Archief van verloren kinderen
Valeria Luiselli
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Karaat, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LUIS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Karaat, 2014 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7621 |
Annick Vandorpe
rt/aa/19 m
Valeria Luiselli (1983) maakt nog niet lang deel uit van de letterenwereld, maar ze is nu al een diva. De jonge Mexicaanse, die in New York aan Columbia University doctoreert, debuteerde in 2010 met Papeles falsos, een verzameling mijmeringen over architectuur, identiteit, taal en literatuur. Wat de bundel opzienbarend maakte, naast de snedige observaties en de exquise stijl, was z'n vernieuwend genre, een hybride van essayistiek en fictie. Ook bij ons kon het boek dat in het Nederlands werd vertaald als Valse papieren, op een warm onthaal rekenen.
De opschudding die Luiselli's debuut veroorzaakte heeft de nieuwsgierigheid naar haar eerste roman, nu verschenen als De gewichtlozen, extra aangezwengeld. Wat valt te verwachten als zo'n opvallende, innoverende stem zich aan fictie waagt?
Een boek over spoken
De vrouw die het verhaal vertelt en onbenoemd blijft, omschrijft het boek aan haar zoontje als een boek 'over spoken'. Je kunt het ook zien als het relaas van een uit de hand lopende fascinatie voor een obscure Mexicaanse dichter en de reconstructie van diens leven in New York in de jaren twintig van de vorige eeuw. Evengoed is het de kroniek van een vrouw die tussen de zorg voor haar gezin door aan een roman werkt over een vorige episode in haar leven, toen ze in New York de bohemien uithing in dienst van de literatuur. Het is óók een verhaal over onszelf en over de verschillende identiteiten die we in ons leven aannemen. En een roman over New York, bekeken vanuit de metro. Een gesofisticeerd staaltje metaliteratuur, ook. De gewichtlozen is op veel manieren te lezen.
"Alles begon in een andere stad, in een ander leven, een leven voor dat van nu maar na dat andere", zegt de vertelster op de eerste pagina. Met haar man en twee kleine kinderen woont ze in Mexico, maar in dat 'andere leven' werkte ze in New York als lector bij een uitgeverij gespecialiseerd in vertalingen van buitenlandse pareltjes. Ze herinnert zich hoe ze grasduinend in de bibliotheek belandt bij een brief van de Mexicaanse dichter Gilberto Owen (1904-1952). Wanneer ze ontdekt dat hij een eeuw daarvoor in haar buurt woonde en sporen terugvindt uit zijn tijd, kantelt haar ei-gen leven: "Dat was het moment dat ik begonnen ben te bestaan alsof ik in beslag genomen werd door een ander mogelijk leven dat niet het mijne was, maar dat ik maar voor me hoefde te zien om er helemaal in op te gaan."
In het tweede deel van de roman is Owen ook een verteller. De oude blinde dichter, die dik is maar slechts drie pond weegt, herinnert zich hoe hij in de zomer van 1928 in New York gewicht begon te verliezen zonder dat hij uiterlijk veranderde, alsof hij van binnen uitgehold werd. Zijn stem alterneert met die van de vertelster uit het eerste deel. Uiteindelijk breken ze beiden door hun tijdsharnassen heen en worden ze zich in de New Yorkse metro bewust van elkaars aanwezigheid.
De gewichtlozen is opgebouwd uit korte, vignetachtige stukjes, die geen chronologische volgorde respecteren, maar aan elkaar zijn gesmeed met subtielere mechanismen zoals een terugkerend geluid of een idee dat weerklank vindt - een knappe, maar soms wat artificiële structuur.
Het contrast tussen het geestesleven van de vertelster en haar fysieke realiteit treedt het best naar voren in de stukjes waarin haar man en zoontje aan bod komen. Het kind komt met praatjes aanzetten die nergens op steunen maar later vreemd genoeg profetisch blijken. Zijn lichte conversatie, doorspekt met wonderlijke woorden zoals 'draaimolentornado' en 'kantorium', staat haaks op de volwassenentaal en is prachtig weergegeven.
Geniep
Uit het commentaar van de echtgenoot, die de roman in het geniep meeleest, blijkt dan weer dat de vertelster onbetrouwbaar is. Ze fictionaliseert constant, in die mate dat we realiteit en fictie na een tijd niet meer van elkaar on- derscheiden, sterker nog, dat "de vezel van de fictie aan de werkelijkheid begint te tornen".
Luiselli heeft een wervelend, hoogst ongewoon fictiedebuut geschreven, een draaimolentornado naar de literaire top.
Valeria Luiselli, De gewichtlozen, Karaat, 192 p., 17,95 euro.
Vertaling: Merijn Verhulst.
ANNICK VANDORPE ■
Marijke Arijs
il/pr/04 a
Als uitgeverij Karaat niet bestond, dan zou ze dringend uitgevonden moeten worden, want in haar prille bestaan heeft ze al menige zeldzame parel opgedoken. Na het werk van de Chileen Alejandro Zambra voor ons taalgebied te hebben ontsloten, brengt deze kleinschalige uitgeverij het romandebuut van de Mexicaanse Valeria Luiselli uit.De gewichtlozen is bevolkt met spoken, maar met magisch realisme heeft dat niets te maken. De nieuwbakken schrijfster boort heel andere inspiratiebronnen aan dan we van Latijns-Amerikaanse auteurs gewend zijn. Uit haar allereerste publicatie, de essaybundelValse papieren, bleek al dat Luiselli iets had met dode schrijvers en begraafplaatsen. Voor haar romandebuut vertrok ze van 'In a station of the metro', een gedicht van Ezra Pound. De Amerikaanse dichter meende op een dag in de metro het gezicht van een overleden vriend te ontwaren. Het voorval inspireerde hem tot meer dan driehonderd versregels, waarvan hij er uiteindelijk twee overhield:
'The apparition of these faces in the crowd;
Petals on a wet, black bough.'
Verschijningen en verdwijningen, daar gaatDe gewichtlozen over. En vervalsingen, want ook dat is een van Luiselli's specialiteiten.
Besmet met fictie
De vertelster, een jonge vrouw van Mexicaanse origine, schrijft over haar huidige leven als schrijfster en moeder van twee kleine kinderen, over het bohemienbestaan dat ze in een vorig leven leidde in New York en over het leven dat de Mexicaanse dichter en diplomaat Gilberto Owen tachtig jaar daarvoor leidde in datzelfde New York.
Op een blauwe maandag werkte ze als lector en vertaalster voor een uitgever die wanhopig op zoek was naar een opvolger voor Bolaño. Om haar werkgever ertoe te bewegen de poëzie van de nagenoeg vergeten Gilberto Owen uit te geven, knutselde ze een vervalst typoscript in elkaar. Het kostte haar haar baan, maar apocrief of niet, het werk van haar landgenoot werd plots door de Amerikaanse pers de hemel in geprezen. Want zo wordt een hype gemaakt, weet de vertelster: 'Alles is een gerucht, een gerucht dat zich verspreidt tot het een affiniteit is geworden.'
Bij leven en welzijn moet Gilberto Owen een rare snijboon zijn geweest. De dichter, die meer dronk dan goed voor hem was, ging iedere dag in het metrostation van 116th Street op de weegschaal staan om te kijken hoeveel hij afgevallen was, want hij was ervan overtuigd dat hij langzaam maar zeker desintegreerde. Zo'n zonderling is natuurlijk een gedroomd romanpersonage.
En de vertelster raakt volkomen in de ban van de excentriekeling. Ze bezoekt zijn voormalige woning aan Morningside Av. 63, treft op het dak van het gebouw een morsdood sinaasappelboompje aan en neemt het mee naar huis. Vanaf dat moment raakt haar bestaan steeds meer in het ongerede. De realiteit begint te rafelen en raakt besmet met fictie. Owen gaat met het verhaal aan de haal, terwijl de vertelster zelf ieder houvast kwijtraakt. Ze ziet zijn gezicht opdoemen in de metro en op zijn beurt ziet hij haar in de mensenmassa voorbijwandelen. Heden en verleden, werkelijkheid en verzinsel, levenden en doden lopen elkaar steeds meer voor de voeten, tot er een volstrekt onoverzichtelijke soepzooi ontstaat.
Tijd en ruimte
Lineaire, chronologische verhaaltjes en ordentelijke plots zijn aan Valeria Luiselli niet besteed. Het universum van de Mexicaanse schrijfster gehoorzaamt niet aan de wetten van tijd en ruimte. Haar romandebuut bestaat uit een reeks fragmenten, die op een ondoorgrondelijke manier aan elkaar gehaakt zijn. Het boek desintegreert, verbrokkelt, versplintert zienderogen, dijt uit als het universum na de oerknal en hangt van de spiegeleffecten aan elkaar. Het is een rafelig weefsel waarin steeds meer gaten vallen, of om met de vertelster te spreken: 'Ik ben op zoek naar een structuur die vol zit met gaten, zodat het altijd mogelijk is een plekje op de pagina te vinden, de pagina te bewonen'.
Luiselli heeft een hekel aan de term postmodernisme, maar put niettemin gretig uit de postmodernistische trukendoos. Een gratuit intellectueel spelletje is dat allerminst, wantDe gewichtlozen gaat wel degelijk ergens over. Het is een boek over de onmogelijkheid om het hier en nu te bewonen, om ooit helemaal thuis te zijn in de realiteit.
Deze ambitieuze, wonderlijke en buitengewoon fascinerende roman is nog geen voldragen meesterwerk, maar wel een voortreffelijke amuse, een veelbelovend voorsmaakje van het pièce de résistance dat deze ambitieuze debutante ongetwijfeld in de pijplijn heeft.
VALERIA LUISELLI
De gewichtlozen.
Vertaald door Merijn Verhulst, Karaat, 192 blz., 17,95 ?.
De auteur: deze dertigjarige diplomatendochter bracht haar kindertijd door in Korea, India en de VS. Nu woont en werkt Luiselli in New York, waar ze Spaanse literatuur doceert.
Het boek: verschijningen en verdwijningen, heden en verleden, werkelijkheid en verzinsel.
ONS OORDEEL: een bijzonder eigenzinnige en vernieuwende debuutroman over de onmogelijkheid om echt helemaal thuis te zijn in het hier en nu.
¨¨¨¨è
Marijke Arijs ■
15/09/2014
Soms lijkt het alsof Valeria Luiselli (Mexico-Stad, 1983) een eeuw te laat geboren werd. Haar debuut Valse papieren (2010, Nederlandse vertaling 2012) ademde al een sfeer van decadentisme. In die inventieve essaybundel flaneert Luiselli met veel spleen langs ruïnes en kerkhoven, op zoek naar sporen van verloren tijden en geesten van vergeten schrijvers. Hetzelfde bewustzijn van de literaire traditie en dezelfde neiging naar de l’art pour l’art- komen tot uiting in haar debuutroman De gewichtlozen.
De gewichtlozen is opgebouwd uit korte fragmenten, waarin een schrijfster laveert tussen de herinneringen aan haar jonge jaren als bohémienne in New York en haar huidige leven als echtgenote en moeder van twee kleine kinderen. In haar eerste leven verwondert ze zich als een soort intellectuele Amélie Poulain over allerhande grootstedelijke toevalligheden en teleurstellingen. Ze werkt als redactrice voor een uitgeverij en haar baas is erop gebrand om de nieuwe Roberto Bolaño te ontdekken. Zelf raakt ze in de ban van ene Gilberto Owen, een Mexicaanse poète maudit die aan het eind van de jaren twintig ronddoolde in the Big Apple. Krijgt ze haar baas zover om het werk van Owen te publiceren? Het nieuwe leven blijkt daarentegen een stuk prozaïscher. Gehinderd door een achterdochtige echtgenoot en twee kinderen die nu eens jengelen of ziek zijn en dan weer nieuwsgierig en schattig uit de hoek komen, werkt de vertelster aan een roman die alsmaar meer begint te lijken op de roman die we aan het lezen zijn.
Als er een schrijver is waaraan de thematiek van De gewichtlozen doet denken, dan is het natuurlijk Bolaño zelf: de ontluiking van een artistiek bewustzijn in de wereldstad, de zoektocht naar een geheimzinnige miskende schrijver. Zoals wel meer hedendaagse Spaans-Amerikaanse debuutromans, is ook De gewichtlozen enigszins schatplichtig aan Bolaño’s gefragmenteerde en onovertroffen künstlerroman. Dreigt Bolaño’s invloed de verbeelding van vele jonge collega’s te steriliseren, dan lijkt die Luiselli vooral te stimuleren om een eigen stem en stijl te ontwikkelen. In De gewichtlozen vinden we maar weinig sporen van de tomeloze expansie en bijbehorende imperfectie die een boek als De wilde detectives zo onweerstaanbaar maken. Voor Luiselli lijkt schrijven vooralsnog eerder een zaak van denken en polijsten.
Wie van meeslepende verhalen houdt, is bij Luiselli aan het verkeerde adres. Tot nog toe is ze een writer’s writer die je vooral verleidt door de inspirerende gedachten en beeldende taal waarop je om de paar fragmenten botst. Neem nu, bij wijze van voorbeeld en slot, deze beschrijving van een van Owens vrienden: ‘Homer, de blinde, had een oog dat groter was dan het andere. Een van de twee, het kleine, hield zich voortdurend onbeweeglijk op in de buurt van zijn traanbuisje. Het grootste draaide in zijn violette holte rond als een gedesoriënteerde witte vogel – hij leek op een duif die opgesloten zat in een kerk of in een treinstation, en die met zijn vleugels tegen het raam sloeg’. Hierom lees je Luiselli.
[Jasper Vervaeke]
Drs. Michael A. Vissers M.Ed.
Roman met twee innig vervlochten verhaallijnen waarin het leven van een redactrice met man en kinderen in New York en dat van de schrijver Gilberto Owen naadloos op elkaar aansluiten. Het verhaal schetst de survival van artistieke types in een stad die nooit slaapt. De Mexicaanse schrijfster (1983) maakte een droomdebuut met 'Valse papieren' (2012*) dat alom bejubeld en in vele talen vertaald is. Haar hier besproken tweede roman is eveneens goed ontvangen. Ze woont en werkt in NY waar ze o.a. voor de New York Times schrijft. Origineel werk met fictie en realiteit in een onontwarbare knoop, naast een fascinerend verslag van de Werdegang van een schrijver. Met vermakelijke passages zoals het mislukte optreden van Owen en de Spaanse dichter Lorca in de metro. Doet qua schaamteloze confidenties en onconventionele situaties nog het meest denken aan de bad girl of fiction Marie Calloway. Zal iedereen die geïnteresseerd is in de nieuwe literatuur die uit internet formats voorkomt (Twitter/blogs) aanspreken. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.