Het sociale leven van baby's en de spectaculaire groei van de hersenen in het eerste levensjaar
Chantal Kemner (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Balans, cop. 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 416.23 KEMN |
Besprekingen
31/03/2012
De afgelopen jaren heeft baanbrekend onderzoek allerlei nieuwe inzichten opgeleverd over de relatie tussen de groei van de hersenen en de ontwikkeling van het sociale leven van de baby. In zijn eerste levensjaar ontwikkelt een kind zich sociaal in een duizelingwekkend tempo. Een pasgeboren baby maakt nog nauwelijks contact met anderen, maar binnen een jaar kan het kind lachen, mensen herkennen, het gedrag van anderen voorspellen, op emoties reageren, en begint het te praten. In dezelfde periode groeien de hersenen spectaculair: ze worden ongeveer drie keer zo groot.
In Het sociale leven van baby’s gaat Chantal Kemner dieper in op allerhande vragen. Hoe verloopt de ontwikkeling van het babybrein? Waarom is het zo belangrijk dat bepaalde verbindingen ontstaan? Welke hersengebieden maken een baby sociaal? Hoe groot is de rol van de ouders? Waarom hechten ouders en hun kinderen zich aan elkaar. Minstens even interessant is hoe de verschillen tussen baby’s ontstaan, want niet iedereen ontwikkelt zich gelijk. Wat maakt de ene baby gemakkelijker of moeilijker in de omgang dan de andere? Maakt het nog uit welke genen een baby heeft? En wat gebeurt er als de normale ontwikkeling wordt verstoord?
De basis voor de hersenontwikkeling is genetisch bepaald. We krijgen het dus gewoon van onze ouders mee. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de moeder doet en laat tijdens de zwangerschap, wat de baby meemaakt en hoe de ouders op de baby reageren. Deze factoren bepalen samen met de genen de ontwikkeling van het sociale leven van een baby. Bovendien spelen ook een aantal neurologische netwerken een rol. Deze netwerken ontstaan door de interactie van de baby met de mensen in zijn omgeving. Deze netwerken dienen voor het verwerken van informatie en zorgen ervoor dat het sociale leven van de baby zich langzaam ontwikkelt. Zo is er het waarnemingsnetwerk en het sociaal-signaalnetwerk die ervoor zorgen dat de baby de mensen om zich heen kan waarnemen, hun gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal kan begrijpen en taal kan gaan gebruiken. Het beloningsnetwerk zorgt ervoor dat de baby en zijn ouders zich aan elkaar gaan hechten. Ten slotte is het stressnetwerk van groot belang, omdat het ervoor zorgt dat de baby het sociaal contact een plaats kan geven. Bovendien heeft het een groot effect heeft op de hersenontwikkeling.
Het sociale leven van baby’s bevat bruikbare adviezen voor ouders over hoe ze voor en na de bevalling de hersenontwikkeling van hun baby kunnen stimuleren. Als ouder is het zo bijvoorbeeld moeilijk kiezen in de speelgoedwinkel: iets met kleurtjes, iets met vormen of toch maar iets dat veel lawaai maakt? Het aanbod van stimulerend speelgoed is gigantisch. Kemner verheldert in dit boek welke invloeden de verschillende types stimulatie hebben op de ontwikkeling van de hersenen. Kemner toont hier echter ook de nodige kritiek. Té veel stimulatie is ook niet goed. Uiteindelijk zal elk kind in een gewone gezinsomgeving wel voldoende prikkels krijgen, opdat de hersenen op een normale manier evolueren. [Ruth Bosmans]
T. van Oirschot-Sparla
Een boek over de ontwikkeling van babyhersens. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er een relatie bestaat tussen de groei van de hersenen en de sociale ontwikkeling van baby's. Hoe kunnen ouders en opvoeders die ontwikkeling bevorderen? De meeste ouders ontdekken de groei tijdens dat eerste levensjaar wel en gelukkig weten veel ouders ook wel dat invloeden van buitenaf (bijvoorbeeld van hun eigen gedrag) zwaar kunnen tellen. Dit boek is dan ook meer een studieboek, geschreven door een hoogleraar biologische ontwikkelingspsychologie. Omdat zij ook gespecialiseerd is in autisme, besteedt ze ook uitgebreid aandacht aan die aandoening in het laatste hoofdstuk. Ze komt echter tot de conclusie dat er weinig of niets met zekerheid valt te zeggen over autisme bij baby's. Met enkele zwart-wittekeningen en literatuurverwijzingen in eindnoten. Behalve voor ouders kan dit boek zinvol zijn voor studenten psychologie, door zijn specifieke onderwerp.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.