Sisyphus achterna : hoe het failliet van Lehman onze wereld blijft veranderen
Johan Van Overtveldt
Johan Van Overtveldt (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Acco, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : ECONOMIE : 345.1 OVER |
15/06/2012
Het einde van de euro is geen statement van een onbekende Cassandra, maar het recentste boek van Johan Van Overtveldt. Van Overtveldt is doctor in de economie, grondlegger van de sociaaleconomische denktank Methena en nu hoofdredacteur van de opiniebladen Knack en Trends. Het einde van de euro is een zeer kritisch boek waarin Van Overtveldt, met de ruggensteun van talrijke uitspraken van gezaghebbende economisten, monetaire experts en beleidsmensen, de veelvuldige aspecten belicht die vanaf de voorbereiding van de Europese Monetaire Unie (EMU) uiteindelijk geleid hebben tot de huidige crisis in de eurozone waardoor de euro in zijn voortbestaan ernstig wordt bedreigd
Dat de boodschap van Van Overtveldt ernstig moet worden genomen blijkt reeds duidelijk uit het voorwoord van de bekende Amerikaanse professor Internationale economie en financiën, Robert Z. Aliber. Al bij de voorbereiding van de EMU en de aanloop naar de eurozone hadden vooraanstaande economische en financiële deskundigen ernstige twijfels uitgesproken over de duurzaamheid van de Europese constructie. Die was, eenvoudig gesteld, gebouwd op compromissen tussen de Duitse visie van rigide discipline en politieke onafhankelijkheid en de Franse opvattingen die solidariteit en politieke ingrepen vooropstelden. Als belangrijkste tekortkoming hadden deze critici vooral het ontbreken van een sokkel van een gemeenschappelijk convergerend economisch, financieel en sociaal beleid aan de kaak gesteld.
Van Overtveldt toont op overtuigende wijze aan dat niet voldaan was aan de fundamentele voorwaarden om een volwaardige muntunie tot stand te brengen, zoals die worden beschreven in de theorie van de optimale muntzone. Deze vooral Angelsaksisch geïnspireerde benadering vond niet veel bijval bij de Europese beleidsmakers, die van oordeel waren dat de gemeenschappelijke Europese politieke wil voorop moest staan en dat de endogeniteit, een zelfvoedend proces, wel zou leiden tot het gewenste optimum. De achterstelling van de uitbouw van een economisch, fiscaal-budgettair en sociaal substraat heeft ertoe geleid dat de Europese monetaire constructie uiteindelijk als een kaartenhuis is ingezakt. In 2008, tien jaar na de lancering van het europroject, werd de loftrompet opgeborgen over de standvastigheid waarmee de eurozone tal van financiële stormen had doorstaan. Oktober 2009 was een kantelmoment: met het Griekse begrotingsdebacle werd duidelijk dat hiermee slechts het topje van de ijsberg zichtbaar was. Ook andere eurolanden werden bedreigd door ernstige budgettaire wanverhoudingen en de Europese financiële sector was door de sterk toegenomen verwevenheid en zware onderkapitalisatie uiterst kwetsbaar voor het gevaar van besmetting.
Van Overtveldt brengt een vlijmscherpe sequentiële montage van de perikelen waarmee de door de markten belaagde eurolanden kregen af te rekenen en van het onhandig georkestreerde ballet dat op de tonen van de aanhoudende Franse en Duitse discordantie op de snel opeenvolgende Europese topontmoetingen ten beste werd gegeven. De Europese leiders gaven inderdaad blijk van een verontrustend talent om de zaken nog erger te maken en wakkerden met roekeloze verklaringen de onzekerheid over de toekomst van de euro nog verder aan.
Uiteindelijk blijven er volgens Van Overtveldt drie scenario's over en ze zijn alle drie even ingrijpend. Het eerste komt erop neer dat de Europese beleidsmakers hun huidige beleid voortzetten, wat op termijn zou leiden tot een verdere aangroei van de schulden- en kredietberg en tot een onhoudbare druk op Duitslands financiële draagkracht. De tweede mogelijkheid is dat sommige landen zouden opteren om uit de monetaire unie te stappen, waardoor hun internationale concurrentievermogen en hun groeiperspectieven verbeteren. De landen die trouw blijven aan de eurozone zullen dan voor het voortbestaan van de muntunie de nodige maatregelen moeten nemen om de bankensector te saneren en te herkapitaliseren en institutionele aanpassingen moeten doorvoeren om te komen tot een optimale muntzone. En dat brengt ons dat meteen naar de derde optie, met name alles herbeginnen om het systeem opnieuw op te bouwen volgens de voor de muntunie geëigende regels. Van Overtveldt twijfelt er duidelijk aan dat deze optie politiek haalbaar zal zijn. Eerst zullen inderdaad de noodzakelijke evenwichten hersteld moeten worden, wat gepaard zal gaan met verder gaande pijnlijke inleveringen en besnoeiingen in de overheidsfinanciën. Het gevaar dat daarmee een internationale vraaguitval op gang wordt gebracht met een recessie als gevolg is niet denkbeeldig. Vervolgens zullen de Europese instanties een groot deel van hun autonomie moeten afstaan om te komen tot verregaande afstemming van verschillende onderdelen van hun economisch en sociaal beleid. In een Europese context waarin de nationale reflexen uiteindelijk nog altijd de bovenhand halen is zo’n scenario niet realistisch. Van Overtveldt wijst echter op een nog groter gevaar: Duitsland kan beslissen om de eurozone de rug toe te keren. Er zijn, aldus de auteur, veel psychologische en economische argumenten die zo’n uitstap plausibel maken. Dat daarmee niet alleen de monetaire unie, maar ook het hele Europese project ten grave wordt gedragen staat buiten kijf. Het ondenkbare wordt denkbaar.
Van Overtveldt brengt geen theoretische oplossingen om uit het monetaire slop te geraken. Hij maakt het iedereen mogelijk om op een boeiende manier een beter inzicht te verwerven in het financiële-monetaire kluwen, de nationale afwegingen die drukken op de besluitvorming en de mogelijkheden die nog openblijven voor het al dan niet voortbestaan van de euro. [Robert Antonissen]
Redactie Vlabin-VBC
De auteur, doctor in de economie en hoofdredacteur van de tijdschriften Knack en Trends, belicht in dit zeer kritische werkstuk de vele aspecten die vanaf de voorbereiding van de Europese Monetaire Unie geleid hebben tot de huidige crisis in de eurozone. Hij toont aan dat niet was voldaan aan de fundamentele voorwaarden om een volwaardige muntunie tot stand te brengen. De achterstelling van de uitbouw van een economisch, fiscaal-budgettair en sociaal substraat heeft er toe geleid dat de Europese monetaire constructie uiteindelijk als een kaartenhuis is ineengezakt. De auteur brengt een vlijmscherpe analyse van de perikelen waarmee de belaagde eurolanden kregen af te rekenen en ziet drie mogelijke, ingrijpende scenario's. De auteur brengt geen oplossingen om uit het monetaire slop te geraken. Wel maakt hij het iedereen mogelijk om op een boeiende manier een beter inzicht te verwerven in het financieel-monetaire kluwen, de nationale afwegingen die drukken op de besluitvorming en de mogelijkheden die nog openblijven voor het al dan niet voortbestaan van de euro. Noten en bibliografie achteraan. Grafieken bij de tekst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.