Billie & Seb : roman
Ivo Victoria
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VICT |
Mark Cloostermans
ob/kt/07 o
Het is zomer en het land is in de ban van onrustwekkende verdwijningen van jonge meisjes. Daar komt nog bij dat sommigen een vreemde ruis horen. Er zou een verband zijn. Tegen deze achtergrond vindt een familiefeest plaats, in het huis van Hilde en Dirk. Bij hen is de onrust meer dan gewekt: het huis heeft bewakingscamera's en alarmbellen. Hun geadopteerde tienerdochter zit erin opgesloten als een Aziatische Rapunzel. En toch gebeurt het. Billie verdwijnt. Paniek.
Eén lid van het gezelschap, Ome Lex, naar alle waarschijnlijkheid een uitgetreden priester, neemt de taak op zich om de ratio te promoten. Hij gelooft niet in het verband tussen ruis en verdwijnende meisjes. 'De wereld is neutraal. Wij máken haar dramatisch.' Lex raadt zijn disgenoten aan om het vogelperspectief te bewaren, bij voorkeur een valkperspectief, 'hoog boven de situatie cirkelend en te gepasten tijde naar beneden duikend.'
Failliet
Een kort persoonlijk interludium. Hoe stel ik mij de hel voor? Een eeuwig familiefeest. Het duurt veel te lang, je bent in het gezelschap van minstens enkele mensen die je nooit tot je vriendenkring zou toelaten, men idealiseert het verleden, drinkt te veel, zoekt ruzie. 'Familie ís oorlog', denkt een van de personages in Ivo Victoria's roman. Onder het mom van 'we mogen toch al eens lachen, zeker?' is iedereen op zoek 'naar de zwakke plekken van anderen', meent Lex. En iedereen - voeg ik daar zelf aan toe - toont zich van zijn slechtste kant, want het maakt niet uit hoe we ons gedragen: voor het volgende feest krijgen we hoe dan ook een uitnodiging.
Waarom doen mensen dit zichzelf aan? Die vraag beantwoordt Victoria met één woord: angst. Angst voor wat je zou kunnen bedreigen als je alleen bent. Oma Martha komt tot inzichten over die angst. 'Het was niet meer dan angst die hen verbond', denkt zij, over haar familie. 'Wie de angst niet deelt, is een eenzame prooi, een verdwaalde antilope die nietsvermoedend drinkt van het water waarin de krokodillen zwemmen. Samen om niets te hoeven horen. Om niets te hoeven zien.' Maar de strategie faalt: 'nu wordt die vrees ingelost, als een verlangen. [...] Het brengt hen niet nader tot elkaar.' Het failliet van de familie is een feit.
Victoria's proza is dit keer geen felle stream of consciousness, zoals in zijn debuut. Hij schrijft ingehouden, koelbloedig, analytisch. In geslaagd contrast daarmee staan de dialogen, in een vettig Verkavelingsvlaams. Weer een andere sfeer wordt opgeroepen in de hoofdstukken met Ome Lex, de ochtend na Billies verdwijning. Lex draagt het bewusteloze (of dode?) lichaam van Billie in zijn armen en is in het gezelschap van een jan-van-gent. Het veld waarin hij ronddoolt zou een drooggelegde polder kunnen zijn, een 'weide die ooit de lucht weerspiegelde'. Maar die ex-polder lijkt wel eindeloos, 'weids, met de kracht van een droom', de heuvel in de verte 'dreigend als een altaar'. En wat betekent het, dat de jan-van-gent plotsklaps wegvliegt? (Ik wil u best meer vertellen, bijvoorbeeld over de oorsprong van de ruis, maar het zou zonde zijn om de mooie finale te verklappen.)
Aha-erlebnis
Ik schreef hierboven dat Lex 'naar alle waarschijnlijkheid' priester is geweest. Die informatie krijgen we niet expliciet aangereikt. Dat gebeurt wel vaker in deze roman. De personages stellen zich niet eerst netjes aan ons voor, alvorens dingen te beleven. Dat is prettig. De auteur gunt ons aha-erlebnissen.
Was Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won vooral een sympathiek debuut, met deze tweede roman zet Victoria een grote stap voorwaarts. Gelukkig zijn we machteloos is een gefragmenteerde nachtmerrie, een duistere zedenkomedie met overrompelende poëtische passages. Een hoogtepunt van de rentrée littéraire? Ze vullen van ver moeten komen, dit najaar, om Victoria nog naar de kroon te steken.
DE AUTEUR: Vlaming (1971) die in Nederland woont en 'sympathiek' debuteerde met 'Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won'.
HET BOEK: een duistere zedenkomedie rond een familiefeest en een onrustwekkende verdwijning.
ONS OORDEEL: een hoogtepunt.
Roderik Six
ob/kt/12 o
DE EERSTE ZIN: 'Altijd wanneer drama's als deze zich voltrekken is er één persoon in het gezelschap die ijzig kalm blijft.'
Setting van Victoria's nieuwste worp Gelukkig zijn we machteloos : het jaarlijkse familiefeest met de obligate dronken nonkels, neurotische huisvrouwen, dreinende kinderen én mystery guest Ome Lex. Op de achtergrond een dreigend onweer, een moordende spoorlijn en de aanzwellende paniek over een resem recente kidnappingen die telkens begeleid worden door een irritante ruis. Het voorspelbare gebeurt: Ome Lex verdwijnt, met in zijn kielzog, jawel, een jong meisje.
Spannend uitgangspunt, ware het niet dat Victoria die gelegenheid vakkundig de nek omwringt met een overvloed aan warrige flashbacks en een wollig taalgebruik dat vooral plaatsvervangende schaamte oproept. Er rijden geen treinen genoeg om Victoria's wandelende clichés en knullige vergelijkingen onder te gooien. Alles in dit boek is frappant. Bizar. Typisch. En er zijn vogels. Die vliegen. Om over de walvis maar te zwijgen. Gelukkig hoeft u dit onding niet te kopen: download de gratis app, enkel voor het plezier hem weer te wissen. U zal zich nog nooit zo machtig gevoeld hebben.
31/12/2011
Met zijn debuut, Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt), kwam hij als een komeet de Nederlandse literatuur binnen. Wie? Ivo Victoria? Vóór die eerste roman had niemand ooit van deze schrijver gehoord. Hij begon zoals zovele would-be schrijvers op het net wat te knutselen aan wat schrijfsels, werd daar snel door een literair agent opgemerkt, kreeg een contract bij een gerespecteerde uitgever en maakte met zijn eersteling gelijk furore in het officiële circuit. Zijn debuutroman kreeg lovende recensies en meteen was Victoria (de zoveelste?) hoop in bange dagen van de Vlaamse literatuur.
Met een dergelijke intrede langs de grote poort is het altijd moeilijke tweede boek natuurlijk extra spannend. Was het geslaagde debuut een one shot of kan de auteur bevestigen? Alleszins werd de nieuwe roman, Gelukkig zijn we machteloos, net als zijn voorganger met veel lawaai in de markt gezet. Werd het debuut gepromoot als een boek van een wat late, maar meteen rijpe debutant zonder enige literaire voorgeschiedenis — een écht natuurtalent dus —, ook voor de nieuwe roman bedacht de uitgeverij een stunt. Je kan de tekst gratis als e-book downloaden — een primeur in de Nederlandse letteren! De marketingstrategie rond het product Ivo Victoria is alvast geslaagd, maar is de roman dat ook?
Ja en nee. Gelukkig zijn we machteloos is literair gezien een veel complexer en knapper boek dan Hoe ik nimmer... Was dat een rechttoe rechtaan vertelling, nu experimenteert Victoria volop met verschillende vertelstandpunten, flashbacks en surrealistische elementen. Hier is een auteur aan het werk die zijn metier beheerst en die iets heeft willen proberen, zoveel is duidelijk, en dat is echt een verademing in een literair klimaat waarin het allemaal niet te moeilijk mag zijn en bijgevolg vooral ingezet wordt op eenduidigheid. En toch overtuigt de roman niet volledig. Omdat het lijkt dat de schrijver het verhaal niet wist af te ronden en dan maar een deus ex machina op het toneel tovert. Omdat de vorm wel voor spanning zorgt, maar verder weinig functioneel is. Omdat deze licht geforceerde fabel van een boodschapperigheid is die de laatste decennia ongezien is. Omdat Victoria grossiert in quotes en wisecracks die voor een zeker filosofisch gehalte zorgen, maar daarmee wel erg veel lijkt op het (al te) wijze, maar tegelijk tragische hoofdpersonage Ome Lex.
Die Ome Lex is niet echt een oom, hij is een kennis van grootmoeder Martha, die hem meevraagt naar het jaarlijkse familiefeest bij haar dochter en schoonzoon: zatte nonkels, de obligate tomate crevettes, de geforceerde familiefoto, de traditionele zogezegd leuke optredentjes van de kinderen, de nietszeggende gesprekken. Ze worden allemaal levensecht geëvoceerd in Gelukkig zijn we machteloos. Ome Lex voelt zich niet erg op z’n gemak, maar er is er nog eentje die zich niet kan vinden in deze schertsvertoning: de veertienjarige dochter des huizes, Billie. Wanneer zij verdwijnt, slaat de paniek toe, zeker omdat er de afgelopen tijd al heel wat meisjes zijn verdwenen. De enige die het hoofd koel lijkt te houden, is Ome Lex, die de angst probeert te bezweren met zijn door en door rationele kijk op het leven. Wanneer echter even later ook hij nergens meer te vinden blijkt, doemt het idee op dat hij er met Billie vandoor is. Wat zich als een pedoboek — oudere, wat vreemde vent verdwijnt met pubermeisje — aandient, ontpopt zich echter tot een verhaal over de verstikkende gevolgen van angst. Want nee, Lex is geen kidnapper of gefrustreerde ex-priester die zijn slagje slaat. Hij is wel degelijk achter Billie aan gegaan toen hij haar zag ontsnappen — van het feest, maar ook en vooral uit de gevangenis die het met camera’s bewaakte en met hekken omzoomde huis van haar ouders is — en hij gunt haar deze vrijheid die een opgroeiend kind nodig heeft. Samen dwalen ze steeds verder weg en zij kan haar fantasie en driften uitleven: in de weidsheid van de polder maakt ze zich eindelijk los uit de beklemming. Maar dan loopt het grondig fout. Het beeld dat voortdurend terugkeert in de roman is dat van Ome Lex met in zijn armen Billies slappe lichaam, een beeld dat hoe verder je leest telkens een andere invulling krijgt. Een beeld dat door de andere personages echter slechts één interpretatie kan krijgen.
Daarmee is Gelukkig zijn we machteloos niet alleen een boek over de wijze waarop angst de vrijheid beknot en de nefaste gevolgen daarvan. Het is niet alleen een boek over het ongelukkige toeval dat niet uit te sluiten valt, de onbeheersbaarheid waartegen we met lege handen staan, hoe sterk we ons ook beschermen, verzekeren, verweren. Gelukkig zijn we machteloos gaat ook over onze beperkte visie, want genadeloos bepaalt onze focus het zicht op de wereld. Wie zal immers ooit de ware toedracht, die banaal is, geloven? Wie zal in tijden waarin kinderverkrachters toeslaan, willen geloven dat het een ongeval was wanneer Ome Lex met Billie in z’n armen verschijnt? Jij als lezer hebt het overzicht, maar de personages met hun door angst vernauwde blik niet. Als een bliksem treft je het inzicht dat jij zo’n gast bent op het feestje dat het leven is. [Carl De Strycker]
Drs. P. van der Haar
Met een scala aan literaire middelen en een prachtig verhalende stijl sleept de Vlaamse auteur (1971) de lezer onweerstaanbaar mee in het drama van de verdwijning van het pubermeisje Billie. Op een drukbevolkt zomers tuinfeest is, onder de oppervlakte, de dreiging voelbaar en hoorbaar, zeker als daar na tien jaar weer de aardige Ome Lex aanschuift. 'Ome Lex is niet te benijden. Het ging zo lang goed.' Deze ‘uit het geloof ontslagen’ oudere man is hoofdpersoon én hoofdverdachte, terwijl de lezer beter weet, hoewel? Die lezer raakte gaandeweg bijna net zo bevooroordeeld als de omstanders, als de massa die liever greep heeft op het kwaad door – met hulp van de media – een zondebok te benoemen dan alles machteloos te moeten laten passeren (zie titel). Is Ome Lex weer de fout in gegaan? Na een zwaar aangezette apotheose, met walvis en valk, de verstilde en ontroerende slotscène. De lezer blijft achter in verwarring: hoe zal dit drama eindigen – voor het meisje en voor de man? De auteur debuteerde in 2009 met de roman met de te lange titel: ‘Hoe ik nimmer de ronde van Frankrijk (…)’. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.