Cruise : roman
Christophe Vekeman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7126 |
Karl van den Broeck
il/pr/28 a
Christophe Vekeman staat al een tijdje op de rand van de grote doorbraak. Er werd dan ook erg veel verwacht van Een uitzonderlijke vrouw, zijn zesde roman. Als hij een beetje minder zijn best had gedaan, dan was dit ook een uitzonderlijk boek geworden.
Het hoofdpersonage, Gwenn Rummerling, is er eentje om verliefd op te worden. Als kind (in de jaren zeventig) wil ze enkel grassprietjes tellen. Haar moeder terroriseert haar omdat ze wil dat ze een flinke meid wordt. Haar vader is haar steun en toeverlaat. Wanneer die overlijdt, zoekt ze haar eigen weg. Die vindt ze in de newwavescene, waar ze doordrongen raakt van het verlangen om geen doorsnee leven te leiden.
Ze wil de wereld rondom zich doorgronden: via de studies psychologie, de mystiek of het spel van de verleiding. Dat gaat ze erg geraffineerd spelen wanneer ze een gênante seksuele ervaring heeft (de sleutel tot het boek) en haar geloof in de Ware Liefde rake klappen krijgt. Uiteindelijk kiest ze voor een traditioneel leven met haar jeugdvriend Dieter. Ze beseft dat "geluk en genot" niet samengaan en leidt een egoloos bestaan ten dienste van haar man. Tot de buurman zijn oog op haar laat vallen...
Af en toe krijgt deze roman de allures van Revolutionary Road van Richard Yates, maar jammer genoeg rijdt de lezer zich vast in de volzinnen van Vekeman. Zijn stijl wordt vaak geroemd, maar lange en complexe periodes gaan al snel vervelen. Vekemans ironiserende stijl is schatplichtig aan die van zijn voorbeelden (Reve, Brusselmans) maar hij mist hun vakmanschap en efficiëntie.
De thema's die Een uitzonderlijke vrouw aankaart, zijn belangrijk. Dat de vrije wil een hoer is, bijvoorbeeld. Dat seks alles verandert. Dat we overeind blijven in de banaliteit van het Zijn wanneer we een rol spelen... alsof ons leven ervan afhangt.
Dit boek had de impact van een Joy Division-song kunnen hebben als Vekeman de stilistische gitaarsolo's achterwege had gelaten. Schrijven is iets anders dan masturberen.
Mark Cloostermans
rt/aa/30 m
Mocht de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman een sporter zijn, dan deed hij aan turnen of schoonspringen. Een zwierige sport, die ongetwijfeld inspanning vergt maar waarvan de toeschouwer toch vooral de elegantie opmerkt. Gecompliceerde maar niettemin soepele zinnen, een licht archaïsche woordenschat en een scherp oog voor het komische detail in alledaagse handelingen: zo langzamerhand maakte het niet meer uit waarover Vekeman schreef, de stijl was een genoegen op zich geworden.
Toch had ik een klein voorbehoud toen ik begon aan Vekemans nieuwe roman. Toch niet opnieuw een droevige komedie over in angsten en zelfhaat verstrikte losers, vroeg ik de auteur in gedachten. Die 'formule' heeft Vekeman twee keer met geweldig resultaat toegepast, met name in Een borrel met Barry en Lege jurken, twee romans die door minder mensen gelezen zijn dan ze verdienden. Maar in Vekemans vorige, 49 manieren om de dag door te komen, kwam het been there, done that-gevoel roet in het eten gooien.
Gothic
Fijn, dus, om te merken dat de hoofdpersoon van Een uitzonderlijke vrouw voor het eerst een vrouw is. De handeling van de roman blijft niet, zoals voorheen, beperkt tot een paar weken of maanden; we leren het hoofdpersonage Gwen Rummerling kennen als kind op het einde van jaren zeventig en vergezellen haar tot in ons heden. Dat is precies waar ik stiekem op gehoopt had: verandering van spijs.
De moeder van Gwen Rummerling wil niets liever dan een normaal kind. Haar strenge opvoeding heeft echter niet het verhoopte resultaat. Al mag Gwen dan niet zelf haar kleren kopen en loopt ze noodgedwongen rond als 'een non op vakantie', in gedachten is ze een in het zwart geklede goth. Gwen wil zich onderscheiden, ze wil erkenning. Als ze een toespraak houdt op haar vaders begrafenis, stelt het haar een beetje teleur dat het 'optreden' niet wordt beloond met applaus. Graag dicht zij zichzelf een grote 'gevoeligheid' toe, maar literatuur, muziek noch andere kunsten dringen echt tot haar door. Haar in Joy Division gemarineerde dagboeken ('Liefste afvalberg' getiteld) zijn uitsluitend geschikt als brandstof voor de open haard. Wat moet ze worden, wat moet ze gaan studeren, waarin kan ze excelleren?
Vekemans personages zijn altijd al sterk geweest in het 'omredeneren' van de werkelijkheid. Ze piekeren over een probleem tot het een welkome uitdaging wordt, een nederlaag tot het een overwinning is. Echter, was dit talent voor zelfbedrog in eerdere romans een humoristisch detail, dit keer staat het centraal. In de loop van Een uitzonderlijke vrouw herdefinieert Gwen zichzelf keer op keer: psychoanalytica, mystica, cocktease... Telkens denkt ze haar plaats in de wereld te hebben gevonden. Telkens maakt ze zichzelf wijs gelukkig te zijn. De harde werkelijkheid laat zich echter niet permanent negeren. Gwen zwelgt in waanwijsheid en eindigt keer op keer met de neus op de feiten: het was allemaal zelfbedrog. Dat de titel door de roman zelf gelogenstraft zou worden, stond al vanaf bladzijde 1 vast: hoe hard Gwen ook haar best doet, haar leven is verre van uitzonderlijk.
Grunberg
Het zal raar klinken, maar dit is een tot bescheidenheid manend boek. In Gwen herkennen we de stelligheid waarmee wij uitspraken doen over onszelf en ons leven, een stelligheid die onze onzekerheden moet overschreeuwen. Laten we eerlijk zijn: in tijden van Facebook en LinkedIn proberen we allemaal ons leven te regisseren, de ster te zijn van ons hoogstpersoonlijke succesverhaal. Een uitzonderlijke vrouw is een loepzuivere spiegel van deze tijd.
Met deze roman staat Christophe Vekeman opeens pal naast Arnon Grunberg. In romans als Tirza of Huid en haar liet Grunberg zien hoe het zogenaamd vrije individu wordt aangetast door de eisen die de hedendaagse samenleving aan ons stelt. Maar er is een belangrijk verschil tussen de schrijvers. Grunberg is een cynicus, die met vilein genoegen de leugens en wanen doorprikt. Vekeman lijkt meer mededogen te hebben: hij is niet uit op de vernietiging van zijn personages, maar staat hen toe om het licht aan het einde van de tunnel te zien.
Het is lastig om Een uitzonderlijke vrouw in het korte bestek van een recensie recht te doen. Alleen al over het slot van de roman valt heftig te discussiëren. Gwen besluit om voortaan alleen nog maar in andermans ficties haar rol te vertolken. Is dat de finale nederlaag van het individu of heeft zij een benijdenswaardige staat van onthechting bereikt? Vekeman laat de interpretatie uiteraard over aan de lezer.
Een uitzonderlijke vrouw heeft veel meer te bieden dan leesplezier. Ongemerkt verricht deze roman graafwerkzaamheden in de lezer. Je blijft omgewoeld achter.
15/09/2012
De hoofdfiguur in Een uitzonderlijke vrouw, de nieuwste roman van Christophe Vekeman, luistert naar de naam Gwen. De voornaamste drijfveer van haar leven bestaat erin uitzonderlijk te zijn, en die specifieke status krijgt vorm in allerlei gedaanten. Zo zoekt Gwen haar heil in de new wave, ziet ze zichzelf grote successen behalen in de literatuur of de politiek, voelt ze zich deel van het uiterst selecte groepje ingewijden in de psychoanalyse, bevestigt ze haar vrouwelijke macht in een pervers spelletje met geile jongens, of bekeert ze zich tot het katholicisme. Uiteindelijk laat Gwen al haar ambitie varen, en kiest ze ervoor in de schaduw van haar succesvolle vriend te leven. Al slaagt zij er ook hierin zichzelf een speciale positie toe te dichten: ‘haar halsstarrige onwil om haar talenten te benutten en het beste uit het leven te halen, haar glimlachende passiviteit, was alles welbeschouwd een daad van perversie en rebellie.’ Dat verzet herinnert aan haar tegendraads en apathisch pubergedrag: ‘Ik rebelleer: ik leg me neer.’
Vekeman beschrijft het dan ook allemaal met een grote dosis ironie. Ziet Gwen haar ‘verhoogde vorm van gevoeligheid’ de ene keer als het geheimrecept van haar komende literaire succes, dan is het een andere keer de begrijpelijke groeibodem geweest van haar hysterie. De ironie moet geen dubbelzinnigheid scheppen bij Vekeman, maar moet vooral de futiliteit van Gwens streven driedubbel onderstrepen. Zo omschrijft hij Gwens religieuze extase (na het lezen van enkele bijbelverzen) op zo’n pathetische wijze dat het belachelijke karakter ervan duidelijk naar voren komt: ‘Met een gevoel of zij zich moest beheersen om niet hartstochtelijk in snikken uit te barsten, staarde zij lange tijd voor zich uit naar de muur, stond vervolgens op […], keek zichzelf aan in de spiegel […] terwijl ze dacht: niets zal ooit nog hetzelfde zijn, en ik al helemaal niet’.
Dit ontmaskeren heeft een doel. Vekeman klaagt ons aller drang naar vooruitgang en naar geluk aan de kaak. Is dat laatste immers ‘niet het grootste, voornaamste symptoom van de menselijke waanzin,’ en ‘niets meer of minder dan een uiting dus van ronduit pathologisch egocentrisme’? Vekemans ironie is echter van die aard dat zij ons even doet lachen om onze banaliteit, en ons er tegelijk mee doet verzoenen. Echt iets aan de kaak stellen, doet Vekeman niet. Enerzijds omdat zijn uitvergroting van ons gelukstreven eerder kolderiek is dan tragisch. Anderzijds omdat hij te weinig oog heeft voor het breder geheel: welke maatschappelijke ideeën werken dit streven in de hand? Even lijkt de roman Gwens levensloop samen te laten vallen met de ontwikkeling van de jaren negentig, maar die dimensie verdwijnt al snel. Dat maakt van Een uitzonderlijke vrouw een roman die, ondanks enkele leuke en frisse passages, te eendimensionaal is om lang te boeien, en steeds meer onverschilligheid oproept.
[Hans Demeyer]
2/ei/07 m
«Ik schrap wat geweest is uit mijn leven weg. Ik begin opnieuw. Ik voel mij enorm opgewonden, want het gaat beginnen. Ik hoef niet langer te wachten, want het begint. Het is al begonnen. Tot spijt van wie het benijdt: ik ben een vrouw!»
Met deze woorden luidt de jonge Gwen Rummerling niet lang na haar knullige ontmaagding haar zogenaamde nieuwe leven in. En het zal niet de laatste keer zijn dat ze helemaal opnieuw begint. In alles wat Gwen doet probeert ze uit te blinken, bijzonder te zijn, maar telkens weer loopt ze met het hoofd tegen de muur.
In de nieuwe roman van Christophe Vekeman volgen we de hele levensloop van deze vrouw, die met vallen en opstaan ontdekt dat het leven niet te kneden valt. Ze groeit op met een erg strenge moeder, verliest haar vader op jonge leeftijd, wordt gedumpt door haar lief, krijgt een depressie, stopt met haar studies, bekeert zich op een maniakale manier tot God, wordt gered door haar ex en verzeilt in een burgerlijke nieuwbouwwoning buiten de stad. Ze staat op het punt om te trouwen maar ook dat loopt niet goed af. Haar eeuwige drang om op een pijnlijke manier een statement te maken, ondermijnt keer op keer haar fragiele geluk.
Vekeman kan schrijven, dat staat vast. Met zijn zorgvuldig geconstrueerde, bombastische zinnen weet hij vaak treffende beschrijvingen te maken van personen en situaties. Ook zijn cynische humor werkt. Het ritme zit in deze roman echter niet helemaal goed, waardoor sommige passages je in slaap dreigen te wiegen. Vekeman probeert een tijdsbeeld neer te zetten, maar het is niet scherp, niet bijtend genoeg. Ook de figuur van Gwen Rummerling is in haar moeizame zoektocht niet altijd even geloofwaardig. Vekeman slaagt er wel in om je tot nadenken te stemmen over de drijfveren van een mens en de mate waarin je greep hebt op je leven. Maar een uitzonderlijk boek is het helaas niet geworden. (tk)
G. de Haan
Bijzonder knap opgebouwde 'coming of age' van een getroebleerde psychologie-studente. Na een moeilijke kindertijd met een voortdurend verongelijkte moeder, raakt zij steeds meer in een isolement. Zij identificeert zich met New Wave muziek. Tijdens haar studietijd vindt zij in de bestudering van de Freudiaanse psychoanalyse een manier om de wereld te duiden. Na een breuk met haar lief Dieter vervalt ze in een diepe depressie. Met elke vaderfiguur die op haar pad komt, speelt ze een wreed spel van aantrekking en afstoting, tot een fase van religieuze bezieling aan toe. Wanneer Dieter weer op haar pad komt, lijkt er rust te komen in haar leven. Toch blijft ze zich ontworstelen aan alles wat haar vrijheid inperkt. Een eigentijdse roman waarin problemen met identiteit samenvallen met de alternatieve popcultuur van de jaren tachtig van de 20e eeuw. De Vlaamse schrijver (1972) publiceerde al meer droef-komische romans en verhalenbundels en behoort tot het Nightwriters-collectief. Liefhebbers van het diepzwarte Vlaamse cynisme zullen zich verkneukelen. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.