Ride upon the storm. [Seizoen 1]
Adam Price
Simon Price (Auteur), Peter Thonemann (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Spectrum, cop. 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 923 PRIC |
31/12/2011
We maken ons graag een voorstelling van het verleden waar we ons lekker bij voelen. Menig akkoord of internationaal verdrag wordt niet gesloten op rationele gronden, maar op basis van een complex geheel van gevoelens van gemeenschappelijkheid. Taal, cultuur, religie, ze spelen hun rol als er vrede gesloten of oorlog verklaard wordt. Voor Europa, en bij uitbreiding de hele westerse wereld, geldt de antieke oudheid als een van die pijlers waarop dat gemeenschappelijke gevoel gestoeld is. Maar hoe dachten de antieken zelf over dat soort kwesties? Dat was het uitgangspunt voor de auteurs van De geboorte van het klassieke Europa, Simon Price en Peter Thonemann. Ze pasten het idee van collectieve identiteit, voor ons deels gebaseerd op de antieke oudheid, ook toe op de individuen en volkeren die in die oudheid rondliepen.
Verwacht op basis van de ondertitel van dit boek, Een geschiedenis van Troje tot Augustinus, dus niet de zoveelste narratieve geschiedenis van de antieke oudheid. De opzet is ruimer. Er is meer dan normale aandacht voor die andere belangrijke traditie waarop Europa boogt, de joods-christelijke. Hector en de Ilias komen zij aan zij te staan met Mozes en de Bijbel, maar wel volgens de traditionele indeling in de tijdsperiodes zoals we die kennen.
Centraal in het boek staat het concept ‘herinnering’. Niet alleen wij hebben een geschiedenis en een idee hoe die geschiedenis verliep (correct of gekleurd), Grieken, Romeinen en Joden hadden dat ook. Traditioneel zijn de Myceners, de helden van Troje, voor ons een jonge, nieuwe beschaving zonder geheugen, maar zijzelf zagen zich als het eindpunt van een lange traditie die ze respectvol bewaarden. Waarom pasten ze de bouwplannen van hun fortificaties anders aan om eeuwenoude graven te vrijwaren en bovendien een belangrijker plaats te geven? Dit perspectief geeft een fris inzicht. Historici raken het bijvoorbeeld niet eens over de precieze bewegingen van bevolkingsgroepen aan het einde van het eerste millennium voor Christus, terwijl de Grieken voor zichzelf wel uitgemaakt hadden waar welke stad of streek zijn oorsprong had. Is het dan niet logisch om op zijn minst een kern van waarheid te zoeken in die volksverhalen?
Een interessant uitgangspunt, maar bevredigend is het niet. Iets te vaak wijzen de auteurs ook elders allerlei mogelijke hypotheses af, zonder zelf een voorstel of oplossing naar voren te schuiven. Wie dat verwacht, zal af en toe teleurgesteld zijn, maar moet wel beseffen dat het daar voor hen niet om draait. Het boek start indrukwekkend, met meer dan gewone aandacht voor de eerste beschavingen op Kreta en het Griekse vasteland. Via de archeologie en de briefwisseling van de koningen van de andere wereldrijken op dat moment, in Egypte, Mesopotamië en het Nabije Oosten, komt de cultuur van toen heel dichtbij. Die beklijvende stijl kunnen ze echter niet volhouden en gaandeweg verwatert ook het centrale thema. Er valt gewoon heel veel te vertellen over tweeduizend jaar goed gedocumenteerde wereldgeschiedenis, en dan moet de specifieke insteek ook nog voldoende aandacht krijgen.
Hier worden veldslagen en de uitkomst ervan hoogstens vermeld, laat staan dat we de precieze omstandigheden te weten komen. Wat telt, zijn de implicaties en hoe ze gerecupereerd worden door overwinnaar en overwonnene. Niet hoe iets gebeurde is interessant, maar waarom men ging vertellen hoe het gebeurde. Het geeft het boek in ieder geval de nodige vaart, waardoor sommige stukken jammer genoeg afgehaspeld worden. Daardoor valt het ook wat tussen twee stoelen: sommige delen vragen wel degelijk wat voorkennis, terwijl de auteurs de lezer elders als een leek behandelen. Op een bepaald moment wordt de mededeling dat Latijn de voorloper is van Frans, Spaans en Italiaans, als verrassend voorgedaan.
Dat laatste gebeurt in een van de grijze kaderstukken die het relaas her en der onderbreken. Ze bevatten een korte uitweiding over allerlei onderwerpen, gaande van antieke tijdrekening over de filhelleen Lord Byron tot Griekse wiskundigen die naar het Arabisch vertaald werden. Meestal komen ze wel op het juiste moment, maar daardoor lijdt de tekst als geheel waaraan wel meer boeken lijden die dit procedé toepassen: een finale redactie ontbrak blijkbaar. Bepaalde personen worden verscheidene keren voorgesteld als kwamen ze voor het eerst ter sprake. Volgens de auteurs gaat een excursus telkens over de invloed van de oudheid op onze recentere geschiedenis, het metaniveau van het boek. De absurde discussie over de naamgeving van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië is een mooi voorbeeld, maar elders laten de auteurs toch nog heel wat liggen. De insteek is vaak ook Angelsaksisch, wat gezien de afkomst van de auteurs begrijpelijk is, maar toch een onvolledig beeld geeft. [Dieter Wildemauwe]
Drs. Jef Abbeel
Dit qua inhoud en uitvoering stevige handboek gaat over de periode van de Minoërs, Myceners en Trojanen tot Augustinus. Het beslaat dus tweeduizend jaar. De auteurs onderzoeken in elk van de negen hoofdstukken drie thema's: de herinnering aan het eigen verleden, het gevoel van collectieve identiteit en de veranderende opvatting van het begrip Europa. Personen die veel aandacht krijgen, zijn Herodotos, Alexander de Grote, Caesar, Augustus, Constantijn de Grote en Augustinus. Veel voorkomende thema's zijn: taal (Fenicisch, Grieks, Etruskisch, Latijn), de strijd tussen Rome en Carthago, burgerrechten en de wens van de onderworpen volkeren om ze te krijgen, de joodse en christelijke godsdienst, hellenisering en Romanisering, bewerking van klassieke thema's door schrijvers zoals Shakespeare en verwijzingen naar het roemrijke verleden door figuren zoals Mussolini. De auteurs kennen hun onderwerp en leggen het ook helder en goed gestructureerd uit. Het is niet duidelijk waarom ze stoppen in 410 (plundering van Rome door de Goten) in plaats van 476 (val van het West-Romeinse keizerrijk). Met een katern kleurenillustraties en afbeeldingen en kaartjes in zwart-wit tussen de tekst. Een degelijke tijdtafel, geannoteerde bibliografie en uitgebreid register sluiten het boek af.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.