Een geschiedenis van België voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders)
Benno Barnard
Geert van Istendael (Auteur), Michel Quint (Auteur), Luc Devoldere (Redacteur), Cyrille Offermans (Auteur), Benno Barnard (Vertaler), André Capiteyn (Vertaler), Ria van Hengel (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ons Erfdeel, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4027 |
31/08/2012
Luc Devoldere, afgevaardigd-bestuurder van de Stichting Ons Erfdeel en hoofdredacteur van het gelijknamige tijdschrift, verzamelt in Het juiste spoor een aantal treinverhalen tussen Nederland, België en Frankrijk. In zijn 'Lof en kritiek van de ijzeren weg' schetst hij een beknopte historiek van het treinverkeer in onze contreien. In de negentiende eeuw, die tot 1914 duurde, spoorde de burgerij in 'luxe, calme et volupté' door Europa, maar evengoed bracht de trein de industrialisering op gang, 'op de rails reed immers de vooruitgang binnen, de onderdruking van de arbeider én de sociale strijd die hem van de onderdrukking zou bevrijden.' Devoldere blijft, net als zovele andere dichters, schilders, fotografen en cineasten, geïntrigeerd door stations en hun toebehoren, ook nu die in onze tijd 'geen monumentale poort meer vormen op de wereld, maar meer en meer een overslagplaats voor mobiliteit en consumptie zijn geworden.' Vier auteurs doen in het boek het relaas van de treinreis die ze specifiek voor de samenstelling van Het juiste spoor hebben ondernomen. Geert van Istendael spoorde van Brussel naar Amsterdam. Wat hem treft eens hij de Belgisch-Nederlandse grens is gepasseerd, is de leegte, 'in dit dichtbevolkte land klieft de trein door de leegte'. In een tweede beweging reist Van Istendael van Brussel naar Parijs. In de Franse hoofdstad droomt hij weg, 'Parijs is grijs. In alle gezindten. [...] Maar het allermooist is het Parijse grijs als het mag zweven boven het transparante groen van aprilse bomen.' En toch: Brussel blijft 'zijn' stad, 'Arm Brussel, jij geverfde hoer met je duizend rokken, wat heb ik je lief.' Het lijkt erop dat de andere auteurs zich, zeker in vergelijking met Van Istendael, minder lieten verleiden tot dergelijke lyrische ontboezemingen. De Franse auteur Michel Quint maakt de trip Rijsel-Antwerpen-Rijsel, voor hem 'een uitstapje in de coulissen van de doorkruiste steden, een schaamteloze tocht langs de achterkant van huizen die niet over de middelen beschikken om hun povere ondergoed, tentoongesteld langs de spoorweg, verborgen te houden.' Luc Devoldere verkent het traject Aalst-Eigenbrakel / Braine l'Alleud-Alost en wordt net als Quint geraakt door de achterkant der dingen, in Brussel bijvoorbeeld dat, 'vanuit de tein gezien, een provinciestad is die wereldstad is geworden, maar zich in achterkanten van huizen, moestuinen, groene sleuven blijft verzetten tegen zijn roeping.' Ten slotte is er de tekst van Cyrille Offermans, die vanuit Maastricht naar Oostende en terug spoort. Vol lof schrijft hij over het in 2009 in gebruik genomen station van Liège-Guillemins, een ontwerp van de Spaanse architect Caletrava: 'Hoog als een kathedraal is het, maar sierlijk, licht en transparant, en omdat de gevels aan de zijkanten ontbreken voelt de reiziger zich niet geïsoleerd van de stad.' Aan deze vier grondteksten worden verder, verspreid over het boek, teksten gerelateerd uit de wereldliteratuur: een gedicht van W.H. Auden, een tekst van Chateaubriand over 'De slag bij Waterloo' of van Victor Hugo over 'De hoogovens van Cockerill', en uit de Nederlandstalige literatuur: Willem Elsschot, Hugo Claus, Cees Nooteboom, Jeroen Brouwers en tal van anderen. De in hun soberheid sterk suggestief beladen zwart-witfoto's van Jonas Lampens geven het geheel een extra dimensie die vaak confronterend werkt.
[Jooris Van Hulle]
Redactie Vlabin-VBC
De hoofdredacteur van het tijdschrift Ons Erfdeel verzamelt in dit boek treinverhalen uit Nederland, België en Frankrijk. Hij schetst een beknopte historiek van ons treinverkeer vanaf de negentiende eeuw tot nu. Vier auteurs doen hun verhaal van de treinreis die ze, speciaal voor dit boek, hebben ondernomen. Geert van Istendael reist van Brussel naar Amsterdam. De Franse auteur Michel Quint maakt de trip Rijsel-Antwerpen-Rijsel. Luc Devoldere verkent het traject Aalst-Eigenbrakel/Braine l’Alleud-Alost en wordt, net als Quint, geraakt door de achterkant der dingen. Ten slotte is er de tekst van Cyrille Offermans die vanuit Maastricht naar Oostende en terug spoort en vol lof schrijft over het station van Liège-Guillemins. Aan deze verhalen worden teksten verbonden uit de wereldliteratuur: een gedicht van W.H. Auden, een tekst van Victor Hugo over ‘De hoogovens van Cockerill’, en uit de Nederlandstalige literatuur. De in hun soberheid sterk beladen zwart-witfoto’s van Jonas Lampens geven het geheel een extra dimensie die vaak confronterend werkt. De lay-out is sober en aantrekkelijk. Hardcover op liggend formaat. Kolommendruk, soms met schreefloze letter.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.