Memoria 5-6 : handboek
Jan Bleyen
Bart Latré (Auteur)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Universitaire Pers, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 244.2 LATR |
30/06/2012
Het is een moedige onderneming om een doctoraatsthesis te schrijven over een recent stukje kerkgeschiedenis in Vlaanderen tijdens een periode van kerkverschraling en problemen van institutionele en relationele aard. Wellicht is het aangewezen dit werk door een historicus te laten uitvoeren, zodat hij het cultuurfenomeen in een breder kader kan plaatsen.
In Strijd & inkeer van Bart Latré krijgen we inzicht in de voorgeschiedenis van de kerkkritische jaren zestig: de bibliografie toont ons meteen namen als Dobbelaere en Billiet en andere, die reeds in de zeventiger jaren vanuit een sociologische seculariseringsthese verwezen naar een evolutie die al veel langer bezig was en die stelde dat moderniteit en religie in wezen onverzoenbaar zouden zijn. Deze these werd later herroepen door critici als Peter Berger die stellen dat religie er altijd was en er altijd zal blijven. Religie ontsnapt aan de controle van de grote instituten en is wel degelijk bedreigd door een gebrek aan religieuze transmissie in de opvoeding en een groeiende individualisering. Toch blijken de jaren zestig een breukmoment geweest te zijn waarin het christendom veel aan invloed inboette op het maatschappelijk gebeuren.
Een eerste doelstelling van dit onderzoek is de wisselwerking te bestuderen tussen enerzijds het verlies aan sociale impact van religie en het samengaan met religieuze transformatie. De beweging van de Vlaamse kerk- en maatschappijkritische christenen plaatst Latré onder de noemer ‘religieuze transformatie’, weliswaar ‘binnen’ het christendom. Een tweede bedoeling is om een antwoord te zoeken op de vraag hoe progressieve christenen aanleunden bij het individualisme van de jaren zestig in haar ideeën, praktijken en religieuze beleving. Sedert de jaren tachtig is deze gesubjectiveerde religie ook uitgegroeid in vele new age fenomenen. Hierbij denkt hij aan de charismatische pinksterbeweging en andere emotionele groeperingen tot en met de Amerikaanse born again groepen en de katholieke wereldjongerendagen. Latré wil in zijn studie de nodige aandacht schenken aan de plaats van deze progressieve christenen in dat bredere veld van religieuze transformaties, en vooral op zoek gaan naar de gelijkenissen en de verschilpunten. Ook de impact op de bredere kerkgemeenschap in Vlaanderen wil hij aan bod laten komen.
Voor de indeling van zijn studie kiest hij voor een chronologische opbouw om de evolutie van de beweging telkens binnen de tijdscontext te kaderen. Een eerste hoofdstuk overloopt de periode van 1958 tot en met 1965. Hierbinnen komen progressieve kernen van een subcultuur voor die wellicht als voorlopers kunnen worden bestempeld. Ook de vernieuwingssfeer rond het Tweede Vaticaanse Concilie komt hier aan bod, evenals de turbulente periode van de tweede helft van de jaren zestig. Het tweede hoofdstuk loopt van 1966 tot met 1973 met de priestercrisis en de restauratiebeweging, met onder meer de encycliek Humanae Vitae. Het gaat hier over de kerkvernieuwende initiatieven die progressieve christenen in deze tijd ontwikkelden. Het derde hoofdstuk behandelt dezelfde periode gefocust op het belang van de nieuw-linkse revoltes voor de beweging en de verhouding met kerk en maatschappij. Ook de rol van de studentenparochies in Leuven en Gent zijn hier van grote invloed geweest. In een vierde hoofdstuk (1974-1979) zien we hoe de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologie van de basisgroepen opgang begint te maken bij een aantal groepen uit de maatschappijkritische bewegingen bij ons. De oprichting van Kristenen voor het socialisme is hier te situeren en dit binnen een nieuwe context van economische crisis, waardoor the Golden Sixties ten einde lopen. Het vijfde hoofdstuk vangt aan in 1980 en eindigt tien jaar later. Een tijd van neoliberalisme, vredesbewegingen en de politiek van de V.S. in het revolutionaire Midden-Amerika. In 1990 beleven we de val van het communisme in Oost-Europa en de Sovjet Unie, die bij vele progressief-linksen bitterheid en ontmoediging oproept. De kerk- en maatschappijkritische beweging is hier duidelijk over haar hoogtepunt heen.
Met representatieve iconografie van tijdschriften en pamfletten, een uitgebreide bibliografie en een index is Strijd & inkeer een waardevol document van een naoorlogse periode, waarbinnen voor maatschappij en kerk veel gebeurde op een relatief korte tijd. Binnen de kerk sprak men steeds over de twee kampen: wie niet tot progressief links behoorde, was meteen een conservatief. Wie deze periode meebeleefde heeft zeker herinneringen aan ‘de oer-ernstige frons-in-het-voorhoofd’ bij geëngageerde progressieven en de al dan niet defensieve opstelling van de al te brave katholieke heilige Rest die zogezegd ‘alles te lijdzaam onderging’ en dus niet in de media aanwezig was. Over deze laatste categorie is er jammer genoeg niet veel te vinden in deze studie. Zoals ook over het verschijnsel Taizé en de invloed op de vele Vlaamse jongerenkerken die het ideaal van Strijd en Inkeer wilden beleven op een meer evenwichtige manier. Velen rekenden zich niet bij de voortdurende maatschappijkritiek van KVS en andere linkse groeperingen, maar ze gaven evenveel aandacht aan het aspect inkeer. Over heel Vlaanderen ontstonden toen jongerenkerken die binnen de plaatselijke gemeenschappen voor vernieuwing zorgden met de zogenaamde jeugdmissen, Taizé-kampen, gebedsavonden en plaatselijke, sociale initiatieven. Toch meer een én-én verhaal.
Nu van de ‘linkse kerk’ niets en (bijna) niemand meer over is, zijn een aantal vroegere Jongerenkerken doorgegroeid in nieuwe initiatieven: zo groeide Het Kelderke uit tot De Brug in Lier, en in Antwerpen is ook De Vleugel nog steeds actief. Zij delen wellicht vandaag in de algemene lethargie van het kerkelijke leven in Vlaanderen, de jongere generatie van vandaag is daar wellicht ook niet meer te vinden. In die zin zullen rechtse organisaties als Opus Dei en nieuwe bewegingen als San Egidio ook delen in deze post-kerkelijke sfeer.
Strijd & inkeer toont duidelijk aan dat de hele kerk- en maatschappijkritische beweging een generatiefenomeen is geweest, het heeft wel heel duidelijk zijn sporen nagelaten in de huidige kerk en samenleving. Daarom is dit boek een welkom instrument voor al diegenen die beter willen zien waar we vandaag staan en misschien zelfs waar we naartoe moeten gaan. [Jan Scheers]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.