Zeik
Herman Brusselmans
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2012 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2012 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRUS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9585 |
Karl Van den Broeck
rt/aa/17 m
Herman Brusselmans is een unicum. Niet alleen herken je na één zin zijn schrijfstijl, je kunt ook voorspellen waar zijn boeken over zullen gaan. Lopen we even het rijtje af: Brusselmans speelt meestal zelf een rol in zijn boeken. De hoofdpersonages zijn vaak seksistische, crypto-racistische, nihilistische opportunisten. Vrouwelijke BV's worden driftig achterlangs in de poes genaaid. Er worden genoeg sigaretten gerookt om het gat in 's lands begroting in een oogwenk te dichten en en passant wordt de vloer aangeveegd met halftalenten die de publieke scene bevolken.
Wie Brusselmans koopt, krijgt ontspannende lectuur die, door de weergaloze stijl, ook literatuur wordt. Elk jaar verschijnt er minstens één, maar vaak meer dan één boek van zijn hand. En steevast zegt de lezer: vroeger was hij toch beter. Met vroeger wordt dan verwezen naar de beginjaren van de nu 55-jarige schrijver: De man die werk vond (1985), Heden ben ik nuchter (1986) of Zijn er kanalen in Aalst (1987). In die jaren was Brusselmans zo hot dat hij iedereen die ook maar in zijn buurt kwam verschroeide. Generatiegenoten Kristien Hemmerechts en Tom Lanoye stonden lange tijd in de schaduw van de Mooie Jonge Oppergod. Een rubriek in Het Huis van Wantrouwen in 1991 maakte hem ook bij tv-kijkend Vlaanderen wereldberoemd. De oneliners "Doch dit alles terzijde" en "Bedankt voor uw wáándacht!" zijn sindsdien gemeengoed.
Op dat moment zat Brusselmans al helemaal in de buitenbaan van de literaire scene. De columns in de reeks Geschiedenis van de wereldliteratuur die Brusselmans in 1988 in "deze prachtcourant" begon te schrijven, hadden een ommekeer veroorzaakt in zijn carrière. Op vraag van de toenmalige chef Boeken, wijlen Herman de Coninck, moest hij "middelmatige" boeken tegen het licht houden. Dat deed hij met verve. Vooral boeken van kneuterige katholieke uitgeverijen werden genadeloos onderuitgehaald. De ontzuiling van de Vlaamse literatuur was volop aan de gang en De Standaard der Letteren enerzijds en Humo en De Morgen anderzijds vochten een bitsige Kulturkampf uit voor de hegemonie in dit culturele veld.
Toen Brusselmans echter op eigen houtje de boeken begon uit te kiezen die hij besprak, kwam er een kink in de kabel. Vernietigende recensies van Kristien Hemmerechts en Monica - barones - Van Paemel konden niet op de genade van De Coninck rekenen. De column werd stopgezet en Brusselmans verhuisde voorgoed naar Humo. Het resultaat was een de facto excommunicatie uit de Vlaamse literaire scene, waarvan het zwaartepunt zich toen vooral rond de Antwerpse Cogels-Osylei bevond. Goeie kritieken kreeg Brusselmans niet, jury's van literaire prijzen rekenden genadeloos af met de man die zich virulent had gekeerd tegen de 'literaire salons' en subsidies kon hij niet aanvragen omdat hij... te veel verdiende.
Exen
Het commerciële succes van Brusselmans kwam er met zijn 'Ex'-romans (Ex-schrijver uit 1991, Ex-minnaar en Ex-drummer uit 1993 en 1994) en de Guggenheim-romans (vanaf 1995). Dit is de vintage Brusselmans die iedereen kent maar die... steeds minder mensen lezen. In zijn hoogdagen sleet Brusselmans meer dan 50.000 exemplaren en werd hij gelezen door jong en oud, hoog- en laaggeschoold. De laatste jaren is het vet van de soep. Dat baart Brusselmans - die een panische angst heeft om financieel niet meer zelfbedruipend te zijn - zorgen en noopt hem om zijn tempo op te drijven.
Steeds vaker weerklonk in recensies de verzuchting dat Brusselmans nu maar eens moest stoppen met het lopendebandwerk en opnieuw échte boeken moest gaan schrijven. Een verdienstelijke poging was de verhalenbundel Het einde van mensen in 1967, zijn beste werk sinds De man die werk vond.
En toen ging Tania weg. Twee jaar geleden maakte Brusselmans' vrouw Tania De Metsenaere een einde aan een relatie die achttien jaar had geduurd. Echt gescheiden is het koppel nog niet, maar ze wonen wel apart. Omdat de band tussen hen beiden zo innig geweest is, blijven ze elkaar nog bijna dagelijks zien. Herman Brusselmans is niet bepaald een nieuwe man en Tania bestiert nog steeds zijn huishouden en vergezelt hem nog af en toe naar literaire manifestaties. Maar het is wel uit. En het is nu ook voorbij met de speeltijd voor de schrijver Brusselmans. Zijn nieuwste roman Watervrees door verdrinking mag dan ogenschijnlijk alle elementen van een klassieke uit-de-nek-klets-Brusselmans bevatten, al snel wordt duidelijk dat dit dieper gaat. Veel dieper.
Natuurlijk is niet alles wat in dit boek verteld wordt waar. Natuurlijk is er altijd een verschil tussen de échte Brusselmans en het personage met dezelfde naam. De vrouw van Brusselmans heet in het boek ook Phoebe en niet Tania. Toch lijkt dit soms op een één-op-één-verslag van het rouwproces dat Brusselmans doormaakt. Een sentimenteel dagboek, al ontbreken de data-aanwijzingen.
In de interviews die Brusselmans gaf naar aanleiding van het verschijnen van dit boek deed hij zelf weinig moeite om feit en fictie te scheiden. Ja, zijn vrouw heeft een korte relatie gehad met iemand anders maar die is nu beëindigd. Ja, hij heeft overwogen om in Amsterdam te gaan wonen. Ja, hij heeft geprobeerd om een andere vrouw aan de haak te slaan. En ja, hij heeft zijn Tania soms naar de hel verwenst; overwogen om de huur van haar appartement niet meer te betalen en ook de Porsche die hij haar gaf terug te vragen. En toch is dit literatuur. Watervrees door verdrinking is een boek dat pijn doet, dat universeel wordt omdat iedereen die ooit liefdesverdriet heeft gekend weet hoe verwoestend en allesverterend het kan zijn. De angst om de rest van zijn leven alleen te blijven. De angst dat 'zij' nooit meer zal terugkomen. De angst nooit nog iemand te vinden die hij even graag zal zien als Tania.
Omdat dit boek minder aanleiding geeft tot gratuit gescheld of badinerend geouwehoer, is de stijl ook strakker en efficiënter. Wanneer het verhaal wat begint te vervelen, krijgt het een verrassende wending: Brusselmans wil een kind.
Watervrees door verdrinking gaat over ontworteling. Niet alleen is Brusselmans alle houvast kwijt in zijn huwelijk, hij merkt ook dat in die achttien jaar dat hij samen was met zijn grote liefde, de wereld veranderd is. Terwijl hij in de jaren tachtig meisjes versierde door in de Charlatan in Gent te citeren uit Louis Paul Boon, komt hij nu alleen twitterende 'wijven' tegen die nooit een boek lezen, zelfs niet een van Brusselmans. Dat stemt hem zo mogelijk nog droever. Want zonder literatuur is er helemaal niks meer. De sleutelzin is dan ook: "Langzamerhand begon ik me ermee te verzoenen dat dit geen werkelijkheid was, maar literatuur. Deze verzoening moest er wel komen, omdat de werkelijkheid me te weinig troost bood, en de literatuur de kern van werkelijkheid - verdriet, pijn, verslagenheid - wist te verdoven."
Of is dat zelfbedrog? De breuk met Tania is geen literatuur. Hij is echt. En de pijn levert een authentiek en hartverscheurend boek op. Een meesterwerk is dit evenwel niet. Daarvoor valt Brusselmans nog te veel terug op zijn oude zekerheden. De laatste zin doet echter het beste verhopen. "Ooit ga ik daarover een dik boek schrijven", staat er. "Nu is de wond nog te vers, de woede te krachtig, de rouw te diep, de haat te ingrijpend, de onverschilligheid te heftig, de neiging tot het ruïneren van een voorbije liefde te onterecht. Liefde is nooit voorbij, zoals alles wat geweest is nooit voorbij is."
Als mens hoop ik dat Brusselmans en Tania snel weer tot malkander komen. Als lezer en recensent bid ik dat hij nog lang zonder lief moge zitten. Dan komt dat meesterwerk misschien nog sneller dan gedacht.
Vicky Vanhoutte
rt/aa/02 m
De tijd waarin de rouwcurve van Kübler-Ross als het evangelie voor elk verwerkingsproces werd beschouwd, ligt al een tijdje achter ons. Rouw is geen lineair proces waarin ontkenning, boosheid, vechten, depressie en aanvaarding elkaar netjes opvolgen. Wie daar niet van overtuigd is, moet Watervrees tijdens een verdrinking lezen, het jongste boek van Herman Brusselmans. Vlaanderens bekendste auteur schrijft daarin de breuk met zijn geliefde van zich af.
Anderhalf jaar zijn Phoebe en hij uit elkaar en het liefdesverdriet is nog altijd even verpletterend. Phoebe is sinds jaar en dag de naam die Brusselmans in zijn boeken aan echtgenote Tania De Metsenaere geeft. Ontkennen dat het wellicht over is, doet hij niet, maar het einde van het rouwproces is niet in zicht. 'Ooit ga ik daarover een dik boek schrijven', staat er. 'Nu is de wond nog te vers, de woede te krachtig, de rouw te diep, de haat te ingrijpend, de onverschilligheid te heftig, de neiging tot het ruïneren van een voorbije liefde te onterecht. Liefde is nooit voorbij, zoals alles wat geweest is nooit voorbij is.' Liefdesverdriet: het is chaos, een stinkende open wonde.
Miserie en gortdroge humor
Brusselmans loopt er de muren van op. Hij rookt op één pagina meer sigaretten dan Don Draper in een hele aflevering van Mad men, hij blijft tot halfzeven 's morgens op, kijkt naar Youtube-filmpjes, eet babelutten en ijsbeert. Om aan zijn eenzaamheid te ontsnappen, spreekt hij af met zijn vrienden Ökki en Gerry, overweegt hij te verhuizen naar Amsterdam om daar een nieuw leven te beginnen en besluit hij een kind te maken met een lesbische vrouw. Het zijn allemaal doekjes voor het bloeden. Want wat hij vooral nodig heeft, is Phoebe. Dus zoekt hij maar een surrogaat-Phoebe.
Zo geschiedt. Hij sms't al zijn vriendinnenmeermaals, maar die hebben wel wat anders aan hun hoofd. Gevolg: nachtenlang vergeefs staren naar de gsm tot er een berichtje komt. De nieuwe meisjes die hij ontmoet, zet hij ogenblikkelijk in zijn topvijf, maar ze werken hem na tien minuten al verschrikkelijk op de zenuwen. Meestal omdat ze dom zijn of niet roken, maar ook omdat ze hem niet zien zitten of staan. 'Ik denk dat er nooit ter wereld iemand rondgelopen heeft die minder succes heeft bij de vrouwen dan ik of het zou die kerel uit Moerzeke moeten zijn die er bewust had voor gekozen om van 's morgens tot 's avonds een stevige brok mest te kauwen.'
De inkt mag dan wel druipen van de miserie en de vergeefsheid, Brusselmans mengt zijn ellende met gortdroge humor. Het zorgt ervoor dat je af en toe wat ademruimte krijgt tussen al dat zelfmedelijden.
Zelfmedelijden waarvan Brusselmans zich terdege bewust is - je moet een schrijver die al een carrière lang goochelt met fictie en werkelijkheid niks meer wijsmaken. Toch bedient hij zich opvallend gematigd van zijn alombekende trucs. Brusselmans, heb je de indruk, blijft hier heel dicht bij zichzelf en zijn eigen leven, zonder al te veel uitweidingen. Alsof hij een soort dagboekschrijver is die maandenlang monomaan met woorden zijn verdriet tracht uit te drijven. En dan de balans opmaakt: 'Langzamerhand begon ik me ermee te verzoenen dat dit geen werkelijkheid was, maar literatuur. Deze verzoening moest er wel komen, omdat de werkelijkheid me te weinig troost bood, en de literatuur de kern van werkelijkheid - verdriet, pijn, verslagenheid - wist te verdoven.' Om te eindigen met een soort best of, of een In Memoriam van een Liefde. Flirten die laatste pagina's met het sentimentele? Misschien. Maar dit verhaal van de amputatie van een Grote Liefde bezorgt je een krop in de keel.
DE AUTEUR: als hij u onbekend is, hebt u de afgelopen decennia vast in ballingschap in Siberië vertoefd.
HET BOEK: een rauw relaas van een gebroken hart.
ONS OORDEEL: waarachtig en pakkend. Brusselmans op zijn best.
rt/aa/08 m
In zijn 57ste boek vertelt Brusselmans over een schrijver die met verdriet en woede terugkijkt op het verlies van zijn echtgenote, Phoebe. Dat is de naam die Brusselmans al vaker heeft gebruikt wanneer het over zijn echte vrouw gaat. Bijna twee jaar terug besloot die er na 18jaar uit te trekken.
Brusselmans verhult niet dat de roman autobiografisch is. 'Het is en blijft fictie, maar het gaat natuurlijk over Tania. Ik schreef dit boek in mijn donkerste periode. Ik zat toen vol verbijstering, onbegrip en boosheid om haar weggaan en dat heeft zijn weg gevonden naar deze bladzijden. Omdat ik Tania van het voetstuk haal waarop ik haar altijd heb gezet, moest zij natuurlijk de eerste zijn om dit te lezen. Ze schrok ervan en we hebben met het idee gespeeld dit boek in te houden. Maar in onderling overleg beslisten we het toch uit te geven. Het is tenslotte een roman en schrijven is mijn broodwinning.'
Brusselmans zegt dat Tania nu blij is met die beslissing. 'Ze merkt dat ik haar proces niet maak en dat ik met meer lof over haar spreek dan vroeger.'
In het boek staan enkele passages waarover we Brusselmans toch even aan de tand voelen. Zo gaat het over een 'Harleyjongen' met wie Phoebe iets heeft. 'Er is nadat ze bij mij is weggegaan inderdaad iemand in haar leven gekomen. Iemand die 20 jaar geleden dol op haar was en allicht in de krant heeft gelezen dat ze bij mij weg is. Welke de aard van hun relatie is, weet ik niet precies. Ik heb me aanvankelijk als de jaloerse bok gedragen, maar dat is nu voorbij. Tenslotte ga ik ook met vrouwen uit en zij kan ook niet weten of dat beperkt blijft tot praten.'
Aan een andere vrouw is Brusselmans overigens niet toe. 'Niet Evy Gruyaert, noch Clara Cleymans, noch Brigitta Callens, vrouwen die ik ondertussen goed ken, noch welke vrouw ook. Als puntje bij paaltje komt, wil ik niets doen wat een eventuele terugkeer van Tania naar mij zou dwarsbomen, denk ik.' (jdr)
Martijn Nicolaas
De nieuwe roman van de Vlaamse veelschrijver bevat weer veel van hetzelfde: de hoofdpersoon is Herman Brusselmans zelf en hij vult zijn dag met sigaretten roken, mismoedig nadenken over het leven en briljant ouwehoeren. Dit keer is het uitgangspunt verdrietig: de schrijver is na achttien jaar verlaten door zijn vrouw Phoebe. Zij heeft ook hun hondje meegenomen dus hij is op zichzelf aangewezen. Een hard gelach en Herman Brusselmans gaat dus op zoek naar een nieuwe vriendin. Hij gaat vaak naar het café en spreekt met meisjes van wie hij hoopt dat ze misschien zijn vriendin willen worden. Ook droomt hij van Carice van Houten en overweegt hij te verhuizen naar Amsterdam. Terugkerende elementen zijn de schrijvers Jan Wolkers, Marcel Proust en Haruki Murakami, de gebroeders Wright, een klosje garen en tante Malvina. Voor liefhebbers weer een boek om schaterlachend uit te lezen. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.