Liège et le palais des princes-évêques
Bruno Demoulin
Bruno Demoulin (Redacteur), Francis Balace (Medewerker), Bruno Bernard (Medewerker), Claude Bruneel (Medewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Mercatorfonds, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 933 DEMO XXL |
31/10/2012
In het huidige maatschappelijk-politieke denken speelt het zoeken naar identiteit een zeer grote rol. Het is allicht een gevolg van de geglobaliseerde wereld waarin mensen naar houvast zoeken te midden van anonimiteit en diversiteit. De laatste jaren toont zich dat ook in het filosofische denken. Verscheidene auteurs voeren een conservatief discours, dat rechtstreeks ingaat tegen het ongeloof in metaverhalen, de idealen van de verlichting, de pluraliteit van taalspelen, de allesomvattende cultuurindustrie, de fragmentering van het subject. Een van de grote toverwoorden om houvast te krijgen in het moeras aan ervaringen is de geschiedenis, ons aller verleden, dat een zekere homogeniteit zou moeten waarborgen en sporen voor de toekomst zou moeten uitzetten. Vandaar de vele nationalistische vertogen die de kop opsteken, de nadruk op erfgoed, culturele identiteit en zelfbewustzijn. Het boek Een culturele geschiedenis van Wallonië kadert perfect in dat plaatje. Binnen het complexe Belgisch politieke landschap schuilt hier bovendien een verborgen politieke ambitie in om Wallonië een eigen plek in de geschiedenis te verlenen en op de culturele kaart te plaatsen. Het is als het ware een antwoord op een Vlaams politiek discours dat al langer met vlag en wimpel zwaait.
Het boek start veelzeggend met een zoektocht naar de naamgeving. Blijkbaar is de term ‘Wallonië’ vrij recent en is hij voor het eerst in gedrukte vorm gebruikt door schrijver-magistraat François-Joseph Grandgagnage in 1844. Het begrip drong echter pas door na de oprichting van het literaire tijdschrift La Wallonie in 1886.
Na de naamgeving volgen drie grote delen. Het eerste geeft een chronologisch overzicht van de culturele geschiedenis van Wallonië, gaande van de prehistorie tot vandaag. We vinden er gegevens over prehistorische voorouders (de neanderthalers van Spy), restanten van de vroegste menselijke bewoning (grafgiften, vaatwerk, ivoren beeldjes, megalieten, koper en brons), de Romeinse aanwezigheid, het assimilatieproces ten tijde van de Germanen, de opkomst en verspreiding van het christendom, de merovingische aanwezigheid in Doornik, de karolingische cultuur, de invallen van de Noormannen, de bloei van het abdij- en kloosterwezen onder meer in de Luikse regio, de opkomst van de steden, het eigen profiel van het prinsbisdom Luik dat deel uitmaakte van het Duitse keizerrijk, de impact van de beeldenstorm en de contrareformatie, het belang van het jezuïetenonderwijs, het ontbreken van een eigen universiteit tot 1815, de impact van verlichte denkers op de vormgeving van een moderne maatschappij.
Aan de industrialisering van Wallonië die in de negentiende eeuw tot een bijzondere bloei leidde en de regio tot wereldspeler maakte, is geen aandacht besteed. Dat is erg vreemd en vanuit de huidige interesse voor industrieel erfgoed eigenlijk onbegrijpelijk. De auteurs springen ook meteen over van de verlichting naar de Waalse beweging, waardoor de tekst een aantal essentiële historische inzichten mist en in de laatste twee artikels van deel één een sterk pamflettair karakter krijgt met titels als ‘Een zoektocht met contouren in stippellijn’ en ‘Welke institutionele ruimte wordt de Waalse cultuur door de staatshervorming toebedeeld?’
Het tweede deel van het boek is thematisch geschikt rond onderwerpen als leescultuur en literatuur, muziek, podiumkunsten, ontwikkelingen in de beeldende kunsten, de fotografie, de film en de audiovisuele kunsten, het museum. De artikels gaan nergens diep op in en beperken zich tot signalementen. Het gaat om een defilé aan namen, een uithangbord dat niet toelaat om de actoren echt te leren kennen. Gelukkig zijn er de plaatjes, die vaak meer vertellen dan de teksten.
Tot slot opent het boek de grenzen en toont de relaties van Wallonië tot Frankrijk, Duitsland, Vlaanderen. Brussel komt ook aan bod, maar in erg beperkte mate. Is het Brussels Gewest verwaarloosbaar? Wordt het als een natuurlijk onderdeel van Wallonië beschouwd? Is het een cultureel niemandsland of is Brussel te divers om zinvol mee te communiceren? We komen het niet te weten.
Nadat Guido Fonteyn heel terecht een aantal clichébeelden over Wallonië heeft opgeruimd, eindigen Philippe Destatte en Bruno Demoulin met de vraag: bestaat er zoiets als een Waalse identiteit? Identificeren de inwoners zich met de regio? Hun antwoord is genuanceerd, zoals het eigenlijk hoort. Geen enkele identiteit is in zichzelf besloten en volledig afgegrensd, maar altijd het gevolg van een blijvende spanning tussen het eigene en het andere. Precies dat heen weer, de spanning tussen binnen en buiten, de interne en externe onzuiverheid is de kern van het verhaal.
Globaal genomen is dit een mooi koffietafelboek, een dikke turf die de Waalse haan wil laten kraaien, maar waarvan het stemgeluid in vele passages te dof en te dor is om ver te weerklinken. Het boek is in die zin een gemiste kans om de rijkdom van Wallonië-als-deel-van-België te leren kennen en te appreciëren. Waarschijnlijk was een literair verhaal daar beter in geslaagd.
[Brigitte Dekeyzer]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.