Baltazar Krull's hart zingt maneschijn
Kurt Köhler
Kurt Köhler (Auteur), Matthijs de Ridder (Redacteur), Liesbeth Vantorre (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
ASP, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KOEH |
30/11/2012
Baltazar Krull’s hart zingt maneschijn (1933) en Vade mecum voor de jonge zelfmoordenaar (1934) van Kurt Köhler (pseudoniem van Stan Soetewey, 1907 – 1945) springen uit de romankunst van het interbellum als twee vuurpijlen in een pakje lucifers: snel, overvol, radicaal, grappig, origineel en nietsontziend. Verhalen die de ideologische verwarring van het interbellum in zich droegen, maar ook de existentiële vervreemding van de razendsnel veranderende moderne stad. Niet alleen in de personages en in de plot, maar ook in de vorm, die deed denken aan eerdere vormexperimenten in bijvoorbeeld Bezette stad van Paul van Ostaijen of in De stijl — poëtisch experiment in prozateksten dus.
De romans van Köhler kunnen overigens ook voor verwarring zorgen bij de lezer. Waarom heeft hij hier nog nooit eerder van gehoord? Wat heeft Baltazar Krull’s hart zingt maneschijn en Vade mecum voor de jonge zelfmoordenaar buiten de literatuurgeschiedenis gehouden? Matthijs de Ridders uitstekende uitleiding bij Köhlers Verzameld proza geeft hier goede redenen voor: de vreemde publicatiegeschiedenis van de romans (bij de obscure uitgeverij Anti, waar Stan Soetewey zelf achter bleek te zitten), onbegrip bij de kritiek en de marginale positie van Soetewey in de literaire wereld zorgden ervoor dat de romans bij publicatie al zowat vergeten waren.
De auteur was snel na het verschijnen al gedesillusioneerd: zijn schrijven had hem geen stem gegeven in het openbare debat. Sterker nog: Köhlers literaire stem was zo scherp dat hij met zijn bijtende ironie iedere ideologie als een spreken met gespleten tong ontmaskerde. Iets wat de persoonlijke ideologische verwarring van Stan Soetewey allicht alleen maar verergerde. Mij lijkt het geen toeval dat het zwijgen van Kurt Köhler samenvalt met de keuze van Stan Soetewey voor het nationaal-socialisme. De ‘organiese volksgemeenschap’ blijft weliswaar in het Vade mecum als enige ideologie min of meer onaangestast door Köhlers literaire blik, het lijkt mij onvoorstelbaar dat een derde roman geen gaten in dat discours had geschoten.
Uit de biografische aantekeningen van De Ridder blijkt dat Stan Soetewey telkens zoekende was naar een ideaal dat de gefragmenteerde, absurde en onrechtvaardige wereld waarin hij leefde, heel kon maken. Zat Kurt Köhler hem uiteindelijk meer in de weg dan dat hij hem vooruit hielp? Soetewey overleed als veroordeeld collaborateur in de gevangenis. Het lijkt erop dat hij juist in die tijd begonnen was aan die derde roman, waarvan de bewaarde fragmenten in het Verzameld proza opgenomen zijn. Gedesillusioneerd, maar de desillusie was het slagveld waarop zijn alter ego uitblonk.
Het is tragisch dat hij er niet in geslaagd is om een Stan Köhler of een Kurt Soetewey te worden — een man met een vlijmscherpe literaire blik, een moraal en een ideaal.
[Jeroen van Rooij]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.