Ik en de Rovers
Siri Kolu
Siri Kolu (Auteur), Tuuli Juusela (Illustrator), Annemarie Raas (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Gottmer, 2012 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : KOLU |
Aanwezig |
Gottmer, cop. 2011 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : KOLU |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Gottmer, 2012 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KOLU |
Magazijn |
Gottmer, cop. 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : KOLU |
31/01/2014
‘Ik werd in de tweede week van juni ontvoerd. Maar goed ook; het dreigde toch al een beroerde zomer te worden. Eerst zouden we een fietstocht gaan maken, maar dat ging niet door omdat het begon te motregenen, echt een heel klein beetje maar. Vervolgens zouden we gaan kamperen, maar toen moest papa onverwacht nog iets doen voor zijn werk en bleven we dus thuis. Leuke dingen voor het hele gezin om samen te ondernemen, zei papa altijd wanneer hij weer plannen maakte, maar hij vroeg nooit aan ons wat wíj nou wilden. Van zijn plannen kwam nooit iets terecht, en na al die onvervulde beloftes geloofde ik het allemaal wel.’ Zo begint het eerste boek van Siri Kolu uit de ‘Ik en de Rovers’-reeks. De drie eerste boeken zijn al vertaald in het Nederlands; een vierde komt eraan. De verhalen gaan over Roos, een tienjarig meisje dat op een doodgewone dag op weg met haar ouders en zus naar haar oma, wordt ontvoerd tijdens een roofoverval van de familie Rover, een Finse struikroversfamilie die bestaat uit Razende Karel en Hilda (de ouders), hun twee kinderen Alex en Carlo en een vriend van de familie, Gouwe Piet. Normaal gezien nemen de Rovers geen mensen mee bij hun plundertochten op BelBets (hun scheldnaam voor de gewone burgers: belastingbetalers). Ze stelen wat ze kunnen gebruiken, voornamelijk Barbies en tonnen snoepgoed, maar Razende Karel dacht in een opwelling dat Roos wel leuk gezelschap zou zijn voor zijn kinderen. Haast per ongeluk belandt Roos dus in een busje tussen een op het eerste gezicht zootje ongeregelde, brutale rovers. In het begin probeert Roos nog te ontsnappen, maar al snel voelt ze zich meer thuis tussen de familie Rover dan bij haar eigen saaie gezin. Het roversbestaan is immers nieuw en spannend: welk kind zou het niet leuk vinden om tot ’s avonds laat te kamperen aan een meertje, zoveel vlees op je brood kunnen leggen als je wil en je ziek te eten in allerlei suikerzoet snoepgoed met de vreemdste namen? Het eerste boek is een heerlijk anarchistisch verhaal, dat haast leest als een komische roadmovie, waarin het absurde struikroven en het leven van de familie Rover als een doodnormale realiteit wordt voorgesteld en geaccepteerd door Roos. Met haar kurkdroge en schrandere observaties vertelt ze over de meest opwindende zomer van haar leven, onbezorgd en de draak stekend met het burgerlijke leventje van haar eigen familie.
Maar die haast euforische sfeer verandert vrij drastisch in het tweede en derde boek. Roos ontwikkelt zich immers tot een onmisbare schakel binnen de familie Rover. Als snel slaagt ze erin een meestermisdaad te plegen en oplossingen te vinden voor conflicten. Ze blijkt een geboren rover te zijn. Maar dat zorgt er ook voor dat de familie Rover met jaloezie te maken krijgt. Hoewel in het eerste boek de roversgemeenschap nog als een harmonieus samenlevende, bijna hippieachtige groep wordt voorgesteld, worden de families in Ik en de Rovers zingen karaoke meer en meer vijanden. Het wordt steeds moeilijker om te bepalen wie bondgenoten zijn, zeker wanneer er een nieuwe roverskoning moet worden gekozen tijdens de bandietenkaraoke op het jaarlijkse zomerfestival van de roversgemeenschap. Nog steeds zijn er dezelfde hilarische, charmante personages als in het eerste boek, dezelfde absurde taferelen (zoals de levensbelangrijke bandietenkaraoke en andere competities van het zomerfestival —’bakken & worstelen’, ‘schaalmodellen’, ‘bedot’ en ‘taxatie’) en het eten van tonnen worsten en bladerdeegbroodjes. De sfeer wordt echter wat grimmiger en Roos begint ook meer en meer aan zichzelf te twijfelen: ze draagt een steeds groter wordende verantwoordelijkheid binnen de familie Rover en ziet in dat het leven bij haar eigen gezin toch ook niet zo slecht was.
In het derde boek Ik en de Rovers op zoek naar de Gids van Qvist ontwikkelt het personage van Roos zich nog meer. De familie Rover moet het koste wat het kost de eeuwenoude Gids van Qvist vinden, de eerste roverkoning. Ze hopen dat deze Gids cruciale informatie en richtlijnen bevat voor de roversgemeenschap. Ze hopen zo de vrede te kunnen herstellen, want ook de andere roversfamilies zijn op zoek naar de Gids, die macht geeft. Wanneer Roos in haar dromen onverklaarbare en vaak onontcijferbare informatie krijgt over de locatie van de Gids, komt er een grote last op haar schouders om hem op tijd in haar handen te krijgen. Bovendien groeit ze ook dichter naar haar eigen familie toe en kan ze steeds meer begrip opbrengen voor hun levensstijl. Haar vader blijkt bovendien een beetje een held te zijn en heeft de sleutel in handen om te verklaren hoe het komt dat Roos een haast geboren Rover blijkt te zijn. Ook haar irritante zus Viola ligt Roos nauwer aan het hart dan ze ooit had durven vermoeden. Het is ronduit knap hoe Siri Kolu start met een boek dat zuiver vermaak biedt en dat ook nog eens wordt verteld door de ogen van het hoofdpersonage, waardoor de lezer van op de eerste rij het plezier en de verwondering van Roos meemaakt. Haar droge notities in haar eigen boekje zetten alle regels van het Roversbestaan kurkdroog en netjes op een rij. Daarna weet Kolu haar verhaal echter een draai te geven, zonder de humor te verliezen, maar met meer body en een hoofdpersonage dat aan zichzelf durft te twijfelen en na drie zomers alles in een breder perspectief kan plaatsen, waardoor Roos haar zwart/wit-visie over de Rovers en haar eigen familie moet bijstellen. Haar notities worden dan meer en meer een dagboek om haar eigen twijfels te ventileren. Het is dan ook uitkijken naar het vierde boek uit de reeks, want de verhaalstof rond Roos en de familie Rover is nog niet opgedroogd.
[Tine Verachten]
G.J. Jolink
Wat de allersaaiste vakantiedag op weg naar oma lijkt te worden, verandert in een klap in een groot avontuur als Roos (10, ik-figuur) wordt gekidnapt uit de auto van haar ouders door de familie Rover. Roos weet eerst niet wat haar overkomt, maar al snel geniet ze van het nieuwe vrije leven waarin ontbijten met gehaktballen en mosterd en de hele dag smullen van enorme hoeveelheden gestolen snoep, plankgas door de bochten rijden en buiten slapen en je wassen in een meer, heel gewoon is. Alles wat kinderen normaal niet mogen, wordt in dit meeslepende, volstrekt onconventionele boek gepresenteerd als de gewoonste zaak van de wereld. Daarnaast zullen de dik aangezette milieuverschillen, de gedachten en gevoelens van Roos over haar vader en haar zus en het voor een deel platte taalgebruik door kinderen ook zeker gewaardeerd worden. Verwijzingen naar het materialisme van deze tijd en de grappige en tegelijkertijd kritische kijk daarop, maken het boek extra interessant. De oorspronkelijk Finse uitgave won de Finlandia Junior Prize 2010, de belangrijkste Finse kinderboekenprijs. Stevig, kloek leesboek met gekleurd schutblad vol met snoep, zoals de Rovers het graag zien. Zilveren Griffel 2012. Vanaf ca. 9 jaar.
Tinne Geuens
ua/an/22 j
De tienjarige Roos (de ik-figuur) is samen met haar zus en haar ouders onderweg naar haar oma, als ze in een opwelling door de Rovers wordt gekidnapt. Normaal gesproken stelen de Rovers alleen snoep, barbiepoppen, etenswaar en andere dingen die ze nodig hebben om te overleven, maar Razende Karel nam de impulsieve beslissing om Roos ook maar mee te nemen. Roos schrikt zich eerst een ongeluk, maar al gauw geniet ze van het vrije leventje en leert ze moeiteloos de kneepjes van het roversvak. Sterker zelfs, zij kan de Rovers zelf van alles leren. Al snel pleegt ze haar eerste meestermisdaad, waarbij ze onnoemelijk veel succes oogst bij de roversfamilie. Roos voelt zich al snel meer gerespecteerd in deze familie dan thuis en besluit om te blijven. Ze geniet met volle teugen van een zomer waarin ze elke dag ontbijt rechtstreeks uit de koekenpan, zich wast in een meer, kiosken overvalt en naar een midzomerfestival mag om de collega-rovers te zien. Dit laatste loopt anders dan gepland, wat een hele invloed zal blijken te hebben op het leven van de Rovers.
'Ik en de Rovers' is een erg humoristisch en fantasierijk boek. Het boek beschrijft de absurde leefwereld van de Rovers, maar blijft wel realistisch en geloofwaardig overkomen. Het is een naïef en optimistisch boek. Hoewel Roos laat uitschijnen dat haar ouders haar waarschijnlijk niet missen, komt dit nooit treurig over. Noch voor Roos, noch voor de ouders van Roos die hun dochter kwijt zijn, voelt de lezer enig medeleven. Integendeel, zo lang als het lezen van dit wervelend geschreven avonturenverhaal duurt, beleef je samen met Roos 'de mooiste zomer van haar leven'. En volgend jaar op 1 juni wordt ze opnieuw ontvoerd. Dat is afgesproken!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.