Orde in het geldwezen : oprichting en betekenis van de Amsterdamse wisselbank 1609-1820
Lodewijk Petram
Lodewijk Petram (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 345.7 PETR |
30/06/2012
In De bakermat van de beurs brengt historicus en economist Lodewijk Petram het verhaal van het ontstaan en de eerste bloei van de Amsterdamse aandelenbeurs die, zoals Petram overtuigend aantoont, aan de basis ligt van de moderne effectenhandel. Het ontstaan en de groei van de Amsterdamse aandelenhandel is nauw verweven met de geschiedenis van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die in 1602 in Amsterdam het licht zag.
Al heel vlug kende de aandelenhandel een groeiende interesse bij de beleggers. Dat hield vooral verband met de duidelijk zichtbaar goede gang van zaken van de VOC, wat zijn neerslag vond in stijgende aandelenprijzen en, na lang wachten, in riante dividenduitkeringen. Zo ontstond een levendige handel in aandelen van de Compagnie, wat spitsvondige beleggers op het idee bracht om sommige technieken die gangbaar waren op de goederenmarkten in toepassing te brengen op de aandelenhandel. De meest bekende daarvan waren de termijncontracten die ook op zichzelf konden worden verhandeld. Later volgden de opties en andere derivaten die het de speculanten mogelijk maakten zich in te dekken tegen de koersrisico's. Deze beurstechnieken zijn nu nog courant op de financiële markten.
Het spreekt vanzelf dat de explosie van de aandelenhandel ook heel wat malafide handelaren aantrok. De overheid zag zich genoodzaakt op te treden om het vertrouwen op de markt te handhaven en vaardigde een verordening uit waarbij blanco verkopen werd verboden. Velen omzeilden dit verbod, wat een reeks vaak lang aanslepende rechtszaken tot gevolg had. Nog opvallend voor die tijd is dat de VOC zeer karig was met het verschaffen van informatie omtrent de algemene gang van zaken van de Compagnie, haar financiële toestand en haar vooruitzichten qua scheepsladingen. De beleggers moesten dan maar voortgaan op ongecontroleerde geruchten die hen vaak op het verkeerde been zetten. Enkel de bestuurders waren goed geïnformeerd en het staat buiten kijf dat ze er ook regelmatig hun profijt mee konden doen. Handel met voorkennis was namelijk nog niet verboden.
Van wezenlijk belang voor de beursexpansie was de grootschalige deelname van de Portugese joden die een hecht internationaal netwerk inbrachten waarlangs nieuws over de internationale ontwikkelingen relatief vlug beschikbaar werd en grensoverschrijdende transacties vlot konden worden uitgevoerd. Dat ze vrij soepel waren in het toestaan van kredieten zal ook wel een rol hebben gespeeld. De hoge rente die ze daarbij in rekening brachten hangt samen met hun interpretatie van enkele bijbelteksten.
Petram merkt op dat de benaming 'de Gouden eeuw' voor de ganse zeventiende eeuw niet volledig correct is: de economische boom vond plaats in de eerste heft van die eeuw, met als bekendste uitschieter de 'Tulpengekte'. De tweede helft werd gekenmerkt door een aantal crisissen op alle markten, vooral als gevolg van internationale spanningen en gewapende conflicten.
De auteur schetst niet alleen een veelzijdig beeld van de opkomst van de beurshandel en de manier waarop de transacties werden afgehandeld, maar geeft te gepasten tijde ook heel wat nuttige achtergrondinformatie over de internationale en nationale politieke constellatie, alsook een sociologisch portret van de handels- en beurskringen in de zeventiende eeuw. Bijkomend interessant is ook dat Petram regelmatig parallellen trekt met de huidige gebeurtenissen op de financiële markten.
De bakermat van de beurs is een voor iedereen toegankelijk, vlot leesbaar en boeiend verhaal. Hierbij moet worden onderstreept dat het relaas over het marktgebeuren gebaseerd is op een minutieus uitpluizen van de nog overgebleven oorspronkelijke documenten. De omvang van dat onderzoek wordt duidelijk in de afsluitende verantwoording. [Robert Antonissen]
J. Francke
De auteur is zowel econoom als historicus en promoveerde op het onderwerp. In tegenstelling tot zijn proefschrift (dat ingaat op de beurs als effectenmarkt) ligt hier de nadruk op de ontwikkeling van de handel in VOC-aandelen. De aandeelhouders zelf staan centraal. Het boek kent, inclusief inleiding en slotstuk, twaalf hoofdstukken over achtereenvolgens: een nieuwe compagnie, de eerste beurshandel, boze aandeelhouders, fraude, de eerste hausse, joodse handelaren, informatie, besloten clubs, speculeren en crisis. Daarnaast zijn er een epiloog, verklarende woordenlijst, korte eindnoten, lijst van geraadpleegde werken, illustratieverantwoording en register. Petram weet de lezer met de anekdotische en verhalende verteltrant mee te slepen en wijdt de lezer op begrijpelijke wijze in, in de aandelenhandel van de VOC: de oorsprong hiervan is nog altijd zichtbaar in de moderne aandelenbeurzen. Dat ging niet zonder slag of stoot, want destijds werden ook al 'lege aandelen' ('naked short shelling') verkocht. Isaac le Maire geniet de twijfelachtige eer de eerste te zijn geweest die de VOC-aandelen hiermee onderuithaalde. Een voor een groot publiek toegankelijk geschreven les in de oorsprong van de aandelenhandel van de VOC en de valkuilen die daarbij optraden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.