Zeemeermeisje
Jowi Schmitz
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lemniscaat, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : SCHM |
31/12/2011
Worstelen met de dood
Het zal weinigen zijn ontgaan: de verschijning van Jowi Schmitz’ kinderboekendebuut Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen. Uitgeverij Lemniscaat creëerde een behoorlijke promotiecampagne om het boek op de kaart te zetten, en vrijwel alle relevante jeugdliteraire media besteedden aandacht aan het boek. En hoe! Superlatieven werden niet geschuwd in de beoordelingen van Olivia: ‘een uithuilboek van de allerbeste soort’ (Pjotr van Lenteren, de Volkskrant 05.03.11), ‘een bijzonder originele verwerking van de traditionele rouwverwerking’ (Jet Marchau, www.verteleens.be, 13.03.11), ‘[i]ngetogen, intiem, hartverscheurend’ (Bas Maliepaard, Trouw, 26.03.11). Een debuut dat zoveel losmaakt, vraagt natuurlijk om nader bekeken te worden. Vanwaar al die lofbetuigingen? En zijn ze terecht?
Sinds de moeder van Olivia is overleden, huilt haar vader de hele dag. In Olivia’s woorden: ‘Mijn vader is nogal een huilebalk. […] Wij vinden huilen gewoon niet erg in onze familie. Ik bedoel, er zijn families waar dat niet mag, huilen, maar bij ons wel. Niet dat ik huil trouwens, maar het móét dan ook niet. Daar zijn we vrij in. Bovendien huilt mijn vader genoeg voor ons allebei.’ Een veelzeggende passage, waarmee Schmitz, van huis uit journalist en recensent, direct de toon zet: Olivia is niet zielig, maar een pittige tante met licht cynische humor, en een bovendien bijna geobjectiveerde blik. Die afstandelijke toon lijkt bittere noodzaak om de zorg voor zichzelf en haar vader, John, te kunnen dragen — Olivia is immers pas tien.
Het decor van het verhaal is opmerkelijk. Sinds de dood van Olivia’s moeder (‘Meestal zeiden we alleen maar "sinds", dat vonden we allebei prettiger.’) wonen Olivia en haar vader in hun zeilboot. Die staat half ingegraven in de tuin achter de kapperszaak van haar vader in ‘de nieuwe stad’, waar ze vanuit hun oude woonplaats in Friesland naartoe gevaren zijn. De gestrande boot, veelzeggend het ‘Moederschip’ gedoopt, staat symbool voor de vastgelopen staat waarin dit gebroken gezin zich bevindt. Tegelijk heeft het ook wel iets spannends en knus, wonen op zo’n boot. Kleding wordt bewaard in de smoezelige kombuis, en als Olivia in bed ligt, kan ze met haar tenen het haar van haar vader kammen.
Belangrijker misschien nog is het thema ‘tijdelijkheid’, dat ook door de boot wordt belichaamd. Een boot moet immers terug de zee op, en zo moeten ook Olivia en haar vader eens de draad weer oppakken. En daar gaat het een beetje mis. Want waar Olivia nog niet eens gehuild heeft om de dood van haar moeder, begint zijn vader — eerst stiekem, later openlijk — al een relatie met hun buurvrouw Sonja. De verwijdering tussen vader en dochter, die toch al niet gering was, groeit met de dag, en het is de vraag of ze elkaar te midden van alle verdriet nog terug zullen vinden.
Olivia is een eigenzinnige protagoniste. Ze heeft zo haar eigen logica en kijk op de dingen, waardoor ze doet denken aan boekpersonages als Polleke en Tiffany Dop. Olivia draagt al sinds haar moeders dood hetzelfde knotje in het haar, regelt zelf een nieuwe school, en bij haar eerste menstruatie kan ze haar vader al helemaal niet gebruiken. Via flashbacks komen we te weten dat ze in haar eigenzinnigheid erg lijkt op haar moeder — die overigens wel voor een groot deel in nevelen gehuld blijft. Iedere ochtend vroeg kijkt ze of de urn met as van haar moeder al is bezorgd: ‘Ik sloop tot aan het raam en keek of er een busje voor de deur stond, of dat er post op de grond lag. […] Tegen die tijd had ik ijskoude voeten, maar dat zag ik als training. Ik moest leren een beetje tegen het leven te kunnen.’ Dit soort vroegwijze, bijdehante overwegingen zijn karakteristiek voor Olivia.
In de verte doet Olivia ook denken aan Leopold, het hoofdpersonage uit Schmitz’ gelijknamige volwassenendebuut uit 2005 (Cossee). Leopold is een zonderlinge maar intrigerende figuur, die na de dood van zijn vrouw in Spanje gaat wonen om daar kippen te houden. Zowel Olivia als Leopold hebben een levendige binnenwereld en creëren een eigen versie van de realiteit. Een groot verschil is dat Schmitz dit gegeven in haar literatuur voor volwassenen veel verder uitwerkt, waardoor Leopold en ook Vera, de neurotische zus uit Kus van je zus (Cossee, 2007), ronduit bizarre trekjes krijgen. Met Ik heet Olivia gaat Schmitz niet zo ver, het verhaal is beheerster. Zelf zegt ze over het verschil tussen schrijven voor volwassenen en kinderen: ‘Bij het schrijven van mijn vorige twee boeken had ik het gevoel dat ik het overzicht nodig had, wat er ging gebeuren en wie wat zou doen. Maar bij Olivia had ik het gevoel dat alles wel goed zou komen, zolang ik maar heel dicht bij haar bleef.’ (De Lemniscaatkrant, 2011, nr. 97).
De strategie die Schmitz gevolgd heeft, is inderdaad minder plotgericht en stilistisch minder consequent dan in Leopold en Kus van je zus. Het voordeel van deze manier van schrijven is dat de lezer Olivia inderdaad (nog) dichter kan naderen dan bij Leopold en Vera mogelijk was. Olivia is dan misschien eigenzinnig, maar haar emoties zijn aannemelijk en invoelbaar. Schmitz is in haar kinderboekdebuut duidelijk subtieler te werk gegaan: ze zoekt het meer in de symbolische details, zoals de cake die Olivia en haar vader elke week samen bakken en het knotje in Olivia’s haar. Ook de teleurstelling van beloften die niet worden nagekomen, speelt een belangrijke rol: zo stopt het cake bakken opeens en komt haar nieuwe vriend Sasha zijn afspraken niet altijd na. Juist door die afwezigheid van gebeurtenissen, van actie, is er veel ruimte voor Olivia’s innerlijke reis. De gevolgen van deze werkwijze voor stijl en plot zijn echter aanzienlijk, en ze pakken niet allemaal even gelukkig uit.
Schmitz zet verschillende spanningsbogen uit, waarbij Olivia’s worsteling met de dood van haar moeder de rode draad vormt. De klassieke fasen van rouwverwerking (ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en ten slotte aanvaarding) komen inderdaad allemaal min of meer voorbij. Het klopt dat Schmitz deze fasen geloofwaardig neerzet. Natuurlijk vertelt Olivia op haar nieuwe school en aan Sasha niet dat haar moeder dood is, want doen alsof ze nog leeft, is een stuk minder pijnlijk. En haar boosheid kan ze logischerwijs kwijt in het saboteren van de relatie tussen haar vader en diens nieuwe vriendin. Om te stellen dat deze uitwerking ‘bijzonder origineel’ is, gaat voor mij wat ver — ik denk daarbij eerder aan bijvoorbeeld de uitwerking van dit thema door Angelo Vergeer in Hein, de jongen die zijn moeder in de vriezer stopte (Van Goor, 2009). Ook hier gaat Schmitz met Olivia niet zo ver, terwijl een verhaal in die trant wel goed in haar oeuvre zou passen.
Belangrijke katalysators zijn een aantal flashbacks en keermomenten in het verhaal, zoals Olivia’s herinnering aan de laatste keer dat ze met haar moeder onder de douche stond (tevens de laatste keer dat ze haar eigen haar heeft gewassen), het moment waarop Olivia woedend haar moeders rode jurk in stukken scheurt, en de scène waarin ze eindelijk, eindelijk, haar tranen de vrije loop kan laten. Die momenten zijn inderdaad hartverscheurend, maar ze brengen geen echte verlossing. Het verhaal blijkt uiteindelijk pas echt ‘rond’ bij het uitstrooien van moeders as, waarbij Olivia de rode jurk van haar moeder draagt, die — hoe symbolisch — door Sonja weer in elkaar is gezet. Dit slotakkoord maakt aanmerkelijk minder indruk dan die eerdere defining moments, maar het blijft wel schuren. Tussen Olivia en haar vader is het nog steeds niet zoals het zou moeten zijn. Die pijn blijft.
Stilistisch gezien doet Ik heet Olivia ook denken aan Leopold, alhoewel Schmitz hier minder consequent is. Ze schrijft in korte zinnen, die vooral in de dialogen goed tot hun recht komen: ‘Mijn vader leunde tegen de deurpost, met zijn armen over elkaar geslagen. "Wat is er?" "Buikpijn." "Dan moet je in bed gaan liggen." We waren nog steeds geen vrienden. Ik kon het aan zijn stem horen. "John?" "Olivia?" "Niks."’ Soms verrast ze met uitgekiende metaforen. Zo beschrijft Olivia haar vader ‘[a]lsof hij een berg was en ik niet genoeg klimspullen bij me had.’. Sommige gedachten en uitspraken van Olivia zijn echter te volwassen voor een tienjarige, en komen daardoor te bedacht over: ‘als je op doortocht bent is een beetje ordening nooit weg’ en ‘dat haat ik van problemen. Die hardnekkigheid.’ Ook zitten de terugverwijzingen binnen de tekst soms te ingewikkeld in elkaar. Deze problemen doen zich overigens in de latere hoofdstukken minder voor, alsof Schmitz al schrijvend steeds duidelijker Olivia’s unieke stem op het spoor komt en haar eigen stem als verteller wat meer op de achtergrond laat.
Al met al is Ik heet Olivia en daar kan ik ook niks aan doen naar mijn idee een boek dat nog nét tussen wal en schip valt, met enerzijds een spanningsboog en stijl die wat te wensen over laten, en anderzijds een aantal zeldzaam prachtige scènes en een sterke hoofdpersoon. Het maakt in ieder geval nieuwsgierig naar meer van dit soort authentieke verhalen. Daarin mag Schmitz wat mij betreft een stuk minder op de rem trappen en juist het bizarre en absurde van haar werk voor volwassenen meer opzoeken. [Anne Vriens-van Dijk]
S. van Bruinisse
De moeder van de 10-jarige Olivia (ik-figuur) is overleden. Samen met haar vader is ze vanuit Friesland vertrokken naar een ander deel van Nederland. Ze wonen in een boot in de tuin van de kapsalon waar Olivia’s vader werkt. Ze hebben het allebei moeilijk. Olivia vindt het lastig aansluiting te vinden bij de kinderen in haar klas en heeft alleen Sasha als vriend. Haar vader huilt om alles en vindt troost bij Sonja, die boven de kapsalon woont. Olivia accepteert Sonja niet, ze mist haar opa en oma, komt in de puberteit en weet zich geen raad. Haar enige houvast is de vrijdag, want dan bakt ze samen met haar vader cake. Maar zelfs dat is tijdelijk. Aangrijpend boek over een meisje dat zich totaal verloren voelt na de dood van haar moeder. Goede uitwerking van de hoofdpersonages. Tussen de regels door voel je als lezer de emotie en spanning die er hangt. Toch is het boek luchtig geschreven, met hier en daar een humoristische noot. Prettig leesbaar; korte hoofdstukken. Aantrekkelijk foto-omslag. Dit is de eerste jeugdroman van de schrijfster, die als (theater)criticus verbonden was aan onder andere NRC Handelsblad en de Volkskrant en eerder twee romans voor volwassenen publiceerde. Vanaf ca. 11 jaar.
Ilse Trimborn
ua/an/22 j
Ik heet Ilse - kan ik ook niks aan doen - en geef dit boek een dikke drie welverdiende sterren - en daar kan ik wel aan doen!
Nu, natuurlijk is het vooral het boek zelf dat verantwoordelijk is voor de drie sterren. Olivia moet zowat met stip één van de meest innemende personages zijn die we de laatste jaren in de jeugdliteratuur zijn tegengekomen, en geloof ons vrij, dat waren er wel wat.
Het is niet niks wat de tienjarige Olivia allemaal overkomt. Haar moeder is gestorven, waarna haar vader een beetje het noorden kwijtraakt en beslist om zijn kapperspraktijk ergens ver weg van hun vertrouwde woonplaats verder te zetten. Beetje chaotisch wel: het kapsalon is niet bepaald groot en gewoond dient er dan ook te worden in de boot in de tuin. Zoals een walvis op het droge, zo ligt de boot erbij en zo kan je ook de gemoedstoestand van vader en dochter benoemen. Gelukkig is er de wekelijkse traditie van het samen cake bakken, een lichtpuntje in hun ontwrichte levens. Wanneer papa echter troost lijkt te vinden bij dikke bovenbuurvrouw Sonja en Olivia's vriendschap met klasgenoot Sasha onder druk komt te staan, wordt het Olivia een beetje te veel.
Het lijkt allemaal behoorlijk zwaar voor een kinderboek, maar Jowi Schmitz heeft in haar jeugdliteratuurdebuut een heerlijk luchtige sfeer gecreëerd. De toon wordt nooit bitter, al worden de zware thema's niet geschuwd. Hoe Olivia haar moeders jurk verscheurt tijdens een woedeaanval; hoe vader en dochter elkaar ondanks hun gedeelde verdriet niet steeds weten te bereiken; hoe ze stilaan aan een nieuwe toekomst durven te denken aan het einde van het boek ... Door de ogen van Olivia laat de auteur ons meevoelen met haar aangrijpende verhaal. Misschien af en toe een ver-van-mijn-bedshow voor de modale tienjarige, maar hé, zijn vele avonturenverhalen dat soms ook niet? Al valt niet te ontkennen dat Olivia soms spreekt met de stem van een volwassene.
Ik kan dit boek niet anders dan hartverwarmend, hartveroverend en hartelijk vinden. Bedenk een positief woord met hart en het is van toepassing op dit boek. Waar wacht je dus nog op om dit boek met een perfecte mix van emotie en humor in huis te halen?
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.