De papierfabriek
Guy Delisle
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Oog & Blik, cop. 2011 |
MAGAZIJN : STRIPS VOLWASSENEN: ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BEELDROMAN : SHEN |
15/04/2012
De lectuur van Shenzhen is op zijn minst een bevreemdende ervaring. Als lezer word je samen met het hoofdpersonage ondergedompeld in de bizarre wereld van de Speciale Economische Zone Shenzhen – in een vergelijking met de niveaus in Dante’s Inferno ligt Shenzhen volgens het hoofdpersonage halfweg tussen de USA (Paradiso) en het Chinese platteland (Inferno). Het gebied is met prikkeldraad afgebakend en de grenzen worden door gewapende bewakers gecontroleerd. Dat het getekende alter ego van auteur Guy Delisle zich in deze miljoenenstad niet thuis voelt, is duidelijk. Het boek is dan ook een realistisch en persoonlijk reisverslag geworden, dat de nodige kanttekeningen durft plaatsen bij een aantal aspecten van de Chinese maatschappij — in het bijzonder het gebrek aan vrijheid.
Shenzhen vertelt over de drie maanden die Delisle in 1995 in de regio doorbracht in opdracht van zijn werkgever: de auteur had in een lokale animatiestudio de supervisie over de tekenfilmserie Papyrus. Shenzhen is geen klassiek opgebouwd verhaal, maar een reeks anekdotes waarin Delisle verslag doet van wat hij tijdens zijn verblijf in de stad heeft meegemaakt. Door deze structuur, en door de schetsmatige tekenstijl, wordt het geheel meer een dagboek dan een roman. De narratieve episodes worden ook regelmatig afgewisseld met paginagrote tekeningen van gebouwen, mensenmassa’s… kortom, van Delisles impressies. Juist door deze dagboekstijl beleef je als lezer alles van heel nabij en kom je zelf terecht in de eenzame drukte en de vaak pijnlijke hilariteit van Shenzhen.
De cultuurschok die Delisle tijdens zijn verblijf onderging, speelt zich op verschillende niveaus af. Het kan bijvoorbeeld gaan om eetgewoontes (de meest bizarre gerechten passeren de revue) of om karaktertrekken zoals (naar Westerse normen) overdreven vriendelijkheid of dienstbaarheid. Als buitenstaander word je echter het meest geïsoleerd door de taalbarrière: aangezien haast niemand Engels spreekt of begrijpt, moet het hoofdpersonage door middel van gebaren proberen duidelijk te maken wat hij bedoelt. Van het bestellen van eten tot het geven van instructies voor de correctie van de animatieserie in wording, levert dit zeer grappige taferelen op.
Shenzhen is echter zeker niet over de hele lijn negatief. Delisle wordt ook aangenaam verrast door de gastvrijheid van de inwoners, en door de grafische pareltjes waarvoor hij in zijn vrije tijd de boekhandels afschuimt. Daarnaast bevalt zijn bezoek aan Hong Kong hem erg: alleen de gedachte dat hij terug moet keren naar de beslotenheid van Shenzhen belet hem er volledig tot rust te komen. Op enkele uitzonderingen na kan ook de Chinese keuken hem wel bekoren — hij vindt het zelfs jammer wanneer plaatselijke winkels Westerse voedingswaren aanbieden. Delisle vervalt ook niet in gemakkelijke tegenstellingen tussen slecht (China) en goed (Verenigde Staten): zo wordt de troosteloosheid van de Chinese ‘middle of nowhere’ wel aangehaald, maar meteen vergeleken met het even deprimerende karakter van de Trans-Canadese snelweg.
Shenzhen is het eerste in een reeks van drie reisverslagen in de vorm van een graphic novel. Het boek verscheen oorspronkelijk in 2000 maar is nu pas in Nederlandse vertaling beschikbaar. De andere twee delen, Pyongyang en Birma, tekende Delisle later op, maar zij verschenen al vroeger in het Nederlands. Daarnaast tekende hij al een heel aantal andere strips en werkt hij als animator.
Shenzhen is een onderhoudend boek met een levendige tekenstijl. Soms lijken de anekdotes iets te willekeurig en wordt het ritme daardoor wat verstoord. Verder is het jammer dat de vertaling soms overduidelijk Hollands Nederlands gekleurd is: ‘takkezooi’, ‘pokkebende’, ‘er geen hout van snappen’ — voor een Vlaamse lezer is dit nog een extra vervreemding in een boek dat zelf het thema bevreemding behandelt. Op deze details na is dit boek echter zeker het lezen waard. [Anja Goyens]
Karin van Wylick
De Canadese stripauteur Guy Delisle verblijft gedurende een periode in de Chinese stad Shenzhen. Het Franse animatiebedrijf waarvoor hij werkt, heeft de productie zo goedkoop mogelijk ondergebracht in deze stad. De tekenaar werkt, fietst, slaapt, woont, eet en leest in een totaal andere wereld. De stad wordt door gewapende bewakers en schrikdraad van de rest van het land geïsoleerd. Guy weet niet wat hij eet in de restaurants, want hij kan de kaart niet lezen. Hij spreekt geen Chinees en vrijwel niemand spreekt Engels. Met gebarentaal redt hij zich in het verkeer, in eethuisjes en in de sportschool. Af en toe is er een uitje naar Kanton of Hongkong, waar hij het gevoel heeft even in de 'normale wereld' te mogen verblijven. De belevenissen zijn met potlood in zwart-wit uitgevoerd in een semi-realistische stijl. Regelmatig transformeert hij een situatie naar een karikaturale stijl. Een opmerkelijke, humoristische grafische roman, die westerlingen een ontluisterend en surrealistisch beeld geeft van deze voor ons vreemde samenleving.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.