De rivier van Herakleitos : een eigenzinnige visie op de wijsbegeerte
Etienne Vermeersch
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Acco, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 204 MORT |
30/04/2012
De voorbije jaren duikt de term (scheldwoord of geuzennaam) 'neoatheïst' geregeld op bij de bespreking van bepaalde artikels of boeken en zelfs bij de bepaling van de auteurs ervan. Richard Dawkins, de befaamde bioloog, is ongetwijfeld de bekendste onder hen en misschien wel de meest rabiate. Wat deze neonatheïsten met elkaar gemeen hebben, is een sterke afkeer van geloof en religie. Opvallend daarbij is dat ze zich vaak op de meest archaïsche en opmerkelijke uitingen van de verschillende religies storten en deze als exemplarisch voor de religie op zich beschouwen. Een spervuur aan (terechte) kritiek en wederwoorden zijn dan snel gevonden. Wie zich aan godsdienstkritiek waagt en dit ernstig neemt, dient meer beslagen ten ijs te komen. Dat kan gelukkig worden gezegd van de Gentse filosoof en ethicus Freddy Mortier, die in De hoer van de duivel: illusies en godsgeloof onder alle omstandigheden een academicus pur sang blijft voor wie de waarheid en de onderbouwde argumentatie primeren. Het mag haast een opluchting heten dat Mortier meermaals met respect spreekt over de gelovige auteurs wier visie hij onder de loep neemt. Uiteraard durft hij hun werk en denkbeelden onder vuur te nemen, maar tezelfdertijd erkent hij net zo goed dat velen onder hen wel degelijk hun standpunten onderbouwen.
Dit maakt dat De hoer van de duivel soms wel een taaie brok om te slikken is. In het bijzonder de hoofdstukken rond evidentialisme en gereformeerde epistemologie eisen dat de lezer bij de les blijft, wil hij het geschrevene ten volle begrijpen. Vooraleer Mortier zich echter vastbijt in deze nieuwe strekkingen binnen onder meer de theologie, neemt hij eerst het godsbegrip zelf onder de loep. Hierbij plaatst hij niet allen op overtuigende wijze vraagtekens bij de invulling van een persoonlijke god, maar ondergraaft hij ook de verschillende types godbewijzen.
Hoewel Etienne Vermeersch zich in de vorige eeuw al over de figuur van Jezus Christus boog, vormt Mortiers hoofdstuk een meer dan welkome aanvulling. Opvallend daarbij is dat de feiten die Mortier aanhaalt niet in twijfel getrokken worden door theologen, maar dat zij tot heel andere conclusies komen. De logische opbouw van het boek, van het gegeven van een persoonlijke god over de types van geloof tot Jezus Christus, leidt logischerwijze tot een afsluitend hoofdstuk naar de vraag waarom iemand eigenlijk gelooft.
In tegenstelling tot de bekend(st)e en populaire theorieën rond de nood aan een beter leven of beloning in het hiernamaals, en de recente evolutionaire/biologische verklaringen, opteert Mortier voor een economische blik, waarbij hij ervan uitgaat dat de kosten en baten van overtuigingen (dus niet alleen religieuze) de kern uitmaken van het geloof in iets. Ook hier toont Mortier zich opnieuw een uitstekend academicus die zijn stellingen afdoende onderbouwt.
De hoer van de duivel is een onthecht werk dat een wetenschappelijke analyse vooropstelt en de theologische literatuur ernstig neemt. Freddy Mortier is niet gelovig en durft van leer te trekken tegen religie, maar zijn visie is genuanceerd. Dit is dus godsdienstkritiek zoals die behoort te zijn: onderbouwd en doordacht in plaats van pamflettair en simplistisch. [Jurgen Boel]
Redactie Vlabin-VBC
Een zorgvuldig opgebouwde, goed beargumenteerde kritische uiteenzetting omtrent godsdienst en geloof. De auteur, filosoof en academicus, is kritisch maar respectvol; hij analyseert, maar erkent ook de validiteit van bepaalde standpunten. De hoofdstukken rond evidentialisme en gereformeerde epistemologie, waarbij elementen uit de kennisleer en logica primeren, eisen dat de lezer bij de les blijft. Vooraleer de auteur zich echter vastbijt in deze nieuwe strekkingen binnen (onder meer) de theologie, neemt hij eerst het godsbegrip zelf onder de loep. Hierbij weet hij op overtuigende wijze niet alleen vraagtekens te plaatsen bij de invulling van een persoonlijke god, maar ondergraaft hij ook de verschillende types godbewijzen. De logische opbouw van het boek leidt bijna vanzelfsprekend tot een afsluitend hoofdstuk naar de vraag waarom iemand eigenlijk gelooft. Dit boek is een onthecht werk dat een wetenschappelijke analyse vooropstelt en de theologische literatuur ernstig neemt. Dit is godsdienstkritiek zoals die behoort te zijn, onderbouwd en doordacht in plaats van pamflettair en simplistisch. Index achteraan.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.