Jouw afwezigheid is duisternis
Jón Kalman Stefánsson
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11187 |
30/06/2012
Het verdriet van de engelen, het vervolg op het geprezen Hemel en hel, is een poëtisch verhaal over verlies. In het eerste deel van de roman ontmoet een naamloze jongen, die zijn ouders, zus en goede vriend verloren heeft, een misantropische hulppostbode, Jens. De man heeft het ene winterse noodweer na het andere getrotseerd om de uithoek van IJsland te bereiken waar de jongen de tijd doodt met lezen, schrijven, vertalen en vertellen. Zijn pleeggezin probeert hem te scholen en geeft hem de opdracht een blinde kapitein Shakespeare voor te dragen. Ondertussen sneeuwt het buiten, en dat zal het de hele roman lang blijven doen. De dwarrelende vlokken zijn het verdriet van de engelen.
In het tweede deel ondernemen Jens en de jongen een hachelijke tocht naar een uithoek van de uithoek, over diep water en met de ijskoude wind steeds op kop. Ze verkleumen, redden mekaar het leven zoveel als hun beklagenswaardige lot dat toestaat en komen onderweg op adem in donkere dorpen. Op alle plaatsen aan de rand van de wereld wordt evenveel geleden. Er is een dominee die in geen jaren zijn vrouw heeft aangeraakt, en een gezin dat zichzelf tot de hongerdood veroordeelt door de ongenode gasten slappe koffie aan te bieden. Er dwalen schimmen rond over de witte hoogvlaktes, in de verte beukt de Noordelijke IJszee in op haar bevroren kusten, het is winter in de lente, en nooit wil die vervloekte sneeuwstorm gaat liggen.
Het verhaal lijkt al vaker verteld door om het even welke Scandinavische schrijver, maar het komt in een verpakking met zeer veel verrassende lagen. Stefánssons zwierige taalgebruik doet alle clichés bezwijken onder de spitsvondigheden. Een van de hoofdthema’s is liefde in een wereld die daar niet voor gemaakt lijkt te zijn. Jens, de hulppostbode, is op een van zijn tochten verliefd geworden op Salvör en loopt daarom vertraging op. In de verslagen van de hindernissen op zijn reis staan natuurlijk alleen maar droge feiten. 'Maar niets over Salvör. Geen woord over haar leven, haar verdriet, de wanhoop, […] en toch zouden we waarschijnlijk nooit over iets anders dan dat moeten schrijven […]'. Zoals bijvoorbeeld: 'Ik zag gisteren die ogen en kom daarom niet op het werk.' Of: 'Ik kan onmogelijk vandaag komen want mijn man is naakt en zo mooi.'
Stefánsson schetst een droevig beeld van de condition humaine. De enige troost is de ontluikende vriendschap tussen Jens en de jongen, tegen de spierwitte achtergrond van de sneeuwlandschappen. 'Alleen voor mensen zonder moraal is het leven makkelijk, ze redden het wonderwel en wonen in grote huizen.' De postbode heeft die moraal wel, wat hem er uiteindelijk toe brengt onderweg de last van een lijkkist op zich te nemen omdat de weduwnaar Bjarni wil dat zijn vrouw in gewijde grond begraven wordt. Het zeulen met die last zorgt voor de origineelste, meest groteske scènes van het verhaal, die tegelijk het sluitstuk van de roman vormen. In Het verdriet van de engelen probeert Stefánsson ons te tonen hoe literatuur op zijn minst de illusie kan scheppen het leed van de wereld te verzachten, en hij doet dat heel overtuigend. [Freek Adriaens]
L.A.A. Kruse
Tweede deel van een trilogie van de IJslandse schrijver (het eerste deel is ‘Hemel en hel’*), dat onafhankelijk van het eerste gelezen kan worden. Na de dood van zijn ouders, broer en zus, moet een (naamloze) jongen ook de vriesdood van zijn boezemvriend Bardur verwerken. Hij wordt in het Dorp opgenomen door Geirthrud, die hem wil scholen, en moet zich zien aan te passen aan de nukken van wildvreemden, zoals de blinde, drankzuchtige kapitein Kolbein. Dan krijgt hij de opdracht om postbode Jens te vergezellen, die drie tassen post moet brengen naar het Winterstrand. Het wordt een barre, levensgevaarlijke tocht over vier hoogvlakten en een oversteek door een fjord, met een stugge, keiharde man en een poëtische jongen, wier tegenstellingen moeizaam ‘ontdooien’. Prachtige roman over vriendschap, liefde, leven en dood, die geen lezer onberoerd zal laten, met sublieme natuurbeschrijvingen, psychologische verdieping, filosofische beschouwingen en liefde voor het woord, met name de poëzie, die je ‘een andere wereld’ laat zien en dan terug rukt in ‘de drek van de alledaagse sleur’ (p. 229). Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.