De kunst van het veldspel
Chad Harbach (Auteur), Joris Vermeulen (Vertaler)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9064 |
Besprekingen
31/08/2012
Sport in de Amerikaanse literatuur
De band tussen sport en literatuur is een opvallend Amerikaans fenomeen. Dat heeft voor een belangrijk gedeelte te maken met de literaire traditie van de Amerikaanse sportjournalistiek. Sport heeft in de Verenigde Staten een bijzonder groot entertainmentgehalte, maar dat neemt niet weg dat Amerikaanse auteurs ook vaak over sport schrijven als ze literatuur willen bedrijven. Ben Markovits, een ex-basketballer die intussen literaire furore maakt met zijn Byron-trilogie en sportmemoires (Playing Days) gaat er wat dieper op in in een essay voor The Observer (06.06.2010). Hij neemt sport in de brede betekenis, inclusief de jacht en visserij. Zo wordt Herbert Melville’s Moby Dick als beste sportroman (walvisjacht) ooit geduid, waarin het thema van de alles verterende spijt en wraak tot op het bot uitgebeend wordt. Markovits onderscheidt in het spoor van literatuurcriticus Philip Rahv de ‘redskin’- en de ‘paleface’-traditie in de Amerikaanse letteren, waarbij de ‘redskins’ hun wortels hebben in de ‘lowlife world of the frontier and big cities’. Hemingway met zijn romans over bloedsporten als vissen, jacht op groot wild, stierengevechten (en oorlog?) is een rasechte redskin. Markovits verbindt daarmee sport met het aardse leven en niet met de semi-clericale cultuur van de palefaces. Sport als metafoor voor de Amerikaanse onderwereld, als sleutel tot een beter begrip van wat zich afspeelt in de Amerikaanse onderbuik. In zijn roman Underworld gebruikt Don DeLillo baseball onder meer om corruptie in de Amerikaanse samenleving bloot te leggen. Het voordeel van sport is dat je de plot levendiger kunt visualiseren en ongrijpbare mechanismen kunt duiden. Richard Ford werd na een mislukte carrière als romanschrijver en sportjournalist uiteindelijk toch een gevierd romancier met zijn boeken over de fictieve sportjournalist Frank Bascombe. Frank is een mislukte romanschrijver die in het reine tracht te komen met het verlies van zijn kind en het doodbloeden van zijn huwelijk. In The Sportswriter mijmert Bascombe: ‘If sportswriting teaches you anything, and there is much truth to it as well as plenty of lies, it is that for your life to be worth anything you must sooner or later face the possibility of terrible, searing regret.’ Zo wordt schrijven over sport, schrijven over het leven en zijn angsten. Voor John Updike was het hoofdpersonage Rabbit (Harry Angstrom), een ex-highschool basketbal-ster, een toegangskaart tot het hem omringende Amerika en het verstikkende leven van de Amerikaanse middenklasse. Bernard Malamud, Saul Bellow, Tom Wolfe, Philip Roth, Mark Harris, David Foster Wallace, John Irving en vele anderen hebben het thema sport een vaste plaats gegeven in de Amerikaanse literatuur, waarin honkbal nog steeds de favoriete sport is. Voor Markovits omdat het de langste traditie heeft (andere sporten werden pas veel later populair) en omdat baseball de meeste mogelijkheden biedt voor een afstandelijke analytische geest. Aan deze traditie werd recent het opvallend voldragen debuut van Chad Harbach toegevoegd: De kunst van het veldspel.
De dertiger Chad Harbach, mede-oprichter van het literaire tijdschrift n+1, werkte bijna een decennium aan zijn debuutroman. Centraal staat Henry Skimmhander, een kleine boerenjongen uit South Dakota. Aan de universiteit van Westish (Wisconsin) ontpopt hij zich tot een beloftevol honkbalspeler die de Westish College Harpooners naar de top van de derde divisie stuwt. Hij is een shortstop; net zoals zijn idool Aparicio Rodriguez (naam afgeleid van twee baseball legenden), de (fictieve) schrijver van honkbalklassieker ‘De kunst van het veldspel’, die Henry als een bijbel tegen zijn borst koestert. Spreuk 26 van dat boek vat de essentie van zijn bestaan samen: 'De korte stop (shortstop) is een bron van kalmte in het centrum van de verdediging. Hij straalt die kalmte uit en zijn ploeggenoten reageren erop.' Henry stapelt de successen op tot hij het record van zijn idool evenaart en het slachtoffer wordt van chronische faalangst. Dat bepaalt niet enkel zijn leven, maar straalt ook af op de levens van de vier andere hoofdpersonages. Honkbal als metafoor voor het leven is in hoofde van de hierboven beschreven Amerikaanse sport-literaire traditie haast zo voorspelbaar als het succes, de ondergang en de uiteindelijke heropstanding van Henry. Maar het is de sterke psychologische uitwerking van de kleurrijke hoofdpersonages die het langzaam voortkabbelende boek zijn sterkte geeft. Kapitein Mike Schwartz neem Henry onder zijn vleugels en coacht hem naar de top. De zwarte homoseksuele groene jongen Owen Dunne is Henry’s blowende kamer- en teamgenoot. Rector en literatuurdocent Guert Affenlight is een stevige rokkenjager met een passie voor Melville die opnieuw contact wil maken met zijn van hem vervreemde dochter Pella. Na een mislukt huwelijk loopt zij opnieuw op de campus rond als student en keukenhulp. Zij begint een relatie met Mike, terwijl de rector zich tot Owen aangetrokken voelt, maar ook bij diens moeder in de smaak valt. Alle elementen zijn aanwezig voor een zedenkomedie, een satirische kijk op de Amerikaanse middenklasse. Updike indachtig is Henry Harbachs toegangskaart tot Amerika. De relatie tussen sport en literatuur wordt extra in de verf gezet door literaire referenties naar onder meer Shakespeare, Whitman en vooral Melville, wiens leven en werk als een rode draad doorheen het boek lopen. Op een uitgesproken boodschap na heeft het boek alle elementen om uit te groeien tot een klassieker in de Amerikaanse (sport-)literatuur. Opvallend is dat Harbachs vriend en collega Keith Gessen een e-book uitbracht met The Making of The Art of Fielding. Zo hoeven we niet op de film te wachten om achter de schermen van het epos te kijken… [Kris van Zeghbroeck]
L. Torn
Weliswaar gaat deze roman over honkbal, een typisch Amerikaanse sport, maar de auteur tilt het verhaal op naar een universeel plan, zodat het uiteindelijk een roman is over vriendschap en liefde, het verwerken van teleurstellingen en volwassen worden. De 17-jarige Henry Skrimshander wordt ontdekt door Mike Schwartz, aanvoerder van de The Harpooners, honkbalploeg van Westish College. Dankzij Mike kan Henry studeren aan Westish waar hij zijn honkbalspel kan ontwikkelen. Henry is een natuurtalent en The Harpooners hebben voor het eerst succes in de competitie. Maar op de drempel van zijn grote doorbraak blokkeert ‘de Skrimmer’: de twijfel slaat toe en hij weet geen bal meer goed te vangen of te gooien. Verder wordt het verhaal bevolkt door Henry’s homoseksuele teamgenoot Owen Dunne, rector Guert Affenlight die verliefd wordt op Owen, Guerts dochter Pella die na een mislukt huwelijk haar studie weer wil oppakken en een relatie krijgt met Mike. Door Jonathan Franzen en John Irving geprezen debuut over (jonge) mensen die de kunst van het leven onder de knie proberen te krijgen. Vanaf ca. 16 jaar.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.