Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2011 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WOLF |
Besprekingen
31/12/2011
Het debuut van Alexander Wolfram kenmerkt zich al vanaf de cover door een opvallend experimenteel opzet. Nochtans is het achterliggende verhaal niet meteen vernieuwend: protagonist Tobbe vlucht zijn slaapkamer uit, gedreven door een vooralsnog onbestemd verlangen. Hij verdwaalt echter in de nachtelijke stad en krijgt hulp van een ‘vreemde man’, die trekjes van zijn vader heeft. Wolfram lijkt te suggereren dat het om een ontmoeting tussen personage en auteur gaat, maar de ware toedracht reikt nog verder: Tobe ontmoet zijn ‘oudere zelf’, die met hem in een fictieve, filosofisch geladen dialoog treedt. Via een associatief denkproces passeren tal van thema’s de revue, zoals de natuur, de dood, God en religie in het algemeen. Het trage vertelritme dwingt de lezer tot een precieze lezing en zijn onwetend perspectief biedt ruimte voor een donkere, unheimliche ondertoon. De bladspiegel draagt hiertoe bij en focust afwisselend op het hoofdverhaal en op een nevenverhaal waarin de gedachtegang van personages te lezen valt. In dit experimentele opzet loopt de tekst letterlijk buiten de lijntjes en verkent Wolfram met verve de mogelijkheden en grenzen van de taal. Het poëtische taalgebruik weerspiegelt de rijkdom aan beelden en metaforen voor de gevoelstoestand van de personages, bijvoorbeeld: ‘Zijn gedachten maken nachtlawaai’ en ‘[I]k was nog klein en ik maakte mijn beloftes soms een maatje te groot’. Soms schampt een beeld af, of blijkt Wolframs verteltrant nog te wijdlopig, wat het vertelritme nodeloos onderbreekt.
Voor dat ene heikele thema, de vaderrelatie, vindt Tobe voorlopig nog niet de juiste woorden. De dubieuze ouder-kindrelatie, waarbij het kind niet over ‘dat ene’, afschuwelijke onderwerp kan of wil spreken, wordt op die manier subtiel onder de aandacht gebracht, zonder het probleem van mishandeling nadrukkelijk te vermelden. De fictieve ontmoeting met zijn oudere zelf biedt Tobe een sterke stimulans om de confrontatie met zijn tirannieke vader aan te gaan. Het einde van de novelle wordt niet toevallig gesymboliseerd door een fikse regenbui, die alle pijn (voorlopig?) wegspoelt en baan ruimt voor de beloftevolle geur van de zomer. Toch blijkt het geen onverdeeld happy end, maar biedt de auteur ruimte voor een vervolgverhaal. Het problematisch gegeven van kindermishandeling wordt nog kort aangestipt via het opnemen van telefoonnummers van hulporganisaties (onder andere Tele-Onthaal).
Alexander Wolfram verkent op geheel eigenzinnige wijze de mogelijkheden van taal, compositie en vertelperspectief. Het resulteert in een poëtisch verhaal, waarin de experimentele opzet soms nog de overhand krijgt en een teveel aan beelden weleens stoort. Als hij z’n woordenstroom en experimentatiedrang kan kanaliseren, leidt dit ongetwijfeld tot beklijvender werk. [Jürgen Peeters]
Martijn Nicolaas
Als Tobe niet kan slapen, stapt hij de straat op, de maan achterna. Al snel verdwaalt hij en vraagt hij een schrijvende man achter een raam de weg. Deze man helpt hem de weg te vinden en blijkt toevallig net een verhaal te schrijven over een jongetje dat ’s nachts verdwaalt, net als Tobe. Samen gaan ze verder en verzinnen zo de rest van het verhaal. Ze klimmen in een boom, kijken uit over de donkere stad en vertellen elkaar verhalen over hun leven en het leven in het algemeen. Ook praten ze over God en verschillende religies. Wat Tobe niet vertelt, maar de man wel aanvoelt, is dat zijn vader vaak zo kwaad wordt dat hij zijn moeder slaat. Dit poëtische, levensbeschouwelijke verhaal is geschreven als een gedicht, waarbij alle zinnen op een nieuwe regel beginnen. Het is mooi vormgegeven: de tekst is blauw en sommige bladzijden zijn dat ook, met slechts een paar woorden of zinnen in wit, waardoor die extra aandacht krijgen. Een lief en ontwapenend verhaal voor kinderen uit de bovenbouw van de basisschool die geïnteresseerd zijn in vragen over religie, leven en dood. Vanaf ca. 10 jaar.
Ooit zal alles anders zijn
Annie Beullens
ua/an/22 j
Wat het eerst opvalt aan dit boek is zijn sobere, aantrekkelijke vormgeving. Het werkt intrigerend. Ook binnenin is de vormgeving apart: korte tekstregels in blokken gerangschikt. Naarmate het verhaal vordert, worden de tekstblokken langer. Een nieuw hoofdstuk of nieuwe wending begint met een donkerblauw blad waarop soms één enkel woord, soms enkele woorden. Blauw is trouwens de overheersende kleur.
Het verhaal gaat over Tobe, een jongen met zwarte gedachten. Hij wil weg en verdwaalt in de stad. Zo komt hij terecht bij een man die vreemd en toch vertrouwd aanvoelt. Hij doet Tobe aan zijn vader denken, tenminste aan de vader die hij zich zou wensen. Het is duidelijk dat er iets mis is met papa. Al pratend met de man probeert Tobe greep te krijgen op zijn leven. Die man lijkt in zijn hoofd te kunnen kijken; hij voelt anders, goed, veilig. Tobe droomt van een razende woeste man. Is dat mijn vader, vraagt hij zich af. Op p. 48 voert de auteur zichzelf op als schrijver en therapeut. Aan het eind is Tobe zover dat hij wat er thuis gebeurt onder ogen durft te zien. Pagina 136 is verhelderend: hij hoort papa tieren, dreigen, gaat bovenaan de trap zitten samen met zijn broertje, machteloos. Hij hoort hoe papa mama slaat en hij voelt: Pijn. Pijn. Pijn. En toch blijf ik luisteren. Tot het stopt. Tot het weer stil is. En dan gaan we terug naar bed. Lig ik te staren, in het eenzaamste donker dat er is. En zo hard als ik maar wensen kan, wou ik dat hij dood was. Hoe kan hij toch zo slecht zijn? Naar buiten uit doen alsof er niets aan de hand is, valt Tobe hoe langer hoe moeilijker. Hij zou hulp willen vragen, maar aan wie? Wie weet hoe woest hij dan zal worden?
Het is alleszins een aangrijpend verhaal, waarin het probleem van Tobe heel langzaam duidelijk wordt. De man praat, filosofeert en speelt met Tobe, bouwt zo een vertrouwensrelatie op. Dat levert soms erg poëtische teksten op, maar soms overdrijft de auteur en wordt het te zweverig. Ook zichzelf opvoeren in een verhaal, kan ik niet appreciëren. Ik weet niet of jongeren die in Tobes situatie zitten het geduld zullen opbrengen om zich door de vele mooie frazen te lezen. Misschien is dit eerder een verhaal voor hulpverleners.
Het is de bedoeling om met dit boek jongeren aan te sporen om problemen thuis met een vertrouwenspersoon te bespreken en vooral om er niet alleen mee te blijven zitten. Achteraan in het boek zijn de websites van Tele-Onthaal in België en Sensoor in Nederland opgenomen.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.