Een slagerszoon met een brilletje
Tom Lanoye
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LANO |
Magazijn |
Prometheus, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12486 |
Mark Cloostermans
i /ul/15 j
De Russen! Met uitroepteken en al. Het lijkt een late eruptie van Koude Oorlog-paranoia (hemeltjelief, daar komen de communisten!), maar het is de titel van het stuk dat Tom Lanoye schreef voor Ivo Van Hove. Hij bewerkte daarvoor twee vroege stukken van Anton Tsjechov, Platonov (1881) en Ivanov (1887). Grotendeels volgt hij het verhaal van Ivanov en voegt er personages van Platonov aan toe. Platonov is jeugdwerk en werd pas ontdekt na Tsjechovs dood. Het duurt makkelijk vijf uur en is dan nog altijd niet afgelopen. 'Gehermonteerde' versies van Platonov zijn daarom niet ongewoon, maar de kruising met Ivanov is Lanoyes vondst.
Bijna tegelijk ging een tweede theatertekst van Lanoye in première: Bloed & rozen. Het lied van Jeanne en Gilles, dit keer geschreven voor Guy Cassiers. Ook dit stuk verscheen in boekvorm, maar werd niet verspreid via de boekhandel. Bloed & rozen maakt gebruik van bekend materiaal: de processen tegen Jeanne d'Arc en Gilles de Rais. Onder anderen Hugo Claus, Michel Tournier en Hubert Lampo gingen eerder met dit materiaal 'aan de slag'.
Machtig veel volk
Theaterteksten worden zelden gerecenseerd, maar voor Tom Lanoye maken we graag een uitzondering. Ten oorlog is een hoogtepunt in zijn oeuvre, Fort Europa een sleuteltekst - hoe zouden we dan twee nieuwe Lanoyes over het hoofd kunnen zien? Het zijn bovendien sterk verschillende teksten. Bloed & rozen werkt met koningen, hovelingen, hemelse stemmen en demonen; De Russen! draait rond de financiële en andere besognes van verarmde landadel. De eerste helft bestaat voornamelijk uit een lange receptie in het huis van districtsbestuurvoorzitter Pavel Lebedjev en zijn vrouw. Dit is voor elk personage de gelegenheid om persoonlijk gewin (en soms geluk) na te streven. 'Tableau de la troupe' noemt Lanoye het tweede bedrijf en er loopt inderdaad machtig veel volk over de scène: achttien personages. De lijst op pagina 7 is geen overbodige luxe om die allemaal uit elkaar te houden.
Het enige echt vervelende is dat de hoofdpersonen zo inwisselbaar zijn. Beiden getrouwd en later verliefd op een ander meisje. Beiden lijdend onder het verwateren van hun ambities. Geen verschillen in hun manier van praten. Nog een geluk dat de een virulent antisemiet is en de ander getrouwd met een Joodse.
Bloed & rozen is veel overzichtelijker. In het eerste deel staat Jeanne d'Arc centraal, of beter: de manier waarop het hof van de Dauphin haar manipuleert. Het eindigt met haar terdoodveroordeling voor een kerkelijke rechtbank. Gilles de Rais is in dit eerste deel een nevenpersonage. Deze edelman is Jeannes wapenbroeder, maar ze weet niet hoe belangrijk vechten voor hem is. 'Gezegend zij Uw heerschappij', bidt Gilles, 'gebouwd op wraak en straf, op vrees en pijn. En dank dat ik daarvan het apparaat mag zijn.' De pijnlijke dood van Jeanne - ze wordt op een brandstapel met kurkdroog hout gezet, zodat ze niet kan stikken in de walmen, maar effectief verbrandt - doet hem zijn verstand verliezen. In deel 2 heeft zijn verslaving aan geweld een perverse wending genomen. Opnieuw is het de Kerk die het proces voert.
Zeg ne keer
Bloed & rozen heeft van bij het begin scènes en personages die buiten het gewone liggen. De confrontatie tussen een konkelende hofhouding en één simpel boerenmeisje. Een terzijde tussen een moeder en een zoon (de Koningin en de Dauphin) met een zwaar geaccidenteerde voorgeschiedenis. De ene vrouw die de andere opdraagt te bewijzen dat zij maagd is. Dat is andere koek dan de oeverloze borrelgesprekken over leningen, huwelijken en depressies in De Russen! Lanoye serveert bitsige, spannende dialogen, terwijl hij sluw en met omtrekkende bewegingen op zijn thematiek afkoerst: de verstikkende macht van de Kerk. Pas als bisschop Cauchon het schijnproces tegen Jeanne inleidt met de 21ste-eeuwse woorden 'Allez. Zeg ne keer', klikt alles op zijn plaats.
'Denk toch ook eens een keertje aan ons', fezelt Cauchon. 'Wij lijden ook. Wij, de Kerk waarin u zo gelooft: wij zijn hier het grootste slachtoffer. [...] U steekt onze kwetsbare Moederkerk een mes in de rug.' Puur de Danneels-tapes. Als Jeanne om een onderhoud met de paus vraagt (zoals de misbruikslachtoffers), wuift de bisschop dit weg met de woorden: 'Onze Heilige Vader kan zich niet bezighouden met iedere bagatel.'
Bloed & rozen demonstreert, aan de hand van twee historische processen, hoe de Kerk afrekent met medestanders die niet langer nuttig zijn of die het instituut dreigen te beschadigen. Dit is het terrein waarop een taalkunstenaar als Lanoye zich thuis voelt: goochelen met woorden, omkeringen en verdraaiingen. Het proces tegen Jeanne is een vuurwerk van drogredeneringen, talige spitsvondigheden en zwarte humor. Als de bisschop exact dezelfde technieken gebruikt tegen Gilles de Rais, blijkt hoe diep zijn hypocrisie gaat. Twee processen, met dezelfde leugenachtige wendingen. Dezelfde trucjes, die worden toegepast op wie dat het minst verdiende en wie dat het meest verdient. De Kerk maakt geen onderscheid tussen een diepgelovige maagd en een ontspoorde knapenschender annex moordenaar.
Ook in De Russen! zitten flarden heden, maar ze liggen er dik op. De personages praten bijvoorbeeld opeens over respect of het recht op beledigen, en bijten de Joodse personages toe dat het goed zou zijn 'als ook jullie eens wat humor zouden kweken, in plaats van alleen maar koters bij de vleet'. Het zijn opdringerige erupties van het heden in een tekst die voor de rest stevig in het (theater)verleden geankerd is.
Bloed & rozen toont nogmaals de kracht van Lanoye als dramaturg: dit is een stuk waarin de structuur, de rolverdeling en de spiegeleffecten tussen deel 1 en 2 van groot belang zijn. Het is een stuk dat af is, terwijl De Russen! een open tekst blijft, redelijk rauw en overvloedig materiaal waarin een regisseur nog duchtig moet wieden. Heel ongewoon voor Lanoye. Is het Tsjechov-project hem boven het hoofd gegroeid?
Het is dus jammer dat Bloed & rozen, het stuk dat het meest uw aandacht verdient, niet in de boekhandel ligt. We kunnen alleen maar hopen dat Lanoyes uitgeverij het alsnog op de markt brengt.
31/12/2011
Rond 1880 schreef de Russische auteur Anton Tsjechov (1860-1904) een eerste toneelstuk, dat hij nooit liet opvoeren. Het werd pas in 1920 ontdekt in een bankkluis te Moskou. Het titelblad ontbrak, en daarom werd het stuk meestal naar de naam van het hoofdpersonage genoemd: Platonov (door Michael Frayn in de jaren tachtig bewerkt tot ‘Wild Honey’ of ‘Wilde honing’). Het stuk Iwanov ging in 1887 in première te Moskou, en kreeg een behoorlijke pers, maar was beslist geen topper. Tijdens zijn leven behaalden slechts vier van zijn toneelstukken een succes, wat niet belette dat hij de geschiedenis is ingegaan als een van de belangrijkste toneelauteurs aller tijden.
Als verhalenschrijver hanteert Tsjechov een warme, gemoedelijke schrijfstijl. Hij observeert met een intelligente blik het leven van elke dag, en vertelt er haast monkelend over met een milde humor. Het alledaagse leven kan mooi zijn. Als er hier en daar een zweem van kritiek doorschemert, wordt daarom de rust nog niet verstoord. In enkele vroege satirische eenakters komt er wel wat sarcasme om de hoek kijken, maar van zwartgallig pessimisme is er echt geen sprake.
De Tsjechov van het ‘grote’ theater is van een andere slag. De hoofdpersonages kijken met een donkere blik naar het leven. Ze hebben hun idealisme verloren en zitten vast in een verlammende moedeloosheid. De leegheid van het bestaan lijkt onoverkomelijk. In De meeuw beneemt de ontgoochelde Trepljev, die schrijver had willen worden, zich van het leven. Maar in vergelijking met zijn eerste stukken (Platonov, Ivanov, De Bosgeest) is de toon van zijn ‘grote vier’ (De meeuw, Oom Wanja, Drie zusters, De kersentuin) toch heel wat losser en luchtiger. In zijn brieven beklemtoonde Tsjechov overigens meermaals dat zijn stukken beslist geen tragedies waren, maar wel komedies. Problemen zijn er wel, maar ze worden toegedekt met een dun laagje van oppervlakkige zorgeloosheid. De bourgeoisie die Tsjechov ten tonele voert staat aan de rand van de financiële afgrond, is niet in staat om de problemen op te lossen en doet dan maar alsof ze er niet zijn.
Als realist had Tsjechov minder aandacht voor de uiterlijke dramatische actie dan voor de weergave van een milieu en een tijdgeest, die hij met zijn scherpe opmerkingsgave en milde ironie op een meesterlijke manier kon weergeven. Hij ontwikkelde een erg persoonlijke schrijftechniek: zijn stukken lijken bij de aanvang reeds begonnen te zijn en aan het einde nog te zullen doorlopen. Zijn hoofdpersonages proberen zich aan hun (dikwijls saaie of uitzichtloze) situatie te ontworstelen, maar slagen daar niet in.
Op vraag van Toneelgroep Amsterdam heeft Tom Lanoye zich aan een samensmelting van de twee ‘vroege’ Tsjechovs gezet, en maakte van Platonov en Ivanov één theaterstuk onder de naam De Russen. Scènes werden weggelaten, andere samengevoegd, nog andere werden bijgeschreven in de geest van Tsjechov, en enkele citaten uit andere stukken werden bijgevoegd. Het vakmanschap van Lanoye is indrukwekkend: het resultaat is een nieuw, coherent en boeiend geheel dat — in tegenstelling tot de vier ‘latere’ stukken van Tsjechov — extreem pessimistisch en zwartgallig is. De personages Platonov en Ivanov behoren tot een generatie van in de maatschappij en in het leven teleurgestelden, die hun vroegere idealen en toekomstdromen hebben verloren. Zij kankeren, lullen over verandering, maar doen er niets aan en zijn enkel goed in het drinken.
In De Russen gaat het niet enkel om de Russen van een goede honderd jaar geleden, maar om zovele hedendaagse Europese mannen en vrouwen van middelbare leeftijd, die gaandeweg al hun illusies hebben kwijtgespeeld. De mannen zijn zielenpoten, de vrouwen hun al te gewillige emotionele slachtoffers. Er is weinig hoop: aan het einde van De Russen komt Platonov om het leven door een in een geharrewar afgeschoten kogel, terwijl Ivanov zich even later doodschiet. Er is geen licht. Alles is zwart.
Het spelen van de gehele tekst van De Russen zou naar schatting acht uur vergen. Voor de creatie van dit stuk (gepresenteerd op 19 juni 2011 te Amsterdam in het kader van het Holland Festival) hebben regisseur Ivo Van Hove, scenograaf Jan Versweyveld en dramaturg Peter Van Kraaij een aantal scènes verplaatst of geschrapt, zodat de tekst werd herleid tot een meer ‘menselijke’ lengte van circa vijf uur. In deze uitgave wordt wel de gehele tekst van Lanoye gepubliceerd.
Na het zopas verschenen Bloed en rozen (gecreëerd door het Toneelhuis op 26 mei 2011) is dit opnieuw een ijzersterke theatertekst van Tom Lanoye. Er schijnt de laatste tijd geen maat te staan op zijn kwantitatieve en kwalitatieve creativiteit. [Toon Brouwers]
Willem Nijssen
Na zijn meesterwerk 'Ten Oorlog' (de versmelting van de koningsdrama’s van Shakespeare tot een mega-toneel) heeft Tom Lanoye opnieuw zoiets gedaan, ditmaal met twee vroege werken van Tsjechov. Resultaat is een vijf uur durend spektakel dat al in 2011 in première ging, maar tot de zomer van 2012 nog altijd spaarzaam op het repertoire staat*. Ditmaal dus een versmelting van 'Platonov' – het enige werk van Tsjechov dat in de tsaristische tijd nooit werd gespeeld en dat daarmee ontkwam aan de censuur – en van 'Iwanov'. De helden van de twee stukken hebben overeenkomsten (beide vroeger idealistisch, nu nihilistisch en defaitistisch), en ook hun beider entourage van drankzuchtige dokters, verarmde weduwen, jonge smachtende vrouwen en verlopen generaals laat zich gemakkelijk vermengen. Naast het in elkaar schuiven van bestaande scènes zijn ook nieuwe scènes geschreven, waardoor het geheel tijdlozer en daarmee actueler lijkt te worden. Onder het verbale geweld (veel personages zijn breedsprakig) schuilt wat maatschappijkritiek en een leegte die ook postmodern aandoet. Een boeiend en knap werk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.