Het eeuwig tekort : een filosofie van de schaarste
Rutger Claassen
Rutger Claassen (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ambo, cop. 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 330.6 CLAA |
30/04/2012
Over vrijheid is al veel geschreven. Het is een erg omstreden begrip. Dikwijls blijft het bij abstracte bespiegelingen die niet echt hout snijden. Men bezondigt zich dan aan een zekere wereldvreemdheid waarin het begrip vrijheid verwordt tot een vorm van spielerei zonder impact op het concrete leven van mens en samenleving. Bij Rutger Claassen, docent politieke filosofie aan de Universiteit Leiden, ligt dat duidelijk anders. Hij kiest van meet af aan voor een directe aanpak. Hij focust op de prangendste kwesties in de actualiteit van het politieke en maatschappelijke leven in Nederland, maar de perspectieven van zijn reflectie overschrijden ruim de grenzen van de eigen natiestaat. Zijn centrale aandachtspunt is hoe de staat met de menselijke vrijheid dient om te gaan. Hoever mag de staat gaan in het beperken van de vrijheid van zijn burgers? En omgekeerd, tot wat is de staat verplicht om de kansen van de menselijke vrijheid te bevorderen? Claassen onderzoekt dit op drie terreinen: zorg, economische ontwikkeling en culturele diversiteit (identiteit en integratie). Idealiter zou de staat alleen datgene moeten doen wat andere gemeenschappen of individuen zelf niet (of niet goed) kunnen doen. Hier komt voor Claassen het autonomie-ideaal naar voren als het centrale kenmerk van vrijheid. Menselijke autonomie veronderstelt drie voorwaarden: mensen moeten een bepaalde onafhankelijkheid hebben, de vereiste innerlijke vermogens bezitten om een levensplan op te kunnen stellen en uit te voeren, en ze moeten voldoende opties hebben om te kiezen hoe ze willen leven. Op elk van de drie terreinen (zorg, economie, diversiteit) onderzoekt Claassen hoe die drie voorwaarden optimaal gegarandeerd kunnen worden. Hierin blijkt de rol van de staat getrapt af te nemen van voorwaarde één naar drie. De staat dient ‘vrijheidsgoederen’ te leveren (goederen die noodzakelijk zijn voor de mensen om autonoom te kunnen functioneren), maar dient zich niet te mengen in de zaken die autonome burgers vervolgens zelf ondernemen. Het goede leven moet voor een burger het autonome leven zijn. In het deel over zorg ziet Claassen de rol van de staat het sterkst waar mensen er niet in slagen voor zichzelf te zorgen (extreme armoede, verslaving) of wanneer essentiële aspecten zich onvoldoende kunnen profileren (culturele welzijnsgoederen). Op het economische terrein gaat hij in op wat welvaart betekent, op de spanning tussen arbeid en vrije tijd, en komt hij vooral uit bij het belang van duurzaamheid (ecologisch principe). In het hoofdstuk over culturele diversiteit onderzoekt hij de rol van de nationale identiteit (inburgering) en de noodzaak van een integratie van de gemeenschap. Hierbij gaat het niet om het integreren van individuen in de gemeenschap, maar om het integreren van de hele gemeenschap tot een hecht geheel voorbij het etnocentrisme en het multiculturalisme. Met deze ruime interpretatie van vrijheid tracht Claassen de traditionele politieke links-rechtstegenstellingen te overschrijden. Hij opteert voor nieuwe verbindingen tussen soms erg van elkaar verschillende en zelf tegengestelde bewoners van ‘het huis van de vrijheid’. Wie wil deelnemen aan het huidige maatschappelijk debat — op welke terrein dan ook — kan er niet aan voorbij dit boek te lezen en er de nodige consequenties uit te trekken. [Willy Deckers]
Dr. D.G. van der Steen
Vrijheid is een centraal begrip in de politiek. Een rekbaar begrip ook, dat van uiterst links tot uiterst rechts gebruikt wordt om de meest uiteenlopende gedachten te verdedigen dan wel te verketteren. Daarbij is zelden duidelijk wat er precies met vrijheid wordt bedoeld. Een boek als dit bewijst dan goede diensten. De schrijver, docent politieke filosofie in Leiden, verkent eerst het conceptuele terrein en gebruikt het verkregen inzicht vervolgens om drie actuele probleemgebieden in kaart te brengen: de ontzuiling, de welvaart en de migratie. Op elk van die gebieden speelt dezelfde vraag: wat is hier precies de rol en de verantwoordelijkheid van de overheid, en in hoeverre dient zij daarbij de vrijheid van het individu te beperken, te garanderen of juist te bevorderen? Verplichte, zij het niet eenvoudige kost voor weldenkende burgers, en met name voor de bestuurders onder hen. Met index, bibliografie en uitvoerig notenapparaat.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.