Fascinatie voor verre culturen
Steve McCurry
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
National Geographic Society, 2011 |
VOLW. : NON FICTIE : 766.6 COBB |
31/03/2013
De 22ste uitgave van de portfolio Wildlife Photographer of the Year geeft een idee van wat het afgelopen jaar wereldwijd aan natuurfotografie heeft opgeleverd. De grote winnaar van deze editie is de Canadese fotograaf Paul Nicklen. Met drie foto’s van keizerpinguïns domineerde hij de categorieën ‘vogelgedrag’ en ‘onderwaterwereld’. Bovendien kreeg hij een eervolle vermelding in de categorie ‘dieren in hun biotoop’ met de foto van een spirit bear in de Great Bear Rain Forest. Zijn indrukwekkende beeld van een troep naar het wateroppervlak opschietende keizerpinguïns kaapte de overkoepelende Wildlife Photographer of the Year Award weg.
De Amerikaan Steve Winter scoort in de speciale bekroning voor fotojournalistiek met een bijdrage over de bedreigde Indische tijger en de inspanningen voor het behoud van de soort en zijn habitat. De bekroonde foto voor het meest bedreigde dier ging naar de Zuid-Afrikaan Kim Wolhuter voor een foto van een jonge Afrikaanse wilde hond op een stuk uitgedroogde aarde. De Eric Hosking Award voor aankomend talent gaat naar de Rus Vladimir Medvedev, met een indrukwekkende fotoreeks van de Canadese natuur rond Banff National Park.
De klimaatverandering blijft wegen op de fotografiewedstrijd met een aantal foto’s van ijsberen. Met sprekende titels als ‘Living on thin ice’ en ‘Ice matters’ palmden respectievelijk Ole Jørgen Liodden en Anna Henley de categorieën ‘dieren in hun biotoop’ en ‘de wereld in onze handen’ in.
In zijn inleiding hekelt juryvoorzitter Jim Brandenburg de stiefmoederlijke behandeling van de natuurfotografie door de kunstfotografische critici. Tot er een mentaliteitsverandering komt, blijft natuurfotografie beperkt tot specifieke prijzen en categorieën. Het lijkt wel of National Geographic deze achterstelling wil rechttrekken met een fotografenreeks onder de titel ‘Masters of Photography’. Het werd een tiendelige reeks, samengebracht in een box, waarbij elk deel het werk van een individuele fotograaf belicht. Het geheel presenteert zich als een combinatie van de sublieme reis- en natuurfotografie waarvoor het tijdschrift National Geographic zo bekend is. Hoewel ook de andere fotografen natuurbeelden brengen, worden vooral Frans Lanting, David Doubilet, Paul Nicklen, Chris Johns en Michael Nichols (en in mindere mate Joel Sartore) als wildlifefotografen geprofileerd. Stuk voor stuk fotografen die veelvuldig bekroond werden en hun stempel drukten op de steeds innoverende natuurfotografie. Sommigen hebben een breed werkterrein, van de tropen tot de polen, anderen hebben zich verregaand gespecialiseerd. David Doubilet bijvoorbeeld fotografeerde zijn hele carrière de onderwaterwereld van de doorgaans warme zeegebieden, terwijl Paul Nicklen verknocht is aan de barre leefomstandigheden op de polen, zowel boven als onder het ijs. De reeks ‘Masters of Photography’ wordt gekenmerkt door een handzaam hardcover formaat. Behalve de begeleidende tekst bij de foto’s, beperkt het tekstgedeelte zich tot een inleiding van een (ex)medewerker van National Geographic, een paar bladzijden van de hand van de fotograaf en een korte biografie achteraan. De vraag is echter of er een bredere theoretische basis over de grondslagen van de natuurfotografie en zijn beoefenaars nodig is om de kunstfotografische visie op de natuurfotografie bij te stellen?
(Dit is een abstract van een artikel van Kris van Zeghbroeck. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 9, 2012.)
[Kris van Zeghbroeck]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.