Muis wil geen luis
Leen Van Opstal
Leen Van Opstal (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2011 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERZAMELBUNDEL : VANO |
15/04/2012
111 kindergedichten om nooit meer te vergeten is een bloemlezing van kinderpoëzie gaande van 'Boerke Naas' tot 'Dikkertje Dap'. Op het eerste gezicht lijkt de keuze van Leen van Opstal, auteur van het prentenboek Opa en eerstelezertjesboek Muis wil geen luis, vrij willekeurig. 72 kinder- en volwassendichters staan broederlijk en alfabetisch naast elkaar: Herman Brusselmans naast Mies Bouhuys, Guido Gezelle naast Tim Gladdines. Het voorwoord van Ivo van Strijtem met als titel ‘Het kind is vader van de Man’, een citaat van William Wordsworth, plaatst deze 111 pareltjes echter meteen tegen een achtergrond van het romantische ideeëngoed. In een krachtig betoog wil Van Strijtem de lezer ervan overtuigen dat elk kind een dichter, een kunstenaar is. ‘Wat hebben we onderweg niet allemaal laten vallen? Fantasie, spontaneïteit, heerlijke onzin, helende nutteloosheid, lachen en huilen, het ernstige en het vrolijke spel, verwondering, verbazing en onschuld’. Van Strijtem zet het kind als het ware op een voetstuk: het kind moet niet van ons leren, zoals de verlichters beweerden in de achttiende eeuw, wij leren van het kind. Vanuit dit romantische idee is deze bloemlezing in de eerste plaats dan ook geen boek voor kinderen. Deze verzameling gedichten wil volwassenen opnieuw ‘kind’ laten zijn. De lay-out is dan ook meer op volwassenen gericht met strakke, witte, niet-geïllustreerde pagina’s waar telkens één gedicht, in steeds dezelfde typografie, staat afgedrukt. De blauwe kaft van het boek met de veelkleurige letters geeft het geheel wel een speelse noot.
De herinnering aan de kindertijd wekt een zekere nostalgie en heimwee op naar het ‘kind zijn’. Dit typisch romantische motief vind je terug in heel wat oudere gedichten die Van Opstal selecteerde. Zo schrijft Johan Andreas dèr Mouw: ‘Nu zou ‘k me zo’n konijntje kunnen kopen, / maar ‘k word zelf grijs. Want alles komt te laat.’ In ‘De wolken’ van Martinus Nijhoff schreit de ik-persoon om verloren kinderlijke verwondering en onschuld: ‘Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet / De verre wolken waarom moeder schreide.' Opvallend is dat door Van Opstals selectie heel wat hedendaagse gedichten plots ook vanuit een romantisch oogpunt bekeken kunnen worden. Zo is ‘Ik ben lekker stout’ van Annie M.G Schmidt meer dan ooit een vorm van verzet tegen de verlichte opvoedingsidee. De speelse, toegankelijke poëzie van Joke Van Leeuwen, zoals in ‘Wil je met me naar…’ ligt met haar natuurlijke en alledaagse taalgebruik in de lijn van het romantische denken. ‘Eén miljoenste’ Van Edward van de Vendel is niet zijn beste gedicht, maar verkondigt hoe we, zodra we geboren worden, een deel van ons ‘alles kunnen’ verliezen: ‘ik voel me één miljoenste van wat ik vroeger was’. En ook Ted Van Lieshout klaagt in ‘Brood’ de eeuwige haast bij volwassenen aan. Ook andere romantische elementen komen terug in verschillende gedichten, zoals de schoonheid van de natuur, de dood, sprookjes, nostalgie, onbezonnen vreugde en ook liefde voor het culturele erfgoed. Van Opstal neemt immers ook vinger- en speelrijmpjes op. Moraliserende gedichten of een Hieronijmus Van Alphen met ‘Jantje zag eens pruimen hangen’ krijgen geen plaats in Van Opstals selectie.
111 kindergedichten om nooit meer te vergeten is een opvallend werk dat onder andere door een inspirerend voorwoord van Ivo van Strijtem en een nauwkeurige selectie van kinderpoëzie van de afgelopen twee eeuwen aantoont dat de romantische idee, ontstaan in de achttiende eeuw haar sporen heeft achtergelaten in 111 kindergedichten en misschien nog meer. Vanuit die optiek alleen al is deze bloemlezing uniek. Daarnaast is Van Opstals selectie ook eenvoudigweg een genieten van woorden en de schoonheid van taal. [Brenda Froyen]
Redactie Vlabin-VBC
Bloemlezing van Nederlandstalige gedichten over de kindertijd, meestal ook geschreven voor kinderen. De keuze van Leen van Opstal, zelf jeugdauteur, lijkt willekeurig. Herman Brusselmans staat naast Mies Bouhuys, Guido Gezelle naast Tim Gladdines, in alfabetische volgorde. In het voorwoord wil Ivo van Strijtem de lezer ervan overtuigen dat elk kind een dichter is. Hij zet het kind op een voetstuk, verheven boven de volwassenen. Vanuit dit idee is de bloemlezing in de eerste plaats bedoeld voor volwassenen. Daar is de lay-out ook op gericht, met strakke, witte, niet-geïllustreerde pagina's waar telkens één gedicht, in dezelfde typografie, staat afgedrukt. Het blauwe omslag met de veelkleurige letters geeft het geheel wel een speelse noot. Verschillende romantische elementen komen terug in de selectie, zoals de schoonheid van de natuur, de dood, sprookjes en liefde voor het culturele erfgoed. Moraliserende gedichten krijgen hier geen plaats. Dit is een opvallend werk, dat door het inspirerend voorwoord en een nauwkeurige selectie uit de afgelopen twee eeuwen aantoont dat de romantische idee, ontstaan in de achttiende eeuw, haar sporen heeft nagelaten. Hoewel de bundel bedoeld is voor volwassenen, is het merendeel van de gedichten ook geschikt voor de jeugd vanaf ca. 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.