent – 'Linus'. Alle pareltjes van proza. Jammer dat een schrijfster als Mieke Versyp bij het lezerspubliek niet zo een grote naam heeft; ze verdient zeker meer erkenning.
Ook grafisch waren haar vorige boeken op zijn zachtst uitgedrukt interessant. Ook dit boek, geïllustreerd door Trui Chielens, blinkt niet enkel qua verhaal uit in originaliteit, maar ook in zijn vormgeving. In eenvoudig rood en zwart wordt de complexe wereld van Talula op een vaak humoristische manier weergegeven.
Zowel voor Versyp als voor Chielens geldt: graag meer van dat!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.