Wie niet groot is, moet slim zijn
Silvia Van de Put
Silvia Van de Put (Auteur), Loes Riphagen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : VAND |
15/02/2012
Gertie is vijf, maar mag al naar groep vijf (het derde leerjaar), iets wat haar nieuwe meester Bemelmans nog nooit meegemaakt heeft. Net zoals in het eerste boek in de serie ‘Wie niet groot is, moet slim zijn’, verloopt deze overgang niet zonder hindernissen. Deze keer zijn er geen pestkoppen die haar het leven zuur maken, maar Gertie heeft zichzelf twee missies opgelegd: ze wil een echte vriendin en ze gaat op zoek naar de waarheid achter een geheimzinnig verhaal over haar opa. Net als in het eerste deel zet Gertie zich ook in dit boek met volle overgave in om beide missies tot een goed einde te brengen. Ze lopen echter beide net iets anders af dan ze gedacht had. De serie over Gertie richt zich tot achtjarigen en is opgedeeld in korte hoofdstukken met telkens gemiddeld één illustratie. De zwart-witte prenten van Loes Riphagen zijn opgebouwd uit potloodlijnen en tonen veel nuances. De illustraties zijn zeker een meerwaarde voor de doelgroep, die soms nog de nood heeft aan een prent hier en daar. Hoofdfiguur Gertie zou je kunnen vergelijken met Roald Dahls Mathilda. Ze is hoogbegaafd en creatief in haar zoektocht naar oplossingen, maar in tegenstelling tot Mathilda wordt ze wel gesteund door haar ouders. Gerties taalgebruik is eerder dat van een tienjarige, wat misschien een beetje onrealistisch is, maar toch ook een parallel legt met Mathilda. Wie niet groot is, moet een opa hebben heeft echter qua opbouw niets vandoen met het klassieke verhaal van Dahl. De ‘Giga Gertie’-serie is zeer eenvoudig en dat is tegelijkertijd een troef en een minpunt. Gertie gaat zoals gezegd recht op haar doel af, maar er is weinig aandacht voor dingen die zich in de kantlijn afspelen, of voor de uitwerking van personages. Wat dit boek toch dat tikkeltje anders maakt, is de aandacht voor hoogbegaafdheid, zonder dat Silvia van de Put belerend of moraliserend wordt. Het eerste deel was amusant zonder meer, het tweede deel ligt eigenlijk in dezelfde lijn. Aangezien Gertie ten opzichte van het eerste boek geen grote ontwikkeling doormaakte, hopen we nu op wat grotere veranderingen in het volgende deel. [Magali Haesendonck]
I. Poels
Gertie is bijna 6 jaar en de slimme kleuter begint in groep vijf. Zus Frieda gaat naar de middelbare school en ze zien allebei tegen de veranderingen op. Gertie maakt zich druk om haar verjaardagsfeest. Het leeftijdsverschil met haar klasgenoten is groot en ze bedenkt een plan in de hoop dat dit haar vrienden op zal leveren. Ook gaat ze op zoek naar haar opa uit Spanje, realiseert zich hoe belangrijk Huupie voor haar is, wisselt de prijs in die ze heeft gewonnen met een wedstrijd, zorgt dat de bejaarden zich niet langer vervelen en maakt kennis met de nieuwe buren. Dit tweede deel over Giga Gertie is een vervolg op 'Wie niet groot is, moet slim zijn'*, maar is ook apart te lezen. Een heel schooljaar komt voorbij, in grote stappen. Het verhaal heeft leuke en originele vondsten, maar door de hoeveelheid gebeurtenissen blijven de personages, gevoelens en belevenissen aan de oppervlakte. De schrijfstijl is vlot en eenvoudig, de dialogen zijn wat stroef en ouwelijk. Van de grappige zwart-witillustraties hadden er meer in het boek mogen staan. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.